Een tijd voor slimme en dappere besluiten: de corporatiestrateeg als afwegingsregisseur

27 maart 2023 | Leestijd: 5 minuten
Ooit waren woningcorporaties bakens van voorspelbaarheid en stuurbaarheid. Vastgoed laat zich immers goed plannen. Elk besluit kon je rustig voorbereiden en langs een meetlat leggen. Dat is in deze bijzondere tijden wel anders: onvoorspelbare bouwkosten, rijkskaders die regelmatig verzet worden en een oplopende rente. En daarbij een maatschappij die allerlei opgaven op de woningcorporaties afvuurt waar ze nog niet helemaal in thuis zijn, zoals energiearmoede en bestaanszekerheid, integrale wijkontwikkeling en de huisvesting van diverse doelgroepen. Dat betekent onzekerheid én onbekendheid; niet de ideale omstandigheden om tot gedegen en betrouwbare besluiten te komen. Bestaande afwegingskaders zijn vaak niet passend voor de onzekere en onbekende keuzes. Maar géén keuzes maken of voortdurend ‘nee’ of ‘nog niet’ zeggen is ook geen optie. Dus je kunt het beter omdraaien: 'When the going gets tough, the tough get going!' Juist nú is het de tijd voor goede, slimme afwegingen en dappere besluiten.

Auteur(s)

Jochum Deuten

Goede ‘strategen’ binnen de woningcorporatie kunnen bij deze lastige afwegingstrajecten het verschil maken. Vanuit hun functie verbinden ze het bestuur met de praktijk. Ze hebben contact met andere maatschappelijke partijen. Ze overzien de verschillende aspecten van het volkshuisvestingsvak. Ze staan midden in de afwegingsturbulentie.

Vorig jaar boog een netwerk van corporatiestrategen zich over het maken van goede afwegingen, en dan specifiek vanuit de invalshoek wijkontwikkeling. Ze bouwden voort op de inzichten van twee eerdere netwerken, waarbij onder meer een denkkader werd ontworpen om scherper te onderscheiden welke afweging er nu precies speelt. Want juist bij afwegingen met de nodige onzekerheid en onbekendheid lopen de verschillende soorten afwegingen al snel door elkaar. Bij een besluit over een project klinkt soms ook een strategische afweging door: “Ja maar, als we dat in alle wijken gaan doen… Zijn wij daar wel van?” En steeds vaker gaat het om besluiten die vanuit een samenwerkingsverband komen. Gaat het dan om de afweging over de gezamenlijke inzet? Of gaat het specifiek om de eigen bijdrage aan die samenwerking en de interne afweging?

Hieronder drie lessen om vast te houden vanuit het netwerk.

1. Afwegingskaders zijn geen keuze-automaat, maar een kans om strategische keuzes handen en voeten te geven

Iedereen kent ze waarschijnlijk wel, die meetlatten aan de ingang van de achtbaan: ben je als kind groot genoeg, dan mag je mee, en anders nog even niet. Zoiets zoeken corporaties ook voor hun projecten: een afwegingskader om te bepalen of ze het project wel of niet doen. Helaas blijkt de corporatiepraktijk geen pretpark. Als snel staan er meerdere meetlatten achter elkaar. Of blijkt dat de ene meetlat niet zo strak afgesteld kan worden en leidt het bij elke bezoeker tot discussie.

Toch is het waardevol afwegingskaders te ontwikkelen. Het opstellen van zo’n afwegingskader voor leefbaarheidsinzet of maatschappelijk vastgoed geeft je de kans om een strategische richting goed uit te denken: waarom zijn we hier wel of niet van? Staedion dacht bijvoorbeeld na over de rollen die ze wel of niet wil pakken bij leefbaarheidsinzet. Dat helpt ook in het verwachtingsmanagement bij stakeholders. Trivire presenteerde een afwegingsmodel om te komen tot een goede interventiemix, passend bij wat een wijk nodig heeft.

Naast deze strategische reden voor een afwegingskader, biedt het professionals ook een kans om een project te scherpen. De ervaring van de deelnemende corporaties is wel dat je een afwegingskader zeker niet te veel moet instrumentaliseren en automatiseren. Het gaat vooral om het gesprek dat je met elkaar hebt. Juist een medewerker op strategisch niveau kan hier een mooie rol spelen. Om de bestuurlijke visie handen en voeten te geven, naar echte uitvoering. En om informatie te verzamelen over wat er leeft op uitvoeringsniveau. Het afwegingskader is dan geen keuze-automaat, waarin je enkele vinkjes zet in de hoop dat er snel een positief besluit volgt. Het is vooral een drager voor een gesprek om samen toe te werken naar de beste keuze.

