Zes tips voor veilige, speelse en kindvriendelijke straten
Stoepranden, spelen en veilig fietsen door de buurt. Het kan, met deze adviezen aan gemeenten over ‘leefstraten’ voor jong en oud.
Gemeenten werken op steeds meer manieren aan kindvriendelijke wijken en straten. Meerdere gemeenten namen hun ambities op in omgevingsvisies of mobiliteitsvisies. Bijvoorbeeld door uit te spreken dat kinderen vanaf acht jaar zelfstandig naar school moeten kunnen. https://www.gelderlander.nl/renkum/waarom-renkum-de-strijd-aan-gaat-met-autobezit-8-jarige-kinderen-moeten-zelf-naar-school-kunnen-fietsen~ae2404878/ en https://www.edestad.nl/lokaal/politiek/915721/raad-kinderen-vanaf-8-jaar-veilig-met-fiets-naar-school en https://wageningenduurzaam.nl/meer-weten-over/mobiliteit/ 1 Eerder gaven we al zes tips hoe je dit goed in de praktijk kan brengen. Zo is het heel belangrijk om kinderen op verschillende manieren te betrekken bij onderwerpen die voor hen van belang zijn, zoals speelplekken, milieu, kinderactiviteiten en verkeersveiligheid.
Het recht van kinderen om gehoord te worden en hun mening te geven over alle zaken die hen aangaan, is vastgelegd in artikel 12 van het Kinderrechtenverdrag. https://www.unicef.nl/over-unicef/kinderrechten# 2 Bij het inrichten en verbeteren van de openbare ruimte is het niet alleen belangrijk de mening van kinderen te weten, maar ook om hen actief te betrekken. En ervoor zorgen dat hun stem daadwerkelijk wordt meegenomen in de besluitvorming. Hierdoor zorg je ervoor dat de openbare ruimte echt aansluit bij wat kinderen belangrijk vinden. En krijg je beter zicht op wat er nodig is om kinderen fijn en veilig buiten te laten spelen en bewegen. Bovendien vergroot het de kans dat kinderen zich ook verantwoordelijk voelen voor hun omgeving. https://www.platform31.nl/artikelen/zes-tips-voor-veilige-speelse-en-kindvriendelijke-straten/ en https://www.platform31.nl/artikelen/kindvriendelijke-openbare-ruimte-biedt-fijne-plek-voor-iedereen/ 3 Maar hoe breng je dit in de praktijk?
Zo’n 150 gemeenten geven kinderen een stem door een kinderburgemeester en soms ook een kinder(gemeente)raad te benoemen. https://kinderburgemeesters.nl/ 4 Een kinderburgemeester en kinderraad vertegenwoordigen de belangen van kinderen in hun gemeente. Ze worden door de gemeente betrokken bij bepaalde beleidsontwikkelingen en activiteiten die kinderen aangaan. En bedenken samen ideeën om de gemeente mooier, beter, schoner en leuker te maken.
De kinderburgemeester en kinderraad krijgen vaak een ceremoniële rol bij bijzondere evenementen, zoals de intocht van Sinterklaas, en op 4 en 5 mei. Soms is de rol uitgebreider: dan vergadert de kinderraad, geeft (on)gevraagd advies en gaat op werkbezoek. Dit maakt het mogelijk om eerder van zich te laten horen dan als ze mogen stemmen op achttienjarige leeftijd. En om zelf te ervaren wat participatie en democratie inhoudt.
Volgens het Nederlands genootschap van kinderburgemeesters is het belangrijk om een visie te hebben op de rol van de kinderburgemeester en eventuele kindergemeenteraad. En dit meer te laten zijn dan een ceremoniële functie. Hierbij hoort ook het aanstellen van een ‘kinderrechtencoach’ om:
Sinds 2014 heeft de gemeente Gouda een kindercollege met een kinderburgemeester en kinderwethouders. Met een eigen portefeuille en koppeling aan een lid van het college zetten zij zich in voor: https://www.gouda.nl/bestuur-en-organisatie/college-van-burgemeester-en-wethouders/kindercollege/ 6
In Diemen bestaat sinds 2015 een kinderraad en -burgemeester. De speerpunten van dit jaar richten zich op milieu, speeltuinen, kinderactiviteiten en verkeersveiligheid. In 2020 waren zij betrokken bij de duurzaamheidsagenda. En dit jaar bij de nieuwe mobiliteitsvisie voor Diemen. Een actueel speerpunt is het inclusiever maken van speelplekken, met bijvoorbeeld watertappunten.
In beide gemeenten worden de kinderen gekozen door hun klasgenoten en blijven ze een jaar in functie. Ze kiezen uit hun midden een burgemeester. Naast hun ceremoniële rol overleggen ze over thema’s die voor kinderen belangrijk zijn en gaan ze op werkbezoek. Gemeentemedewerkers ondersteunen hen hierbij.
