Verdieping Arbeidsmarkt

Samen aan de slag voor het Drentse mkb

8 april 2021 | Leestijd: 9 minuten
Ik Ben Drents Ondernemer (IBDO) is het ondernemersprogramma voor het Drentse mkb. Het programma beoogt ondernemerschap te stimuleren en het creëren van nieuwe werkgelegenheid te faciliteren. Dat gebeurt met bijeenkomsten, webinars, vouchers, telefonische dienstverlening, workshops en een goede doorverwijzingsfunctie. De financiering komt van de provincie en er is sterke betrokkenheid van onderwijsinstellingen, gemeenten en ondernemersverenigingen. Door gezamenlijk één programma aan te bieden, pogen zij het hulpaanbod overzichtelijk te maken voor de ondernemers. Dit artikel gaat over de eerste ronde IBDO, die eind 2020 afliep. Op dit moment starten de betrokken partners een 2.0-versie, waarin zij het gedeelde eigenaarschap verder uitbouwen.

Auteur(s)

Achtergrond en doel

95 procent van de Drentse ondernemers valt onder het mkb en juist zij kunnen bijdragen aan het versterken van het economische profiel van de provincie. Hoewel er vóór corona sprake was van gestage economische groei, heeft Drenthe meer werkgelegenheid nodig voor haar beroepsbevolking. De provincie ziet ondernemerschap als de voedingsbodem voor innovatie, internationalisering en groei. Zij heeft daarom behoefte aan het versterken van het ondernemerschap en daarmee de concurrentiekracht. Aanleiding voor IBD is de wens om bestaande ondernemingen te versterken en ondernemers te stimuleren om nieuwe kansen te pakken. Mimoent Benali (beleidsmedewerker economie van de provincie Drenthe): ‘’Het mkb is vaak druk met werken in het bedrijf. Onbewust zijn ze wel bezig met innovaties, maar ze hebben behoefte aan een lange termijnperspectief.‘’ Ook bij de onderwijsinstellingen in de regio leefde de wens om de handen ineen te slaan voor het mkb. Robert Dreier, die als programmacoördinator namens Hogeschool NHL Stenden bij IBDO betrokken is, zei hierover: ‘’Relevante vraagstukken uit het bedrijfsleven zijn enorm verrijkend voor studenten. En als kennispartner zien wij voor onszelf een maatschappelijke rol. De economie is dunner en wij kunnen bijdragen om dat aan te jagen.’’

Tot 2016 gaven de provincie en de Kamer van Koophandel (KvK) samen uitvoering aan het TOP-programma, dat ondernemerschap in Drenthe stimuleerde. De KvK besloot in 2016 echter hiermee te stoppen, waardoor de provincie de inzet voor Drentse ondernemers anders vorm moest geven. Als resultaat is de naam TOP-programma in 2016 gewijzigd in IBDO. De ‘1.0-versie’ van IBDO liep tot eind 2020. Doel van IBDO is;

  • Samenwerken aan sterk ondernemerschap, de concurrentiekracht vergroten en werkgelegenheid creëren;
  • Stimuleren van vernieuwing en internationalisering;
  • Verbeteren van het ondernemersklimaat, het versterken van de economische structuur en het creëren van een ecosysteem waarin ondernemers de weg naar innovatie weten te vinden.

Doelgroep voor dit programma zijn aspirant-ondernemers (net gestart), zzp, klein mkb (2-50) en groot mkb (50-250).

Aanpak

De aanpak begon met een marktverkenning en behoeftepeiling: wat gebeurt er al en waar is behoefte aan? Uit gesprekken met ondernemers(-verenigingen), gemeenten en kennisinstellingen bleek dat er al veel gebeurt, maar dat het aanbod versnipperd is. Ondernemers hebben behoefte aan kennis en ondersteuning en vooral aan een krachtig netwerk. Voor het programma zijn daarom twee uitgangspunten geformuleerd:

  • Behoefte van de ondernemer staat centraal;
  • Aansluiting zoeken bij bestaande initiatieven voor ondernemers.