2. Wijkvisie vraagt een eigen visie

Nu een gebiedsgewijze aanpak weer volop in de aandacht staat, wordt de wijkvisie ook weer naar voren geschoven als afwegingskader voor de projecten en samenwerkingen die langs komen. Klinkt goed, maar… wat is zo’n wijkvisie nu precies? Daar bleken de deelnemers van het netwerk uiteenlopende invullingen bij te hebben. Om enkele mogelijke ingrediënten te noemen:

  • Meestal bevat ze een eindbeeld, oftewel een ‘stip op de horizon’. Maar hoe wordt daarbij een goed midden getroffen tussen een mooie beschrijving waar niemand tegen kan zijn (‘een wijk waar iedereen nog lang en gelukkig leefde’) en een scherpte die niet waar te maken is (‘27,3% minder overlast’)? En wordt ook het waarom van dit eindbeeld toegelicht?
  • Bevat de wijkvisie ook een strategie om richting dat eindbeeld te komen, met de grote hoofdkeuzes in de uitvoering? Wordt er gesloopt of gerenoveerd? Wordt er gemikt op menging en veerkracht of wordt het een aanpak voor bestaande bewoners en hun problemen? Gaat ze alleen over leefbaarheid of is ze integraal en gaat het ze over de vastgoedportefeuille? Dat soort keuzes.
  • Is in de wijkvisie ook een overzicht te vinden van (al gekozen) interventies, bijvoorbeeld in de vorm van een uitvoeringsprogramma? Of is de wijkvisie een uitgewerkt afwegingskader voor toekomstige interventies en inzet?
  • Zijn er in de wijkvisie ook procesafspraken terug te vinden, bijvoorbeeld over evaluatiemomenten, over samenwerkingen, over actualisatiemomenten, over betrokkenheid van inwoners et cetera?

Een wijkvisie bleek geen snel antwoord op afwegingsvragen. Integendeel: ze trekt ook weer een nieuw blik van afwegingen open. Enerzijds procesafwegingen over de wijkvisie als plan. Welke van de ingrediënten nemen we mee? In hoeverre is het gebaseerd op cijfers, professionele inschattingen en/of bewonersinput? Is het een wijkvisie van de corporatie, of ga je voor een gezamenlijke wijkvisie met de partners? Dat laatste heeft meer impact, maar vraagt een ingewikkelder proces. Anderzijds gaat het natuurlijk om inhoudelijke afwegingen die gemaakt moeten worden over de richting: wanneer is dit een prettige, leefbare, vitale wijk? En welke aanpak is daarvoor nodig?

3. Echte bewonersbetrokkenheid kan kleinschalig of juist grootschalig

Bewonersbetrokkenheid staat al langer op de agenda, ook bij wijkontwikkeling. Toch blijkt het weerbarstig om het echt goed te doen: om échte invloed neer te leggen bij bewoners en om langdurig een relatie aan te gaan. En dat geldt nog extra bij afwegingen die gepaard gaan met diverse onzekerheden en onbekendheden. Professionals zijn dan gericht op het beperken daarvan om toe te werken naar een duidelijk plan. Terwijl het gesprek met bewoners juist zorgt voor het tegenovergestelde. Ze stellen lastige vragen (vaak precies rond de achilleshiel van het plan), brengen andere ideeën in en spreken elkaar tegen. En daar moet je maar tegen kunnen als professional. Ook hier ligt misschien een mooie taak voor de strateeg om die tegengestelde dynamieken bij elkaar te laten komen.

Een deelnemer van het netwerk liet zien hoe het ook kan. In een buurtje waren bewoners ‘afgehaakt’. Ze worstelden met hun eigen sores. Pas met langdurige en laagdrempelige aanwezigheid van professionals in een woning midden in de buurt ontdooide de relatie. De corporatie leerde zo de buurt echt kennen en kreeg zicht op de werkelijke problematiek en dynamiek in de buurt. Bewonersbetrokkenheid is dan iets anders dan een informatieavond of bewonerspeiling.

We proefden ook aan de mogelijkheden op een veel groter schaalniveau. Niek Mouter van Populytics nam ons mee hoe bijvoorbeeld inspraak rond Schiphol en de Lelylijn naar Groningen op een digitale leest geschoeid is. Door inwoners zelf te laten stoeien met de centrale afwegingen: wat zou jij doen als dit de kaders zijn en welke overwegingen wil je meegeven? Zo lukt het om veel meer en om andere inwoners te bereiken. Met name voor de grootschalige gebiedsontwikkelingen biedt dit een mooi perspectief.


Drie lessen uit het kennisnetwerk, naast andere inzichten, lieten ons zien dat het nemen van besluiten in onzekerheid en onbekendheid niet zozeer vraagt om nieuwe, slimme instrumenten, maar om afwegingskunde: een stap terugzetten, vraagstukken uiteenrafelen en de dialoog zoeken. De woningcorporatiestrateeg die deze kunde onder de knie krijgt is de goede begeleider richting de nodige dappere besluiten.

Doe mee aan het kennisnetwerk ‘Wikken en wegen van woningcorporaties’

Woningcorporaties staan voor lastige maar onvermijdelijke keuzes. De maatschappij vraagt veel van ze. Maar het is niet mogelijk om daar allemaal in mee te gaan. Wat doe je dan wel of niet? En waarom precies: kun je dat uitleggen? Voor corporatiestrategen die behoefte hebben aan verdieping en inspiratie op het gebied van afwegingsvraagstukken organiseert Platform31 ook in 2023 een kennisnetwerk.

Contact

Fons Lustenhouwer 06 53 38 90 17 LinkedIn

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox? Meld je dan aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen in stad en regio.

Bekijk al onze nieuwsbrieven en updates

"*" geeft vereiste velden aan