Het verbinden van wonen, welzijn en zorg
Eén zorgaanbieder hoofdverantwoordelijk in de Thuisplusflat
Bij de ‘Thuisplusflat’ is één partij hoofdverantwoordelijk voor welzijnsactiviteiten, Wmo-ondersteuning, wijkverpleging (Zorgverzekeringswet) en zorg aan huis op basis van de Wet langdurige zorg. Voor enkele flats in Rotterdam pakt de Lelie zorggroep deze verantwoordelijkheid bijvoorbeeld op. Een vast team levert alle diensten. Anita Mathoera, projectmanager bij Lelie zorggroep, geeft tips:
- Verbind formele en informele zorg. Het vaste team werkt met een informeel zorgdossier, dat alle domeinen van positieve gezondheid bestrijkt. Dit helpt om formele en informele zorg en ondersteuning met elkaar te verbinden, en te werken vanuit de behoeften van de bewoner.
- Maak laagdrempelig contact mogelijk. In de flat zijn een ontmoetingsruimte en kantoor van de wijkverpleging. Hier zijn ook spreekuren door de wijkverpleging, Wmo en huismeester. Er is altijd een kennismakingsgesprek met nieuwe bewoners en zo nodig worden mensen ondersteund om hun netwerk te vergroten.
- Betrek bewonerscommissies vanaf het begin bij je initiatief. Zij zijn belangrijk, maar kunnen het gevoel hebben dat jij hun werk komt overnemen.
- Verbind je met verschillende partners. Wij hebben een leerwerkbedrijf in de flat bijvoorbeeld, met stagiaires die allerhande ondersteuning bieden en klusjes uitvoeren. Een signaleringsoverleg tussen de huismeester, woonconsulent en wijkverpleegkundige kan zorgen voor proactief handelen.
Community Care voor inwoners met beginnende cognitieve problemen
Bij Maria-Oord in Dongen wonen cliënten van 70 jaar en ouder met een cognitieve beperking. Bij wijze van experiment zijn sinds 2018 de financieringsstromen vanuit Wmo, Wlz en Zvw ontschot. Centraal staat de rol van de leefcoach. Dit is een vertrouwenspersoon en eerste aanspreekpunt voor cliënt en familie/mantelzorgers. De coach arrangeert over alle domeinen heen en coördineert alle dienstverlening, ook informeel. De leefcoach blijft van begin tot eind betrokken bij een inwoner. Kim Graauwmans is, naast wijkverpleegkundige, ook leefcoach. Haar aanbevelingen:
- Belangrijk voor cliënten en zorgorganisatie: wees er vroeg bij! Er hoeft nog geen sprake te zijn van dementie, maar het hebben van lichte cognitieve problemen is al voldoende om deel te nemen.
- Ga het gesprek aan over welk risicovol gedrag bij zelfstandig wonen nog acceptabel is, als dit ten goede komt aan de kwaliteit van leven van de cliënt (bijvoorbeeld als de cliënt per se niet intramuraal wil).
- Bewoners wonen gemiddeld acht maanden langer zelfstandig met een beter ervaren kwaliteit van leven. Ook de zorgmedewerkers zijn tevredener en er is een laag ziekteverzuim. De zorg wordt goedkoper door uitstel van Wmo en Wlz.
Kijk de presentatie van Kim Graauwmans terug
Brandende kwesties
- Deelnemende gemeenten vragen zich af hoe je de financiering regelt van de geboden zorg- en dienstverlening. In beide voorbeelden zetten de zorgaanbieders middelen uit de Wmo, Wlz en Zvw in. Door budgetten te bundelen, kunnen zij de middelen efficiënter en effectiever inzetten. Het ontschotten van financiering vraagt wel investeren in wederzijds vertrouwen en partnerschap van de zorgaanbieder, gemeente, het zorgkantoor en zorgverzekeraar.
- Hoe kunnen we dit in onze eigen gemeente realiseren? Deze voorbeelden kunnen niet een op een gekopieerd worden maar bieden wel inspiratie en kennis over valkuilen en succesfactoren. Zoek uit wie er lokaal je partners (kunnen) zijn en organiseer eens een werkbezoek aan een goed voorbeeld.