Om dit eerste punt gestalte te geven, zoeken de adviseurs van IBDO, ongeveer tien in totaal, de ondernemers actief op. Bijvoorbeeld door aanwezig en zichtbaar te zijn bij bijeenkomsten van ondernemersverenigingen en hier inhoudelijke bijdragen te leveren. Dit is een belangrijk onderdeel van de aanpak, omdat IBDO deze momenten ook gebruikt om uit te vragen waar de behoefte van ondernemers ligt. Daarnaast bereikt IBDO ondernemers via partners in het netwerk, mond-tot-mondreclame, via sociale media en door ambassadeurs en enthousiaste oud-deelnemers het podium te geven. Soms bellen de adviseurs ook ‘koud’ met Drentse ondernemers. De expertise van de adviseurs helpt ondernemers verder. Miranda Drenth, directeur van mediabedrijf 2MB, zegt hier in het IBDO Magazine over: ‘’Mijn compagnon en ik wilden dan wel samen een bedrijf beginnen, maar hoe doe je dat? Eén van de ondernemersadviseurs begeleidt ons hierin. Hij helpt ons met ons businessplan, onze missie en visie en hoe we ons als organisatie kunnen presenteren. We zijn echt ontzettend blij met IBDO.”

Ook is het uitgangspunt van IBDO om zo goed mogelijk de aansluiting te zoeken op het bestaande ecosysteem van partijen die betrokken zijn bij het ondersteunen van ondernemerschap in Drenthe. Floortje van Aken, ondernemersadviseur bij IBDO, zegt hierover: ‘’Van begin af aan hebben we gezegd: als je voor je eigen doelstellingen gaat, wordt het lastig. We willen het instrumentarium inzetten om anderen te helpen hun doelen te realiseren.’’ Om daar invulling aan te geven, verwijzen adviseurs van IBDO zo breed mogelijk door, naar instrumenten van IBDO én anderen. Ook organiseert IBDO geen ‘eigen’ evenementen, maar doet dat altijd in samenwerking met partners. Van Aken: ‘’We doen mee in de organisatie bij events van partners. Dan maken we samen een programma en doen samen werving en follow-up. We doen dat niet op eigen houtje, want samen met partners vergroten we het bereik.’’

IBDO biedt ondersteuning aan ondernemers in verschillende fasen van ondernemerschap: start, groei, innovatie, export en financiering. De instrumenten van IBDO vallen uiteen in vijf categorieën:

  • de vraagbaak; de website en telefonische dienstverlening door ondernemersadviseurs;
  • netwerkbijeenkomsten;
  • individuele instrumenten: bijvoorbeeld advies door specialisten of vouchers;
  • collectieve instrumenten: bijvoorbeeld ondernemerstafel, waar ondernemers met elkaar meedenken over hun groeivragen. Of het export- of groeicarrousel, waarin ondernemers gekoppeld worden aan studenten;
  • makelen en schakelen in het ecosysteem: goede wegwijzerfunctie, aanhaken accountmanagers van onder meer gemeenten.

Karel Meinen van TerraCarta uit Hoogeveen. Bron: IBDO Magazine

Een belangrijke element van deze aanpak is de verbinding tussen studenten en ondernemers. Het exportcarrousel, bijvoorbeeld, koppelt individuele ondernemers met export-gerelateerde vraagstukken aan vierdejaars studenten International Business. De studenten kunnen onderzoek doen naar de mogelijkheden voor het aanboren van buitenlandse markten. Daarnaast is er ook een kennisprogramma waarin deelnemende ondernemers onderling uitwisselen, en met experts. De studenten brengen kennis, tijd en energie mee en zijn in staat ondernemers net dat zetje te geven om verder te komen. De adviseurs die eerstelijns dienstverlening doen, hebben dit soort instrumenten in hun achterhoofd als ze gesprekken voeren met ondernemers.

