Foto: Alex Schröder
Verdieping Woningvoorraad benutten Woningbouw

Pak het woningtekort aan met lef, samenwerking en scherpe keuzes

25 september 2025 | Leestijd: 12 minuten
Het kabinet zet stevig in op het realiseren van honderdduizend woningen per jaar. Toch blijft de realisatie achter. Meer rijksregie met duidelijke keuzes, meer geld en vereenvoudiging van regels is hard nodig om het woningtekort weg te werken. Het aanpakken daarvan vraagt óók om het beter benutten van bestaande woningen, door woningdelen, splitsen, hospitaverhuur en transformatie. Dit vereist lef, samenwerking en het wegnemen van belemmeringen.

Diverse complexe maatschappelijke opgaven vragen om actie en daadkracht van een nieuw kabinet. Met de Tweede Kamerverkiezingen voor de deur, en de rijksbegroting in de hand, maakt Platform31 de balans op: Wat zijn de grote uitdagingen op het gebied van wonen, economie, duurzaamheid en sociale vraagstukken? Wat heeft het huidige (demissionaire) kabinet voor elkaar gekregen en waar ligt de focus in de rijksbegroting. In vier artikelen zetten we dat op een rij, vanuit onze expertise in praktijk, beleid en wetenschap. Met aanbevelingen voor een nieuw kabinet. In dit artikel aandacht voor de opgaven rondom wonen en ruimte.

Aanpak woningtekort: Drie aandachtspunten voor nieuw kabinet

De schaarse ruimte maakt het noodzakelijk om scherpe, samenhangende keuzes te maken voor de lange termijn op nationaal niveau. Veel partijen werken hard aan het oplossen van de woningnood. Vanuit de praktijk van steden en regio’s ziet Platform31 drie aandachtspunten voor een nieuw kabinet:

  • Er liggen nog volop kansen voor het beter benutten van de bestaande woningvoorraad.
  • Versnellen van de woningbouw: geen nieuwe plannen maken, maar uitvoeren wat er ligt.
  • Schaarse ruimte verdelen is een gezamenlijke puzzel

Beter benutten bestaande woningvoorraad

Om het enorme tekort aan woonruimte aan te pakken is naast nieuwbouw het beter en slimmer benutten van bestaande woningen niet alleen kansrijk maar ook noodzakelijk. Dit instrument loopt uiteen van inwonen en hospitaverhuur tot woningdelen en woningsplitsing. Ook transformatie en optoppen van gebouwen, het toestaan van meerdere woningen op één kavel en het stimuleren van de doorstroming van senioren naar senioren- of levensloopbestendige woningen dragen bij aan het verminderen van het woningtekort. Het vraagt lef en gezamenlijke inzet van gemeenten, rijksoverheid en woningcorporaties om deze maatregelen te stimuleren en op te schalen. En om belemmeringen in de praktijk weg te nemen.

Maatregelen van het huidige kabinet voor het beter benutten van bestaande woningvoorraad

Het demissionaire kabinet-Schoof stelt in het regeerakkoord dat het woningtekort niet alleen met nieuwbouw is op te lossen en zet daarom ook in op het beter benutten via transformatie, woningsplitsing, woningdelen, hospitaverhuur en optoppen. Ook het voorkomen van leegstand van woningen is belangrijk.
In de Woontopafspraken eind 2024 is afgesproken dat Rijk, provincies, gemeenten, corporaties en marktpartijen samen een landelijke aanpak ontwikkelen voor het beter benutten van bestaande gebouwen. In de geactualiseerde Regionale Woondeals zijn aanvullende afspraken gemaakt over het beter benutten van bestaande gebouwen en de bijbehorende omgeving. Deze afspraken richten zich op ondersteuning, kennisdeling en uitvoeringskracht. Gemeenten kunnen hiervoor gebruikmaken van de Realisatiestimulans.

Een belangrijke maatregel (die als beleidslijn is geïntroduceerd maar nog niet volledig wettelijk is verankerd) is de “Ja, tenzij”-regeling: het beter benutten van de bestaande woningvoorraad is in principe toegestaan, tenzij er zwaarwegende bezwaren zijn (zoals leefbaarheid, veiligheid of monumentale waarde). Gemeenten worden aangemoedigd om regels te versoepelen die splitsing, optoppen of erfdelen belemmeren. Demissionair minister Keijzer werkt aan een wetswijziging om kamerverhuur (hospitaverhuur) te stimuleren. De wijzigingen betreffen het oprekken van de mogelijkheid tot opzeggen van de kamerverhuur van één naar vijf jaar en de beëindiging van het kamerverhuurcontract bij overlijden of verkoop van de woning. Daarnaast telt het inkomen uit hospitaverhuur straks niet meer mee voor inkomensafhankelijke huurverhogingen, wat het aantrekkelijker maakt voor huurders om een kamer te verhuren. Ook worden afspraken gemaakt met hypotheekverstrekkers die momenteel nog kamerverhuur verbieden.

