Sinds de bouwcrisis kunnen particulieren in Den Haag hun eigen woning realiseren met de aankoop van een klushuis of een bouwrijp kavel. Inmiddels hebben honderden Hagenaren gebouwd aan hun eigen stukje Den Haag. Zo heeft een groepje Hagenaren via Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) op een kavel van zo’n 7.600 vierkante meter hun eigen groene community kunnen bouwen; de Groene Mient, met een gemeenschappelijke tuin en volop aandacht en ruimte voor duurzame oplossingen. De innovatieve architectuur, de gezamenlijke (buiten)ruimtes, de eigen energievoorziening en het (her)gebruik van materialen en water en voedsel uit de buurt weerspiegelt de aandacht voor sociale diversiteit en ruimte voor eigenheid, samenleven in verbondenheid, ecologisch verantwoord en betaalbaar, toegankelijk en flexibel wonen.
Uitstoot beperken
Klimaatmitigatie, het beperken van de uitstoot van broeikasgassen, is belangrijk voor de bewoners. Daarom is de energievraag van de ecologische woongemeenschap minimaal en het gebruikte bouwmateriaal zo veel mogelijk circulair. In het kader van klimaatmitigatie heeft de gemeente na onderhandeling de reguliere parkeernorm op deze plek teruggeschroefd naar een parkeerplaats per huishouden; dat ontmoedigt autobezit. Uiteindelijk zijn er nu twintig parkeerplekken, inclusief voor de veelgebruikte deelauto’s. “Als we voor alle bewoners de reguliere parkeernorm zouden toepassen, was er ook geen plek meer voor groen en zou in de tuin geparkeerd moeten worden”, vertelt Kok.
Minimale energievraag
De gemeenschappelijke tuin zorgt voor de opvang van regenwater en draagt zo bij aan klimaatadaptatie. Daarvoor was wel voldoende open verharding nodig en omdat de gemeente volgens de bewoners onvoldoende opties bood, besloten ze zelf de kavel woonrijp te maken. Ze zorgden na onderhandelingen met de gemeente voor het ontwerp, de investeringen en de aanleg van de groene ruimte en kregen hiervoor een financiële bijdrage. De binnentuin kreeg zo een bufferings- en infiltratievoorziening en de bestrating op de kavel werd met poreus materiaal aangelegd, waarin de hemelwaterafvoer integraal is verwerkt. Zo wordt regenwater in een centraal punt opgevangen en verspreid wordt naar verschillende wadi’s (Water Afvoer Drainage Infiltratie) op de kavel.
Kennis delen is essentieel
Om de Groene Mient bottom-up mogelijk te maken, heeft de community bewust aan de voorkant kennis vergaard en onderling en met de gemeente gedeeld. Kok is daarbij dankbaar voor de houding van de gemeente, die met de bewoners meedacht om alle wensen mogelijk te maken. Wat ook hielp, is dat er veel deskundigheid aanwezig was binnen de groep toekomstige bewoners. Sommigen werken bijvoorbeeld bij kennisinstellingen en overheden en ieder heeft zijn of haar expertise en netwerk met de groep gedeeld. Zij wisten daarmee samen verder te komen en meer te bereiken, ook omdat ze buiten hun eigen kaders te durven kijken.
Kopieergedrag stimuleren
Gemeenten kunnen meer doen om bewoners actief te betrekken, weet Kok. “Laat participatie, zoals benoemd in de NOVI, meer zijn dan een informatieavond. Bied bewoners in buurten met community’s de ruimte om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de aanleg en het onderhoud van gemeenschappelijke ruimten in de buurt. Op termijn kunnen de beheerkosten dan lager uitvallen en daarvan profiteert de hele gemeente.” Ver hoef je niet te zoeken: de grasvelden tussen hoge flats kun je volgens Kok al ombuigen naar gemeenschappelijke moestuinen of speelplekken voor kinderen.
Ondertussen zorgt de Groene Mient al voor kopieergedrag in Den Haag; nabijwonende buurtbewoners krijgen nu subsidie van de gemeente om ook een halfopen bestrating aan te leggen. Bovendien wordt de gemeenschappelijke plek van het groene dorp midden in de residentiestad goed gewaardeerd. Omdat niet iedereen een tuin heeft, maar ook omdat de gemeenschap hechter wordt. Kok: “Eén keer per maand hebben we tuinwerkdag, dan helpen alle bewoners met het aanpakken van de gemeenschappelijke tuin. Dat is fijn om elkaar even te spreken en sommigen vinden het tuinieren ook echt leuk. We doen het samen!”