Woningvoorraad verduurzamen gaat verder dan energie besparen

2 februari 2021 | Leestijd: 5 minuten
Woningcorporaties zijn druk bezig met de energietransitie, maar hebben ondertussen weinig oog voor klimaatadaptief en circulair renoveren. Terwijl deze ambities elkaar versterken, of soms juist in de weg staan. Platform31 vroeg een aantal experts om enkele renovatieprojecten te beoordelen, waarbij de verschillende opgaves worden gecombineerd. Wat vinden zij van de stand van zaken bij woningcorporaties?

Auteur(s)

Door Rob Hendriks

Waar de energietransitie bij woningcorporaties al in volle gang is, lopen andere ambities om woningen te verduurzamen voorlopig nog ver achter. “De ontwikkelingen op het gebied van circulair renoveren staan nog in de kinderschoenen. Klimaatadaptieve maatregelen zelfs in de babyschoentjes”, constateert Rob Bogaarts, directeur klant en samenleving bij woningcorporatie Brabant Wonen. Een gemiste kans, zo lijkt het. Want de doelstellingen rondom energetisch verduurzamen, circulaire ambities en klimaatadaptieve maatregelen hebben alles met elkaar te maken.

Circulariteit nog niet zo hoog op de agenda

Rob Bogaarts is één van de panelleden die voor Platform31 zes renovatieprojecten onder de loep nam waarin een combinatie van energetische met circulaire en/of klimaatadaptieve maatregelen in meer of mindere mate worden toegepast. In het project ‘Verduurzaming corporatiewoningen’ brengt Platform31 in beeld hoe de drie ambities kunnen samengaan. Het aantal renovatieprojecten met de combinatie van energetische met circulaire en klimaatadaptieve maatregelen lijkt echter nog dun gezaaid. “De hoeveelheid projecten die werd ingediend, viel ons tegen. Corporaties zijn druk bezig met energetische maatregelen. Circulariteit lijkt nog niet zo hoog op de agenda te staan”, vertelt panellid Guus Mulder, onderzoeker innovatie management bij TNO, met als bijzondere focusgebieden energietransitie in de gebouwde omgeving en circulaire economie.

Ook klimaatadaptatie is nog niet in beeld

Ed Melet, hoofddocent Circulair bouwen bij de Hogeschool van Amsterdam, deelt die mening. “Circulariteit is bij corporaties nog geen onderdeel van de strategie. De ingediende projecten zijn ‘showcases’, ze geven geen beeld van wat er breder in het veld gebeurt.” Vooral klimaatadaptatie is bij de meeste corporaties nog niet in beeld. “Uit de ingediende projecten blijkt niet dat er veel gebeurt. De voorbeelden die we zagen, zijn bovendien niet heel groots of effectief”, vindt Jeroen Kluck, lector Water in en om de stad aan de Hogeschool van Amsterdam. Vanuit adviesbureau TAUW adviseert hij daarnaast gemeenten bij vraagstukken rondom klimaatadaptatie.

Spanning tussen de verschillende transities

Het expertpanel ziet dat de corporaties zich vooral op de energietransitie in de gebouwde omgeving richten. Op zich is dat niet verwonderlijk, vindt Rob Bogaarts (Brabant Wonen): “Jarenlang hebben de overheid en koepelorganisaties vooral ingezet op de energielabels van woningen. Corporaties zijn nu massaal energielabels aan het najagen, zonder zich te realiseren wat de impact hiervan is op het milieu.” Jeroen Kluck (Hogeschool van Amsterdam) vult aan: “Nu de temperaturen ’s zomers stijgen, dreigen corporaties hun woning te ‘over-isoleren’. Vanwege de klimaatveranderingen moeten corporaties zo renoveren dat woningen niet te heet worden. Bijvoorbeeld met behulp van zonwering, koeling en goede ventilatie.” Guus Mulder (TNO): “De ene ambitie moet de andere niet in de weg zitten. Om woningen energiezuinig te maken is het op zich logisch om goed te isoleren. Dat hoeft niet haaks te staan op circulariteit. Maar in het verleden zijn platen toegepast waarbij meerdere materialen met elkaar zijn versmolten. Die zijn later niet meer uit elkaar te halen om opnieuw te gebruiken. Op die manier creëer je een afvalstroom die in de toekomst minder goed te hergebruiken is. De verschillende transities lijken soms met elkaar op gespannen voet te staan, terwijl dat niet zo hoeft te zijn.”

