Het zijn onzekere ruimtelijke tijden. Terwijl de pandemie voorlopig nog niet voorbij is, staat het denken over de samenleving en de ruimte die we na de pandemie gaan óf willen krijgen voor wonen en werken niet stil. Velen lijken overtuigd: het wordt anders. Edwin Buitelaar (Planbureau voor de leefomgeving en Universiteit Utrecht), Cees-Jan Pen (Fontys Hogescholen) en Martijn van den Hurk (Universiteit Utrecht) focussen zich in hun studie op de ruimtelijke dynamiek én ruimtelijke verschillen in wonen en werken, en de relatie daartussen.
Drie typen verandering
De onderzoekers noemen in de VerDuS SURF-synthesestudie ‘Ruimtelijke dynamiek in wonen en werken’ drie typen verandering:
- Transities: veranderingen die actief worden gestimuleerd door de overheid en de samenleving, zoals de energietransitie en de transitie naar een circulaire economie.
- Trends: mensen en hun gedrag zijn inherent inert (mensen veranderen niet vanzelf). Daarom gaan veel veranderingen geleidelijk; ze kennen een lange aanloop en een lange remweg. Voorbeelden zijn de toenemende voorkeur voor stedelijk wonen en de toename van online winkelen.
- Crises kunnen plotselinge verandering genereren: de coronapandemie wordt een belangrijke rol toegedicht in het (radicaal) veranderen van ruimtelijk gedrag. Anderzijds weten we dat gedrag niet zomaar verandert en er zijn twijfels over hoe blijvend veranderingen als gevolg van shock events zijn.