Karel Meinen, algemeen directeur van ingenieursbureau TerraCarta, zei in het IBDO Magazine: ‘’We doen op dit moment voor de tweede keer mee aan het Exportcarroussel. Dat bevalt ons hartstikke goed. Het Exportcarroussel helpt ons met het verkennen van de markt, maar het leert ons ook te verplaatsen in de markt en de mens die er actief is. We geloven dat waar een wil is, ook een weg is. Als je ergens voor gaat, komt er vanzelf een kans.” Dreier ziet een nog een winst van deze aanpak: ‘’Het mooie is dat het carrousel ook banen oplevert voor de studenten die eraan meedoen.’’ De verbinding tussen bedrijfsleven en onderwijs wordt gedragen door nauwe samenwerking tussen de adviseurs van IBDO en kennismakelaars bij de onderwijsinstellingen, die ondernemers koppelen aan geschikte studenten.

Een andere belangrijk ingrediënt van IBDO is de wisselwerking tussen lokale kennis en regionale instrumenten. De accountmanagers van de gemeenten hebben de instrumenten van IBDO in de achterzak wanneer zij in gesprek gaan met ondernemers. De adviseurs van IBDO geven de accountmanagers op hun beurt een terugkoppeling over wat zij meekrijgen van wat er leeft bij ondernemers in de gemeente. Samen hebben ze dus een beter beeld van wat er leeft bij de ondernemers. In aanvulling daarop kenmerkt IBDO zich door de combinatie van Drentse herkenbaarheid en verbinding met landelijke kennis en expertise. Van Aken: ‘’Wij hebben bijvoorbeeld de financieringstafels naar Drenthe gehaald, een instrument van het ministerie van EZK. Maar we staan ook met de poten in de klei in de provincie, dus we snappen wat hier gaat werken en wat niet.’’

Tijdens de coronacrisis nam de vraag naar de diensten van IBDO sterk toe, waardoor de provincie besloten heeft extra te investeren. Met 135.000 euro extra budget zijn een aantal nieuwe activiteiten opgezet:

  • De crisistafel. Een groep experts van banken, crowdfunders en experts helpt ondernemers in problemen. Zij bespreken de casus die de ondernemer aandraagt en bespreken of en hoe deze verder kan worden geholpen. De crisistafel komt vaker bij elkaar en schakelt sneller dan de financieringstafel;
  • Online platform en informatievoorziening over corona. IBDO verzamelt en bundelt informatie over regelingen en hulp;
  • Digitale en online dienstverlening. Zo zijn er bijvoorbeeld in samenwerking met externe partijen webinars voor ondernemers georganiseerd over de hulpmaatregelen;
  • Het telefonische loket was tot 21.00 uur bereikbaar;
  • Spoeddigitalisering. Als reactie op vraaguitval is deze tool bedacht die ondernemers helpt om online omzet te genereren;
  • Ecosysteem en programmamanagement. Tijdens de crisis kwamen alle ondernemersadviseurs (ook die van gemeenten) digitaal bij elkaar om te spreken over actuele vraagstukken en oplossingen. Dat was een indirect instrument om zicht te houden op ontwikkelingen.

Betrokken partijen, looptijd en kosten

De uitvoering heeft de provincie belegd bij drie adviesbureaus; E&E Advies, De Associatie en KplusV. Zij treden naar buiten als medewerkers van IBDO. De Drentse gemeenten zijn belangrijke partners. Hun accountmanagers staan dicht op de ondernemers en hebben daarom een belangrijke functie in het netwerk. VNO-NCW Noord denkt actief mee bij de totstandkoming en uitvoering van het programma. Daarnaast zijn onder meer de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM), banken en onderwijsinstellingen betrokken.