Diemen sloot zich eind 2024 aan bij het Child Friendly Cities Initiative van Unicef. De komende jaren zet de gemeente zich met de kinderrechten in de hand in voor een fijnere plek voor kinderen te maken. Wethouder Van den Berg: “Met het programma werken we aan een nog fijnere en veiligere plek voor alle kinderen en jongeren in Diemen. We zorgen dat alle kinderen en jongeren zich welkom voelen, zichzelf kunnen zijn en mee kunnen doen.”
In het programma Gezonde Buurten werken Jantje Beton, IVN Natuureducatie en JOGG samen met de gemeente, lokale partijen en bewoners, van jong tot oud aan het creëren van plekken in de buurt waar natuur, beweging, spelen en ontmoeten samenkomen. Zodat kinderen kunnen spelen, bewoners elkaar kunnen ontmoeten en waar iedereen lekker kan bewegen en tot rust kan komen. Miranda Verburg (programmaleider bij Jantje Beton, landelijk programmaleider Gezonde Buurten) legt uit dat er een vaste aanpak van zes stappen is die flexibel ingevuld kan worden per buurt:
Gezonde Buurten in zes stappen
Bij elke stap kunnen passende werkvormen worden ingezet, zoals een wandeling door de buurt, tekenen, knutselen van een moodboard of maquette, een film of foto’s maken, ideeën ophalen of presenteren in een marktkraam in de buurt, het maken van een tentoonstelling of boekje, samen klussen, schoonmaken en plantjes planten. https://jantjebeton.nl/wat-we-doen/ondersteuning/kennisbank/hoe-organiseer-je-activiteiten-voor-kinderen 7
De Zeeuwse gemeente Terneuzen is met de wijk Lievenspolder-West een van de deelnemers aan het Gezonde Buurten programma van Jantje Beton. In de wijk zijn veel sociale huurwoningen en goedkope koopwoningen, en bewoners met een lage sociaaleconomische positie.
Een team van gemeente, basisschool, buurthuis, welzijnsorganisatie, woningcorporatie en een natuurorganisatie ging samen aan de slag, onder leiding van de projectleider van de gemeente en de procesbegeleiders van Gezonde Buurten (Jantje Beton en IVN Natuureducatie).
Om op te halen waar de behoefte lag in de wijk wandelde het team langs plekken die kansen boden voor herinrichting. Volwassenen en kinderen gaven hun mening, en enthousiaste deelnemers sloten zich aan bij initiatiefteams. Voor het kinderteam werd een creatieve droomsessie georganiseerd. Kinderen wilden vooral een chillplek met vakantiegevoel en een afgesloten voetbalveld. Volwassenen wilde graag een beweegbank.
Een externe ontwerper bundelde de ideeën van de initiatiefteams in een voorlopig ontwerp dat werd gepresenteerd aan de buurt en daarna door het college werd goedgekeurd. Daarna startte de uitvoering.
Het ontwerp is een succes. Er wordt veelvuldig gespeeld en bij de beweegbank wordt wekelijks een beweegactiviteit voor ouderen georganiseerd. Volgens Nina de Koeijer (beleidsadviseur Sociaal Domein en projectleider Gezonde Buurt) leverde het traject niet alleen een nieuwe ontmoetingsplek op, maar ook meer betrokkenheid van bewoners, kortere lijnen met organisaties en meer vertrouwen in de gemeente.
De aanpak Stad op ooghoogte met kinderen kent een vergelijkbaar stappenplan. In acht stappen onderzoekt Gooitske Zijlstra met haar bedrijf gooitz samen met kinderen tussen zes en twaalf jaar hoe wijken, buurten en plekken kindvriendelijk gemaakt kunnen worden. Ze brengt het perspectief van kinderen in praktijk op basis van Placemaking en leert anderen hoe je dit doet. In tien proeftuinen (opdracht van de provincie Overijssel, ANWB en Edwin van der Sar Foundation) bekijkt Zijlstra het verkeer door de ogen van kinderen: “Wat als we de kinderen de baas maken van hun eigen verkeersveiligheid?” Interview ‘Kijken naar de stad op ooghoogte van een kind’ (2021) In: AMuse Kids. Amsterdam: Gebiedsontwikkelaar AM. 8
Bij Placemaking gaat het om het maken van fijne plekken in de openbare ruimte. Ruimtes waar mensen niet graag verblijven, worden door én met de gemeenschap veranderd naar plekken waar mensen graag komen en verblijven. Een goede plek heeft een aantal kenmerken: Placemaking: What if we built our cities around places? (2022), Project for Public Spaces via: https://cdn.prod.website-files.com/581110f944272e4a11871c01/638a1fe260f36b92be75784f_2022%20placemaking%20booklet.pdf 9
Drie knoppen om fijne plekken te realiseren en behouden:
Belangrijk in de aanpak van Zijlstra is om al bij de start met de opdrachtgever (zoals provincie of gemeente) af te spreken dat de inbreng van kinderen echt serieus genomen wordt. Het is meer dan kinderen laten meedenken, tekenen en knutselen: er moet ook gehoor en uitvoering gegeven worden aan de plannen van de kinderen. Zijlstra benadrukt dat het goed is om kinderen met allerlei verschillende achtergronden mee te laten doen. Denk bijvoorbeeld aan verschillende leeftijden, gender, speelvoorkeuren, kinderen met diverse soorten beperkingen. Zo worden plekken en routes namelijk geschikt voor iedereen.
