Niet één landelijk gebied
Het landelijk gebied laat zich niet makkelijk te vangen in één soort gebied. In het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) definieert de rijksoverheid het landelijk gebied als ‘de contramal van het stedelijk gebied’.
Hiermee omvat het alle gebieden die niet als stedelijk zijn aangemerkt. Gemeenten die onder het landelijk gebied vallen, kunnen bestaan uit kleine en grotere kernen, maar ook uit ‘écht’ landelijk gebied, waar een aantal woningen verspreid staan midden in agrarisch gebied.
De opgaven binnen de gezonde leefomgeving verschillen dus per gemeente. Zo hebben de gemeenten Druten en Wijchen een kern van 34.000 inwoners met veel corporatiebezit. Hier is aandacht voor het vergroenen van versteende wijken en het toevoegen van ontmoetingsplekken. Gemeente Land van Cuijk daarentegen bestaat uit 33 kernen, waarvan slechts twee kernen meer dan 10.000 inwoners tellen. Deze gemeente is nadrukkelijk bezig met milieunormen voor bijvoorbeeld geur en spuitzones
.
Gezondheidstrends en -opgaven in het landelijk gebied
De vierjaarlijkse rapportage Volksgezondheidstoekomstverkenningen (VTV-2024) brengt relevante ontwikkelingen voor de komende 30 jaar voor gezondheid en zorg in beeld. Deze trends zijn een basis voor lokaal gezondheidsbeleid. Voor het landelijk gebied geldt dat, net als in de rest van Nederland, de levensverwachting blijft toenemen. De zorg is nu op orde, maar vergrijzing zal in de toekomst één van de grootste uitdagingen zijn. Hierdoor zal o.a. de druk op de formele en informele zorg toenemen. Daarnaast schetst de VTV-2024 dat gezondheidsverschillen hardnekkig zijn én blijven. Mensen die een minder gunstige maatschappelijke positie hebben, bijvoorbeeld door een lager inkomen, krijgen meer te maken met gezondheidsproblemen.
De VTV-2024 toont algemene gezondheidstrends en benoemt specifieke uitdagingen voor een gezonde leefomgeving in landelijke gebieden. De gezondheidsopgaven in het landelijk gebied zijn, net als in stedelijk gebied, in te delen in gezondheidsbescherming en -bevordering. Wel zijn de accenten in het landelijk gebied anders dan in stedelijk gebied.
Als het gaat om gezondheidsbescherming heeft het landelijk gebied te maken met opgaven in de leefomgeving rondom klimaatverandering, de inzet van bestrijdingsmiddelen
, infectieziekten rondom veehouderijen en geuroverlast. Vanuit gezondheidsbevordering hebben gemeenten in het landelijk gebied te maken met verschraling van voorzieningen en overgewicht. De leefomgeving kan zo worden ingericht dat inwoners beschermd worden tegen milieurisico’s en gezond gedrag bij inwoners kan bevorderen. Een gezonde leefomgeving in het landelijk gebied omvat ruimtelijke, milieugerelateerde en sociale aspecten.
Gezondheidsrisico’s: milieunormen en verdeling van functies
Agrarische bedrijvigheid kan negatieve omgevingseffecten hebben op de gezondheid. Landelijke gebieden zijn de aangewezen plekken voor agrarische activiteit, maar gezondheidsrisico’s worden steeds duidelijker. Als het gaat om spuitzones vragen gemeenten om heldere landelijke sturing. Hoe moeten gemeenten kijken naar het combineren van functies in agrarische gebieden? Zijn het plekken waar je alleen agrarische bedrijven moet hebben, of kan er op deze plekken ook een dagbesteding of een scouting zitten? Daarnaast zijn bepaalde tegenstrijdigheden soms lastig uit te leggen aan inwoners. Sommige kernen liggen nu al binnen spuitzones. Mag je hier dan wel of geen woning bijbouwen?