In de 2.0-versie, die in januari 2021 van start is gegaan, zal het eigenaarschap niet alleen bij de provincie liggen, maar bij een brede coalitie; bij gemeenten, kennisinstellingen en het bedrijfsleven zelf. De provincie legt een basisinfrastructuur en financiert, maar wil dat de partners ook eigenaar zijn en sturing geven. Dat betekent dat deze partijen samen het plan opstellen, zitting hebben in de sturingsgroep en bijdragen aan het succes van IBDO 2.0. Henk Brink, gedeputeerde voor de provincie Drenthe, zegt hierover: “Het is de bedoeling om het voor de ondernemer zo makkelijk en overzichtelijk mogelijk maken. Dankzij dit partnerschap werken ondernemers, kennisinstellingen en overheden samen om te komen tot slimme en innovatieve oplossingen. Dit is goed voor de Drentse economie, en daarmee goed voor de Drentse ondernemer. Ik ben er trots op dat het is gelukt om iedereen aan te haken.”

Eric Idema van EDC Retail uit Veendam. Bron: IBDO Magazine

Voor de uitvoering van IBDO 1.0 was jaarlijks 450.000 euro beschikbaar. Twee andere ondernemersprogramma’s van de provincie, de Ondernemersfabriek en Kennispoort Drenthe, worden geïntegreerd in IBDO 2.0. Daarmee zal het jaarlijkse budget van IBDO 2.0 hoger zijn, te weten 660.000 euro per jaar.

Resultaat en impact

In 2020 werden de webinars en bijeenkomsten waar IBDO betrokkenheid bij had door 2185 ondernemers bezocht. Vooral de webinars over de gevolgen van corona hadden veel bereik. Zo trok een webinar over gastbeleving in de anderhalvemetereconomie 230 kijkers en een webinar over de eerste steunmaatregelen 360 kijkers. In totaal was IBDO in 2020 betrokken bij de organisatie van 35 (online en offline) events, die allemaal in samenwerking met partners zijn georganiseerd. Er werden in dit jaar 333 intakegesprekken met ondernemers gevoerd.

Om een indruk te geven van het bereik van de instrumenten: in 2020 deden veertien ondernemers mee aan het hierboven omschreven exportcarroussel. Het groeicarroussel, dat eveneens ondernemers koppelt aan studenten, telde vijftien deelnemers. Er vonden vier van de hierboven genoemde ondernemerstafels plaats en zes financieringstafels. IBDO registreert alle contacten met ondernemers in een CRM-systeem. Na het afsluiten van een case, krijgt de ondernemer een enquête toegestuurd. In 2020 waardeerden ondernemers IBDO gemiddeld met een 8,0.

De innovatieve ‘koplopers’ onder het mkb weten IBDO al goed te vinden. Het bereiken van de middengroep is minder eenvoudig, zo weten ze ook in Drenthe. Dreier: ‘’Het is een illusie om te denken dat je alle ondernemers bereikt. Dat is niet haalbaar. Meedoen aan dit soort programma’s vraagt een bepaalde mentaliteit van ondernemers. Ze moeten willen en kunnen werken aan hun bedrijf. Je bereikt als eerste de usual suspects en die zijn geen afspiegeling van het brede mkb.’’ IBDO jaagt daarom de kennisuitwisseling tussen beide groepen aan door onderlinge uitwisseling te stimuleren in de instrumenten. Ook gebruikt IBDO het netwerk van de koplopers om meer ondernemers te bereiken. Zo vinden inhoudelijke masterclasses of workshops bijvoorbeeld plaats op locatie bij een deelnemende ondernemer. De ondernemer nodigt dan zijn buurondernemers uit om eveneens deel te nemen.

Tijdens de coronacrisis is het bereik van IBDO enorm gegroeid. IBDO organiseerde aanvullende activiteiten zoals webinars (tien stuks), online trainingen over spoeddigitalisering (tien) en crisistafels (tien). Via het corona-loket vonden 127 1-op-1-gesprekken plaats en via de extra online trainingen werden 294 ondernemers bereikt.

