Corporaties: doe mee met experiment Stenen én mensen!
Oproep aan woningcorporaties om actief bij te dragen aan het verbeteren van de gezondheid en het welzijn van huurders.
Een eerste verkenning
Corporaties hebben te maken met veranderingen op het gebied van wonen, zorg en welzijn. Gemeenten en zorgpartijen herschikken taken, de doelgroep van woningcorporaties verandert, de corporaties moeten zich weer richten op hun kerntaak en er zijn grote regionale verschillen in Nederland aan het ontstaan. Bovendien is de Woningwet veranderd: wetgeving wordt steeds meer centraal bepaald terwijl afspraken vaker regionaal en lokaal gemaakt moeten worden om het aanbod beter aan te laten te laten sluiten op de lokale vraag.
De verkenning wil ten eerste het inzicht vergroten in de huidige wet- en regelgeving voor sociale huisvesting en de impact daarvan op de beleidsruimte van woningcorporaties. Belemmert deze wet- en regelgeving woningcorporaties om in te spelen op regionale en lokale opgaven? Zo ja, in hoeverre? En wanneer stimuleert de wet juist om vorm te geven aan beleid voor het lokale woningaanbod?
Elk gebied heeft zijn eigen specifieke opgave en schaalniveau, constateren de auteurs. De opgave wordt gevormd door een mix van demografische, economische, fysieke, sociaal-maatschappelijke en politieke kenmerken. Een uniforme indeling van regionale kenmerken, bijvoorbeeld groei en krimp, doet dan ook geen recht aan de lokale opgave.
De veronderstelling dat de nieuwe wet corporaties belemmert, is volgens de auteurs niet helemaal waar. Woningcorporaties moeten steeds meer op regionaal en lokaal niveau afspraken maken om het volkshuisvestelijk beleid te verankeren en om in te kunnen spelen op de lokale vraag. Maar omdat corporaties meedoen aan het maken van lokale prestatieafspraken, hebben zij daar ook wel degelijk invloed op. Ze kunnen bijvoorbeeld sturen op huurprijs en toewijzing. Lastig is wel dat de nieuwe wet daar minder vrijheid in biedt dan voorheen, bijvoorbeeld door de landelijke norm voor het leefbaarheidsbudget.
Uit de verkenning komen twee grote knelpunten naar voren. De splitsing Daeb/niet-Daeb kan vooral in krimpgebieden tot problemen leiden omdat er weinig marktpartijen zijn die de niet-Daeb activiteiten willen oppakken. En de beschikbaarheid en betaalbaarheid in het middensegment is vooral in gebieden met een overspannen woningmarkt (groei) een probleem: de huurprijzen van particuliere huur zijn vaak te hoog en de koopsector te duur. Dit levert een grote druk op de voorraad van de woningcorporaties in deze gebieden en zorgt voor onvoldoende doorstroming.
De bestuurskracht is een belangrijke factor voor de mate waarin corporaties ruimte hebben en ervaren om op lokaal niveau te handelen, concluderen de auteurs. Het gaat dan bijvoorbeeld om onderlinge samenwerking, kennis, de financiële ruimte en de verdeling van doelgroepen. Verder pleiten ze voor aandacht voor de bredere context van wonen, zorg en welzijn. Huisvesting staat niet op zichzelf, zeggen ze. De leefwereld van de huurder staat centraal.
"*" geeft vereiste velden aan