De uitgangspuntennotitie is afgelopen tijd langs alle Friese colleges gegaan. Klouwen: “Dat is best goed verlopen. Er blijken veel vragen over de uiteindelijke uitvoering en de kosten daarvan. We kunnen daarover nog geen definitieve uitspraken doen, dat weten we pas als we met elkaar de diepte in gaan. Je creëert eerst een fundering, en daarna bouw je de rest op.”
De ‘governance’ om het proces te overzien is organisch gegroeid. Klouwen: “Het begon met een stuurgroep met vertegenwoordigers van gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties die op elk stuk fiat wilde geven. Inmiddels is er naast de stuurgroep ook een projectgroep waar ook de provincie bij betrokken is. De projectgroep zorgt voor continuïteit in het proces, de stuurgroep bewaakt het proces en toetst de (tussen)resultaten.”
De uitgangspunten die in fase 1 zijn geformuleerd, worden in fase 2 door verschillende werkgroepen uitgewerkt tot de daadwerkelijke verordening. Deze werkgroepen gaan bijvoorbeeld over aansluiten bestaande praktijk, urgentiebeoordeling, financiën en automatisering. In de tussentijd worden de gemeenteraden via onder andere informatiebijeenkomsten up to date gehouden. Zij moeten de uiteindelijke verordening goedkeuren, maar kunnen deze dus ook verwerpen. Het doel is om eind 2024 de urgentieverordening definitief te hebben.
Andere aandachtsgroepen
De wettelijk urgenten vormen een beperkte groep binnen het geheel van aandachtsgroepen. Andere aandachtsgroepen (die geen urgenten zijn) zijn bijvoorbeeld woonwagenbewoners, arbeidsmigranten, ouderen en studenten. In de provincie Friesland wordt er op verschillende manieren gewerkt aan de huisvesting van deze andere aandachtsgroepen.
Wat betreft woonzorgvisies worden deze in Friesland momenteel vooral in (sub)regio’s uitgewerkt. In woonzorgvisies geven gemeenten of regio’s aan hoe ze de combinatie van wonen met zorg willen regelen. Hierin worden de aandachtsgroepen die zorg nodig hebben meegenomen. Klouwen: “Het zorgkantoor heeft het initiatief genomen om een provincie brede woonzorganalyse te doen, deze wordt nu vertaald naar lokale regio’s. Hierin zijn de ouderen momenteel de hoofdmoot. Als je kijkt naar woonwagenbewoners en arbeidsmigranten dan zijn deze op dit moment nergens echt goed verwerkt. Maar die beide groepen zitten erg geconcentreerd op specifieke locaties in Friesland, dus de behoefte om dit Frieslandbreed op te pakken lijkt ook niet echt aanwezig.”
Geleerde lessen
Klouwen: “Ik ben wel tevreden over onze pragmatische aanpak. Het resultaat is straks een gedeelde werkwijze hoe mensen aan een huis komen, die gebaseerd is op gedeelde uitgangspunten. Dit voelt minder overweldigend dan een provincie brede woonzorgvisie. Die werkwijze helpt om stappen te kunnen blijven zetten.”
“Wat ik anderen kan meegeven is pragmatisme als grondhouding. Dat zie je bijvoorbeeld ook bij de regio Hart van Brabant, hen vind ik inspirerend. Je kan proberen aan de voorkant alles al in detail uit te werken, maar de praktijk is het toch altijd anders. Je loopt altijd tegen dingen aan die je niet van tevoren had kunnen bedenken. Dus, ga maar aan de slag, en vertrouw erop dat je er gedurende de rit altijd samen uitkomt. Blijf dus niet hangen in de details en doe meer met ongeveer.”