Lessen en inzichten
  • Het bereiken van het brede mkb is een lastige opgave, ook in Drenthe. Met IBDO proberen de Drentse partijen het bereik te vergroten door het hulpaanbod zo overzichtelijk mogelijk te maken. In plaats van dat elke partij eigen programma’s, loketten en communicatie ontwikkelt, is er een gezamenlijk programma. Alle activiteiten en communicatie vinden plaats onder de vlag van IBDO. De betrokkenen geven individueel een stukje zichtbaarheid op voor het algemene, gedeelde belang. Voor de ondernemers wordt het hulpaanbod daarmee overzichtelijk, omdat er één logische plek is waar zij aankloppen.
  • Alle partijen die betrokken zijn bij IBDO hebben eigen doelstellingen, middelen en achterban. Om te zorgen dat zij ook eigenaarschap gaan voelen voor IBDO, is het belangrijk dat zij invloed hebben, betrokken blijven en bijdragen, financieel of anderszins. Zo behoudt iedereen het gevoel van zijn eigen project. Zowel Benali als Dreier benadrukken dat het inspanning kost om alle partijen rondom één aanpak te verenigen. Dreier: ‘’In het begin lijkt het een oeverloze exercitie met zo veel partijen, maar op termijn is het gedeelde eigenaarschap dé succesfactor voor het programma, want hiermee voorkom je dat overal individuele initiatieven opduiken.’’
  • Eenduidige communicatie richting ondernemers creëert duidelijkheid. Dat betekent ook iets voor de opdrachtgever, in dit geval provincie Drenthe. In het ideale geval loopt alle communicatie vanuit de provincie naar ondernemers via hetzelfde kanaal, ook wanneer het gaat om specifieke inhoudelijke onderwerpen, van andere collega’s of andere afdelingen binnen de provincie komt. Om dat te kunnen realiseren is binnen de organisatie bij de opdrachtgever breed draagvlak voor een programma als IBDO nodig.
  • Het bundelen van de krachten in meerjarige programma’s vergt wilskracht van alle betrokkenen. Er zijn meer regio’s die dit zouden willen. Waarom lukt het in Drenthe? Dreier ziet een deel van het antwoord in de bevolkingsdaling: ‘’We zitten hier in een krimpregio. We moeten relevant blijven om mensen vast te houden. Dat is een gemeenschappelijke opgave van de Drentse partijen. Dan moet je wel samen de schouders eronder zetten. Vanuit noodzaak is het eenvoudiger samenwerken.’’
  • IBDO is voor meerdere jaren opgezet. Ook de 2.0-versie is meerjarig. De borging voor de lange termijn biedt de betrokken partijen ook het vertrouwen dat de ondersteuning van het mkb in goede handen is. Daarnaast is continuïteit belangrijk voor de relatie met ondernemers. Van Aken: ‘’Je wordt niet alleen herkend op expertise, maar ook op hoe lang men je al kent. Er is geen ondernemer die in het eerste gesprek zijn volledig verhaal op tafel legt. Doordat we in staat zijn het programma op de lange termijn te borgen, weten ondernemers uit het brede mkb ons steeds beter te vinden.’’
  • Het beste uithangbord voor het programma zijn ondernemers. Geef enthousiaste (oud-) deelnemers een podium.

Vindt u dit een interessant artikel?

Er gebeurt veel in Nederland om ervoor te zorgen dat het mkb sterk en wendbaar meebeweegt met de uitdagingen van deze tijd. Er zijn in samenwerkingen
tussen overheid en bedrijfsleven al volop goede initiatieven en best practices ontwikkeld rond bijvoorbeeld corona-maatregelen, circulaire bedrijfsprocessen en digitalisering. Maar waar vind je die goede voorbeelden? Het Kennisnetwerk Regionale Economie bundelt de denkkracht van collega beleidsmakers in heel het land om van elkaar te leren, om vragen te stellen, praktijkvoorbeelden te delen en samen te werken aan innovatieve oplossingen voor mkb-bedrijven in jouw regio.

Doe mee en deel mee op

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox? Meld je dan aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen in stad en regio.

Bekijk al onze nieuwsbrieven en updates

"*" geeft vereiste velden aan