Handreiking naar een sociaal-ruimtelijke agenda voor de leefomgeving in de wijk
Inspiratie en handvatten voor professionals uit het ruimtelijke en sociale domein: werken aan een gezonde leefomgeving in de wijkaanpak.
Het is een bekend gegeven dat mensen met een praktische opleiding gemiddeld acht tot negen jaar korter leven met bovendien twintig jaar in een minder goed ervaren gezondheid. Wetenschappelijke modellen, zoals het regenboogmodel van Dahlgren-Whitehead, laten zien hoe gezondheid wordt beïnvloed door zowel persoonlijke als omgevingsfactoren. Volgens de WHO Zelfgerapporteerde gezondheid, WHO. Environmental Health Inequalities Resource, Package: A Tool for Understanding and Reducing Inequalities in Environmental Risk.Copenhagen; 2019. 1 komt bijna een derde van de gezondheidsverschillen tussen hoog- en laagopgeleiden voort uit verschillen in de leefomgeving.
Onderzoek van onder andere het RIVM
Kwetsbaarheid en kansen in de stapeling van omgevingsfactoren, RIVM, 2025. https://www.rivm.nl/ bibliotheek/rapporten/kwetsbaarheid-en-kansen-in-de-stapeling-van-omgevingsfactoren.pdf
2
en het PBL
Verdeling van gezondheid en leefomgevingskwaliteit over buurten, PBL, 2020.
https://www.pbl.nl/publicaties/verdeling-van-gezondheid-en-leefomgevingskwaliteit-over-buurten.
3
wijst uit dat bewoners van kwetsbare wijken vaak blootstaan aan een combinatie van negatieve omgevingsfactoren. Denk aan verkeerslawaai, luchtvervuiling, hittestress en een gebrek aan groen of veilige plekken om elkaar te ontmoeten. Deze stapeling vergroot de kans op chronische stress, sociale isolatie en gezondheidsproblemen. De woningmarktontwikkeling leidt bovendien tot een ruimtelijke uitsortering. De sociale huisvesting wordt aan de randen van stedelijke gebieden ontwikkeld, waardoor kwetsbare bewoners steeds verder op afstand komen te wonen van werk, voorzieningen en sociale netwerken. In krimpregio’s leidt dit tot een vicieuze cirkel van vertrek, verschraling en verlies van vertrouwen in de overheid.
Er is een enorme druk op de ruimte. Woningbouw, infrastructuur, voorzieningen, groen, energievoorziening en klimaatadaptatie concurreren om dezelfde vierkante meters. In deze complexiteit moet naar samenhang worden gezocht.
Investeringen in een gezonde leefomgeving verdienen zich terug. Al liggen de opbrengsten vaak niet daar waar de kosten worden gemaakt. Het gaat dan om minder zorgkosten, betere schoolprestaties of meer arbeidsparticipatie. Toch blijven veel plannen steken door versnipperde budgetten en sectorale logica. Organisaties als het Watertorenberaad pleiten daarom voor bredere investeringsmodellen, zoals maatschappelijke investeringsfondsen waarin publieke en private partijen samenwerken op basis van gezamenlijke doelen. Ook ‘ongelijk investeren’ – meer geld naar wijken met grotere achterstanden – wordt steeds vaker genoemd als rechtvaardige aanpak.
Om gezondheid structureel mee te nemen in ruimtelijk beleid, zijn er drie strategische benaderingen die houvast bieden. Dit maakt het mogelijk om gezondheid niet langer als bijzaak te behandelen, maar als volwaardig doel in de inrichting van onze leefomgeving. Deze strategieën helpen beleidsdomeinen om samenhang te vinden, integraliteit te organiseren en maatschappelijke meerwaarde centraal te stellen. Dat vraagt om durf, visie en bereidheid om verder te kijken dan sectoraal rendement of korte-termijnresultaten.
Laat gezondheid leidend zijn in beleid, uitvoering en ontwerp. Gezondheid moet niet het sluitstuk zijn van een plan, maar het vertrekpunt. Keer het om: wat hebben mensen nodig om gezond, veilig en sociaal te kunnen leven?
Dat betekent ontwerpen vanuit groene structuren, wandel- en fietsroutes, ontmoetingsplekken en toegankelijke voorzieningen: eerst de elementen die samen een sociaal-ruimtelijk netwerk vormen, en daarna de woningen. Het gaat ook over ruimte voor rust, eigenaarschap en toe-eigening: plekken waar bewoners zich thuis en verantwoordelijk voor voelen.
Soms is het effectiever om focus aan te brengen. In plaats van alles tegelijk te willen aanpakken, kun je één gezondheidsthema centraal stellen en daaromheen beleid, ontwerp en uitvoering organiseren. Denk aan hittestress, mentale gezondheid, luchtkwaliteit of bewegen in de openbare ruimte. Zo’n thema biedt houvast voor samenwerking tussen beleidsdomeinen en maakt het makkelijker om investeringen te legitimeren, maar ook budget te bundelen. Je creëert urgentie en impact doordat alle betrokken partijen – van verkeer en groenbeheer tot welzijn en zorg – aan hetzelfde doel bijdragen.
Niet elk beleidsproces hoeft meteen over gezondheid te gaan. Vaak ontstaan de grootste kansen juist door aan te sluiten bij andere ruimtelijke opgaven, zoals woningbouw, mobiliteit, klimaatadaptatie of energietransitie. De kunst is om gezondheid als meervoudige waarde in te brengen: als randvoorwaarde, als resultaat én als legitimatie voor keuzes.
Bijvoorbeeld: bij de aanleg van nieuwe wijken ligt de nadruk vaak op woningproductie en grondexploitatie. Maar als je tegelijkertijd investeert in goede luchtkwaliteit, een beweegvriendelijke inrichting en toegankelijke voorzieningen, dan creëer je een wijk waar mensen niet alleen kunnen wonen, maar ook gezonder ouder kunnen worden.
Deze strategie vraagt om integraal werken, meervoudige waardecreatie en samenwerking over de grenzen van beleidsterreinen en budgetten heen. Gemeenten spelen hierin een sleutelrol als regisseur, maar ook woningcorporaties, zorginstellingen, bewonersorganisaties en ontwikkelaars zijn nodig om gezondheidsdoelen te verweven in andere investeringen. Juist in bestaande wijken, waar ruimte en middelen schaars zijn, is dit essentieel.
Een effectieve strategie vraagt regie op wijkniveau. Gemeenten moeten integrale wijkprogramma’s opzetten en gebruik maken van kansen die zich voordoen, zoals rioolvervanging of herontwikkeling van vastgoed. Daarbij is samenwerking met woningcorporaties, zorginstellingen en bewoners cruciaal. Oplossingen zijn alleen succesvol als ze aansluiten bij wat mensen zelf belangrijk vinden. Dat betekent ruimte geven aan bewoners om initiatieven te nemen, zeggenschap te hebben over voorzieningen en eigenaarschap te ontwikkelen over de eigen leefomgeving. Want de wijk is de plek waar een gezonde leefomgeving begint.
Annette Duivenvoorden is expert wonen en leefomgeving bij Platform31, kennis- en netwerkorganisatie voor steden en regio’s. Dit essay is een ingekorte bewerking van haar essay Strategie voor de sociale en gezonde leefomgeving, dat dit voorjaar verscheen in de essaybundel Geld, gezondheid en gemeenten van de Raad van het Openbaar Bestuur.