Een van de eerste stappen in het proces is om samen met de kinderen, de gemeente en andere relevante partners de vraag te verhelderen en te bespreken bij wie de ideeën moeten landen. Om kinderen voldoende kennis en informatie te geven om mee te doen, kan een activiteit of workshop georganiseerd worden. Om goed zicht te krijgen op het vraagstuk en de situatie, gaan kinderen met de lerende partners de plek en buurt observeren. Dat doen ze door een Placegame en verschillende tools. Volwassenen krijgen bijvoorbeeld de opdracht om door de knieën te gaan en te kijken door een verrekijker gemaakt van toiletrolletjes. Kinderen hebben namelijk tot ongeveer tien jaar een kokerblik en kunnen nog niet vanuit hun ooghoeken dingen waarnemen. Ook kunnen kinderen niet goed de snelheid en afstand tot een voertuig inschatten. En met hun gehoor de richting bepalen waar geluid vandaan komt. Volwassenen staan hier niet vaak bij stil. Daarom probeert Zijlstra hen uit te dagen om de wereld door de ogen van kinderen waar te nemen.
Zijlstra vraagt kinderen ook naar wat voor hen fijne plekken zijn en waarom. Op basis van alle verzamelde informatie gaan de kinderen aan de hand van een aantal vragen brainstormen en oplossingen bedenken. Dat presenteren ze aan elkaar. Eén of meerdere ideeën worden tijdelijk uitgevoerd. Aan het eind van het proces presenteren de kinderen hun plannen aan volwassenen. De opdrachtgever doet een ‘belofte’ aan de kinderen over wat er gebeurt met de opbrengst en wanneer dit gerealiseerd wordt (op niet al te lange termijn).
Gooitske Zijlstra [gooitz] | Leerkring kindvriendelijke wijk | 11 februari 2025
In Gouda bezochten we met de kinderen een recentelijk geopende speeltuin het Boegpad en de omliggende wijk. We vroegen de kinderen wat voor hen buiten spelen zo leuk maakt, hoe zij de wijk ervaren en wat een speelplek fijn maakt. De antwoorden waren enorm divers. Sommige kinderen klimmen graag in bomen of spelen het liefst met grote groepen verstoppertje. Anderen willen vooral naar buiten om met hun vrienden te kunnen chillen. De kinderraad is enthousiast over Het Boegpad: het biedt speelruimte voor verschillende leeftijden, voorkeuren en kinderen met en zonder beperking. Een nabijgelegen, nog niet opgeknapte speeltuin viel minder in de smaak — te weinig uitdaging. Ook in de omliggende wijk zien ze weinig speelgelegenheden: de straten zijn smal, er staan veel auto’s en de wijk is erg stenig.
In Diemen bezochten de kinderraadsleden drie plekken in de buurt van het gemeentehuis. Volwassenen keken mee via de Placemaking-methode van Gooitske Zijlstra, waarbij ze leerden door de ogen van kinderen te kijken. Opvallend was de wens voor meer kleur. Een blauw kunstwerk dat ook als bankje diende, viel extra op in een grauw, stenig plein. Groene plekken werden als prettiger ervaren: meer vogels, minder auto’s. In een speeltuin bij het winkelcentrum zagen de kinderen zeeën van mogelijkheden voor meer kleur, een ijskraam en meer veiligheid.
Steeds meer gemeenten willen kinderen betrekken bij hun leefomgeving en hun ideeën en voorstellen echt meenemen in beleid. In de praktijk blijkt dit nog best lastig. Met een kinderraad of -burgemeester kan de basis gelegd worden voor structurele betrokkenheid van kinderen bij gemeentelijk beleid.
De voorbeelden laten zien dat gemeenten ook de inrichting van de leefomgeving samen met kinderen kunnen verbeteren. Belangrijk is een stappenplan, verschillende werkvormen en hulp van iemand die kennis heeft over de ontwikkeling van kinderen en die hen goed kan begeleiden, bijvoorbeeld een kinderrechtencoach. Aanpakken zoals Gezonde Buurten of Stad op ooghoogte kunnen helpen om kinderen op een waardevolle manier te betrekken bij kindvriendelijker maken van de leefomgeving. Maar welke aanpak je ook kiest, het is vooral belangrijk dat kinderen serieus worden genomen en wezenlijke invloed kunnen uitoefenen: zorg ervoor dat hun betrokkenheid niet alleen voor de bühne is!
De inzichten in dit artikel zijn de opbrengsten van de leerkring over de kindvriendelijke wijk. In drie thematische bijeenkomsten bekeken we hoe we een kindvriendelijke buurt kunnen maken. Wat kan een kindvriendelijke wijk zijn en met welke elementen? In de leerkring stonden we ook stil bij de visie op kindvriendelijke wijken en hoe we de opgedane kennis in de praktijk kunnen brengen. Met Placemaking keken we samen met kinderen hoe de openbare ruimte een fijnere plek kan worden.