Koppelen! Van stadsvernieuwing naar buurtverduurzaming
Inspirerend symposium over de energietransitie, opgaven koppelen en leren van de stadsvernieuwing.
De energietransitie is een van de grootste opgaven waar Nederland de komende decennia voor staat. Maar daardoor ook een met ongelooflijk veel kansen en mogelijkheden voor een duurzame en inclusieve toekomst. Het vergt veranderingen op alle schaalniveaus; in ons landschap, in de wijken en zelfs achter de voordeur. Dat vergt niet alleen aanpassingen in het gedrag van bewoners, maar ook in ons systeem. Naast de energietransitie spelen er natuurlijk ook allerlei andere (ook sociale) opgaven waar de gemeente een taak heeft. En als we dan voor de energietransitie toch de wijken in moeten, de straten opengooien en bij bewoners thuis komen, waarom niet meteen bomen planten, het riool vervangen en nagaan of er andere (hulp)behoeften zijn?
We zien dat veel gemeenten al bezig zijn met dit ‘koppelen’ van opgaven aan de energietransitie. Bijvoorbeeld door de aanleg van een warmtenet te combineren met een initiatief van bewoners om de buurt te vergroenen. Een van de argumenten voor het verbinden van opgaven is dat je op die manier beter aansluit bij de leefwereld van bewoners. Immers, voor hen spelen er allerlei verschillende dingen in hun wijk, hun woning en in hun leven die ook onderling samenhangen en hun gedrag beïnvloeden. De indeling van deze dingen over verschillende strategische opgaven en aparte afdelingen – zoals een gemeente ze aanvliegt – is voor een bewoner niet per se logisch.
Naast één wijk, één woning en één leven, is er in de perceptie van de bewoner één gemeente. Het is daarom belangrijk om één samenhangend verhaal aan de bewoners te vertellen. Als bewoners binnen korte tijd verschillende brieven van de gemeente ontvangen met tegenstrijdige of overlappende boodschappen, zoals straten die telkens opnieuw open moeten voor verschillende doeleinden of meerdere participatietrajecten die gestart worden, kan dit verwarring en misschien onrust veroorzaken. In een wijk waar er meerdere dingen spelen, moet daarover dus op z’n allerminst worden afgestemd.
Tegelijkertijd geldt ook: hoe beter je aan weet te sluiten bij de leefwereld van bewoners, hoe meer kans je hebt om draagvlak te creëren en weerstand te voorkomen, en zo de buurt mee te krijgen in de (energie)transitie. Maar de gemeentelijke systeemwereld sluit niet aan bij die leefwereld. En in een tijd van transities waarin belangrijke strategische besluiten moeten worden genomen die vergaande consequenties hebben op meerdere terreinen, vraagt dat om organisatieverandering én cultuurverandering.
Manieren om aan te sluiten bij de leefwereld van bewoners vind je niet in het gemeentehuis. Die vind je tijdens keukentafelgesprekken, in gesprek met buurtprofessionals en bewonersinitiatieven. Alleen zo kom je erachter wat de wijk motiveert of belemmert om mee te doen aan de energietransitie, en wat je hen als gemeente kunt bieden. Dit achterhalen vraagt om ambtenaren die niet enkel over de juiste kennis beschikken, maar vooral ook de juiste sociale vaardigheden bezitten om dit goed te doen. Dat geldt voor zowel samenwerken met bewoners als samenwerken met collega’s.
Helaas wordt zelden het nut ingezien en dus prioriteit gegeven (lees: geld en capaciteit vrijgemaakt, verantwoordelijkheid belegd en mandaat gegeven) om het soort werk te doen dat het identificeren en verzilveren van koppelkansen mogelijk maakt. Ambtenaren (en bestuurders!) worden afgerekend op de opgave van hun eigen afdeling (of binnen hun eigen portefeuille) – niet op het grotere plaatje. Hierdoor kan het voor ambtenaren heel moeilijk zijn om die verbinding te zoeken en samen te werken met andere afdelingen en met bewoners – iets wat al moeilijk genoeg is met zeeën van tijd en bakken vol geld.
Omdat er nog weinig van bovenaf gestuurd wordt op integraal (samen)werken en het verbinden van opgaven, valt deze zware taak op dit moment op de schouders van de enkele ambtenaren die de persoonlijke drive én het lef bezitten om uit de vastgeroeste systemen te stappen. En dat is niet wenselijk. Voor grote transities waar ontzettend veel kansen liggen is het belangrijk dat we op een andere manier met elkaar gaan werken. Het is belangrijk dat ambtenaren de ruimte die ze hiervoor al hebben leren herkennen en benutten, maar ook dat ze de ruimte én het mandaat krijgen om te doen wat nodig is.
Wat betekent sturen van ‘bovenaf’ nou eigenlijk, en vooral wie zou dat moeten doen? Hoe je dit op lange termijn kunt organiseren, maar ook wat gemeenten op korte termijn al kunnen doen om hiermee aan de slag te gaan wil Platform31 dit jaar verkennen. Onder andere via de lessen die we kunnen trekken uit de stadsvernieuwing.