Met het Zaans preventieakkoord werken diverse partijen samen om inwoners te helpen bij het maken van gezonde keuzes. De gemeente Zaanstad sloeg hiervoor de handen ineen met ZMC, GGD, huisartsen, Zilveren Kruis, het Sportbedrijf, De Zaanse Uitdaging en woningcorporaties Parteon en Rochdale. “In het begin vroegen we ons wel af of we hieraan mee moesten doen”, geeft Klok toe. “Als corporatie hebben we niet direct een taak als het om gezondheid gaat. Maar we zien ook dat in sommige wijken relatief veel mensen met een slechte gezondheid wonen. Zij worden minder oud dan mensen in andere wijken.” Breemer: “En dan gaat het met name om onze huurders. In die wijken, zoals Poelenburg Peldersveld, ligt een enorme uitdaging op het gebied van gezond wonen en leven. Daarom is het goed dat wij met veel partners om tafel zitten. Zo krijgen we beter zicht op wat er speelt en hoe je met elkaar die brede preventie kunt invullen.” Beide corporaties besloten zich dus aan te sluiten bij het Zaanse Preventieakkoord. “Door mee te doen, tonen we ook onze betrokkenheid bij de buurt en de bewoners”, benadrukt Klok. “En laten we zien dat het een gedeelde verantwoordelijkheid is als het gaat om goed wonen in een gezonde leefomgeving.”
Nudging voor gezond gedrag
Door roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik aan te pakken, willen de ondertekenaars van het Preventieakkoord de gezondheid van de Zaanse inwoners helpen verbeteren. Ze zoeken elkaar op voor een goede samenwerking en een goede doorverwijzing. Want elke organisatie heeft een eigen rol en expertise. “Wij zijn aanwezig in de wijken en hebben een signaleringsrol”, vertelt B. Breemer: “Die rol hebben we ook naar andere partijen. In plaats van voor te schrijven wat bewoners moeten doen, is het heel waardevol om mensen te stimuleren ander gedrag te vertonen. Bijvoorbeeld door een andere inrichting van een wooncomplex, de openbare ruimte of de buurt. Denk aan het makkelijker toegankelijk maken van de trap, het voorkomen dat dat dat een rookplek wordt, etc. Door zo’n plek anders in te richten, werk je ook aan meer bewustwording onder bewoners. De Omgevingswet gaat ons daar ook bij helpen, want die dwingt ons de leefomgeving meer in samenhang in te richten.”
Samenwerken en combineren voor gezonde bewoners
Aan de vitaliteit van medewerkers wordt veel aandacht besteed. Denk aan een fitnessvergoeding en het stimuleren van het gebruik van de ‘Ommetje-app’ tijdens de lockdowns. “En toch bestaat er een soort schroom diezelfde aandacht te verleggen naar onze huurders”, vertelt Klok. “Kun je als corporatie wel zover gaan? Iemand opperde dat je niet alleen je medewerkers maar ook je huurders korting zou moeten geven op een fitnessabonnement. Maar mag dat wel? En moet je dat willen als corporatie? En ga je met een huurder in gesprek over diens gezondheid of ongezonde gedrag? Vanuit gedeelde verantwoordelijkheid voor de mensen in een buurt, en vanuit besef dat in de ene buurt de levensverwachting van mensen veel lager ligt, moeten we ons ook afvragen: waarom zouden we het niet doen, als we het kunnen doen?
Breemer merkt dat er een soort ‘momentum’ lijkt aan te komen waarin de rol van de corporatie rond de sociale situatie van bewoners weer meer actueel wordt. “Vanuit de gebiedsontwikkeling kijken we steeds meer naar de potentie en kansen van bewoners die iets kunnen bijdragen aan de wijk. Dat leidt voor veel mensen direct tot een zinvolle dagbesteding, het gevoel nuttig te zijn en daardoor een beter welbevinden. Die combinaties zijn goud waard.” Klok beaamt dit. “Dat pakken we inderdaad steeds meer op. Met de vraag: ‘mogen we dit als corporatie wel doen?’ en de overtuiging: ‘de corporatie heeft hier zeker een rol in’. We zoeken daar nu ook veel meer de samenwerking met partners dan pakweg tien jaar geleden. De corporatie houdt zich aan diens kerntaak, maar signaleert, verbindt en gaat samenwerkingen aan. Vanuit het idee: wat zouden we hier extra kunnen betekenen, zonder dat we zelf te veel rollen en taken op onze schouders te nemen en dus veel extra’s hoeven te doen. Zo blijf je uit discussies over kerntaken en financiering, omdat je als corporatie je netwerk goed kunt benutten.”