Rondom dit thema lijkt het maatschappelijk debat verhard. Het bespreken van de gezondheidsrisico’s raakt aan bredere discussies over de stikstofcrisis en de roep om de vermindering van de veestapel. Dit raakt diepgewortelde belangen en identiteiten van bewoners en ondernemers in het landelijk gebied. Dit maakt het voor gemeenten lastiger om bepaalde keuzes te maken. Tijdens een bijeenkomst van het RIVM, Platform31 en Pharos
riepen een aantal gemeenten het Rijk enerzijds op om helderheid en sturing te geven over bepaalde normen, maar anderzijds wilden zij een afname van de hoeveelheid regels. Beleid vanuit het Rijk werd gezien als niet genoeg doelgericht. Volgens hen is er is sprake van teveel gesnipperde regeltjes. Eén gemeente vertelde lokaal meer te willen experimenteren door vergunningen te verlenen voor nieuwe innoverende technieken uit de landbouwsector. Daar krijgen ze tot nu toe onvoldoende ruimte voor.
Overgewicht, chronische aandoeningen en verschraling voorzieningen
Naast milieuopgaven, zijn er ook andere uitdagingen in landelijk gebied. Uit het onderzoek Elke regio telt! (2023) blijkt dat er in bepaalde landelijke gebieden serieuze gezondheidsachterstanden bestaan. Zo is in de vijf onderzochte regio’s
het aantal mensen met overgewicht en chronische aandoeningen aanzienlijk hoger dan gemiddeld. Ook moeten inwoners in deze gebieden langer en verder reizen naar hun werk en naar voorzieningen.
De auteurs van Elke regio telt! pleitten destijds voor rijksbeleid dat zich niet langer richt op ‘rendementsdenken’. Dit resulteerde in het Landelijke Programma Vitale Regio’s, waarmee het Rijk probeert om 11 perifere regio’s weer vitaal te krijgen. Maar ook gemeenten kunnen wat doen. Om de afname in het gebruik van voorzieningen tegen te gaan, kun je als gemeente andere ruimtelijke keuzes maken. Bijvoorbeeld door deelmobiliteit te stimuleren of voorzieningen clusteren op een centrale plek. Hiervoor is lokaal maatwerk nodig. Volgens gemeenten schuurt het nu vaak in de lange termijn financiering. Er is veelal geen geld voor ‘het hele verlanglijstje’.
Overgewicht is een andere grote gezondheidsopgave in het landelijk gebied. Uit de meest recente cijfers van de Gezondheidsmonitor Volwassenen en Ouderen 2024 blijkt dat het percentage volwassenen met overgewicht in landelijke regio’s, zoals in Drenthe en delen van Flevoland, structureel hoger is dan stedelijke gebieden zoals in Utrecht. Ruimtelijke keuzes die zouden helpen, zijn bijvoorbeeld het creëren van veilige, groene fiets- en wandelroutes, vooral naar school en naar openbaar vervoer. Op sommige plekken zijn nu nog gevaarlijke verkeerssituaties. Zowel het creëren van fiets- en wandelroutes als het stimuleren van deelmobiliteit zijn voorbeelden van koppelkansen. Gebiedsgerichte plannen kunnen hierbij een aanleiding zijn om gezondheidsthema’s te koppelen aan opgaves in andere domeinen.
Gezondheid leidend maken
Gezondheid blijkt binnen het ruimtelijk domein nu vaak nog een achterafje. Gezondheid aan de voorkant meenemen, zou tot meer gezondheidswinst kunnen leiden. 7
Een belangrijke sleutel hierin is verbetering van de samenwerking tussen verschillende domeinen. Hiervoor moet het juiste gesprek worden aangewakkerd binnen de gemeente door fysiek en sociaal meer met elkaar te verbinden. Op dit moment lukt het niet altijd om gezondheid integraal te benaderen, bijvoorbeeld door een gebrek aan betrokkenheid bij verschillende domeinen, door lastig meetbare gezondheidswinst en door verminderde capaciteit en tijd binnen de organisatie. Ook is financiering vaak nog verkokerd.