Tijd voor bezinning

De verschillende opgaven die er liggen, kunnen elkaar juist versterken, meent Rob Bogaarts (Brabant Wonen): “Een groot deel van het CO₂-vraagstuk kan met circulaire materialen worden opgelost. Want 17 procent van de CO₂-impact van corporaties zit in materiaalkeuzes. Elke corporatie zou daarom moeten nadenken over de materialen die ze gebruiken. We stoppen onze woningen vol met PIR-korrels. Goed isolerend materiaal maar ook ontzettend milieubelastend. Er zijn alternatieven voorhanden die corporaties in hun uitvraag kunnen meenemen. Die producten worden weinig gevraagd waardoor de prijs per vierkante meter relatief hoog blijft. In hun haast om vaart te maken met de energietransitie, denken corporaties te weinig over dit soort keuzes na.” Ed Melet (Hogeschool van Amsterdam): “Energetische, circulaire en klimaatadaptieve maatregelen behoren een drie-eenheid te zijn. Dit lijkt nu nog een brug te ver. We zijn aan het rennen terwijl de richting nog niet duidelijk is. Wellicht is het daarom goed om even tijd voor bezinning te nemen. Hoe zorgen we ervoor dat de huidige transitie geen problemen oplevert voor de volgende transitie?”

Opschalen voordat het te laat is

Koplopers in de corporatiesector hebben inmiddels al stappen gezet. Zij hebben circulair renoveren onderdeel gemaakt van hun bedrijfsstrategie en experimenteren met maatregelen waar andere corporaties hun voordeel mee kunnen doen. Guus Mulder (TNO) juicht dit toe. “Het is belangrijk dat corporaties methoden ontwikkelen die andere corporaties kunnen overnemen. Zodat ze makkelijk op elkaars schouders kunnen staan. Dit gebeurt nog onvoldoende. De structuren die ontstaan zijn nog te lokaal. De grondvesten liggen er, nu is het zaak om op te schalen. Zodat alle corporaties van de beschikbare kennis gebruik kunnen maken. De tijd dringt, want straks zijn corporaties zo ver gevorderd met de energietransitie dat zij circulariteit hier niet meer in mee kunnen nemen. En komen dan tot de ontdekking dat zij te veel isolatiemateriaal hebben toegepast dat slecht herbruikbaar is.”

Prestatieafspraken over materiaalgebruik

Ed Melet (Hogeschool van Amsterdam) hoort vaak dat corporaties opgaves best willen combineren, zolang het maar niet meer geld gaat kosten en binnen de bestaande processen past. Want: de energietransitie brengt óók al veel werk met zich mee. Melet: “Corporaties zien circulair en klimaatadaptief renoveren als wéér iets wat ze moeten doen. Terwijl hun geld maar één keer kunnen besteden. Het moet niet zo zijn dat ze er over twintig jaar achter komen dat ze de verkeerde materialen hebben gebruikt. Aan ons kennisinstellingen is het om die kennis te vergaren en te ontsluiten. Circulariteit vergt ook een andere manier van uitvragen bij aannemers dan corporaties gewend zijn. Zij doen er verstandig aan om prestatieafspraken te maken over materiaalgebruik. Waarbij de leverancier eigenaar blijft van de materialen. Wanneer die materialen na twintig jaar aan vervanging toe zijn, zit je als corporatie niet met enorme afvalstromen.”

Een beter product voor hetzelfde geld

Ook Rob Bogaarts (Brabant Wonen) adviseert corporaties prestatieafspraken met leveranciers te maken: “Je moet het gewoon eisen. Een kwestie van één regeltje toevoegen in je inkoop-uitvraag: ‘het moet duurzaam zijn’. Als corporatie zul je dan een beter product krijgen voor hetzelfde geld. Bij een vorige corporatie waar ik werkte, Woonbedrijf Eindhoven, hebben we een duurzame eco-keuken laten ontwikkelen, voor geen cent extra. Die worden nu landelijk heel veel gebruikt. Veel corporaties weten niet eens dat het een duurzame keuken is.”

Expertpanel


Jeroen Kluck (Hogeschool van Amsterdam/Tauw), is lector Water in en om de stad aan de Hogeschool van Amsterdam. Daarnaast werkt hij bij adviesbureau Tauw. In deze rol adviseert hij gemeenten bij vraagstukken rondom klimaatadaptatie.

 

 

 

 


Guus Mulder (TNO), is onderzoeker innovatie management bij TNO, met als bijzondere focusgebieden energietransitie in de gebouwde omgeving en circulaire economie. Hij maakte in 2019 deel uit van de Nederlandse jury voor de Circular Energy Awards.

 

 

 

 


Rob Bogaarts (Woningcorporatie Brabant Wonen), is directeur klant en samenleving bij woningcorporatie Brabant Wonen. In deze en voorgaande functies (bij o.m. Woonbedrijf in Eindhoven) deed hij veel ervaring op met de ontwikkeling en toepassing van principes en methodes van circulair – en klimaatneutraal bouwen. Zowel in de nieuwbouw als in de bestaande woningvoorraad.

Contact

Fons Lustenhouwer 06 53 38 90 17 LinkedIn