De Transformatiefaciliteit is een regeling die ontwikkelaars in staat stelt om leningen aan te vragen voor het ombouwen van leegstaande gebouwen – zoals kantoren en winkels – tot betaalbare woningen. In december 2024 werd het budget van deze faciliteit met zeventig miljoen euro verhoogd, waardoor het totaal op honderdvijftig miljoen euro kwam.

Rijksbegroting 2026: Geld voor leegstandbestrijding en optoppen

De begroting van het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening zet in op het maximaal benutten van bestaande gebouwen en de bijbehorende leefomgeving. Gemeenten worden ondersteund om samen met corporaties en marktpartijen de mogelijkheden in kaart te brengen, waarna afspraken worden gemaakt over opschaling en realisatie. Er is aandacht voor het bestrijden van leegstand, onder andere door aanpassing van de Leegstandswet. Inwerkingtreding hiervan is voorzien op 1 januari 2027.

Het demissionaire kabinet wil het makkelijker maken om een kamer te verhuren (hospitaverhuur) en om een woning te delen. Het wetsvoorstel Hospitaverhuur neemt belangrijke obstakels weg. Daarnaast onderzoekt men de effecten van aanpassing of afschaffing van de kostendelersnorm in enkele sociale zekerheidswetten (zoals de Participatiewet, Anw en Toeslagenwet). Dit onderzoek (afronding begin 2026) kijkt naar de gevolgen voor woningdelen en de uitvoering van de huurtoeslag. Het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting verplicht gemeenten om in hun volkshuisvestingsprogramma beleidsmaatregelen op te nemen om de woningvoorraad beter te benutten.

Gemeenten krijgen financiële ondersteuning bij het realiseren van woningen, onder andere via de Realisatiestimulans, voor daadwerkelijk gerealiseerde woningen. Daarnaast is de stimuleringsregeling voor flex- en transformatiewoningen (SFT) bedoeld voor het optoppen van bestaande gebouwen. Hiervoor stelt het kabinet in 2026 en 2027 79 miljoen euro beschikbaar, bovenop de reeds beschikbare honderd miljoen euro in de SFT. Tevens bekijkt men hoe aanpassing van landelijke regels woningsplitsing en woningdelen verder kunnen stimuleren. Tot slot komen er handreikingen, informatiebladen en webinars om betrokken partijen te voorzien van praktische informatie en ondersteuning over het beter benutten van bestaande gebouwen en de omgeving.

Woningedelen en -splitsen vraagt meer aandacht van het nieuwe kabinet

Het nieuwe kabinet kan woningdelen en woningsplitsing actiever stimuleren als volwaardige woonvormen. Overweeg de invoering van een landelijke “Woondeelwet” die heldere standaardcontracten, passende fiscale stimulansen en juridische bescherming biedt aan woningdelers. Ondersteun en stimuleer gemeenten om jaarlijks een minimumaantal splitsingsvergunningen te verstrekken, bijvoorbeeld via prestatiebudgetten. Dit draagt bij aan een meer flexibele woningvoorraad.
Maak hospitaverhuur laagdrempeliger door het als een recht te erkennen in plaats van een uitzondering. Maak verhuur van minstens één kamer altijd vergunningvrij, en zo mogelijk van meer kamers; toestemming, van wie dan ook, is dan niet nodig. Bied hoofdbewoners (huurders en eigenaren) comfort door het mogelijk te maken dat ze altijd een kamerverhuurcontract in hun eigen huis kunnen opzeggen; niet slechts een bepaalde periode. Zet een nationaal fonds op voor optoppen en transformatie, gericht op snelle procedures en het gebruik van prefab-oplossingen (industriële en conceptuele woningbouw).

Stimuleer beter benutten bij woningeigenaren en corporaties

Er liggen ook kansen om woningeigenaren te ondersteunen bij het beter benutten van hun woning. Ontwikkel een digitale tool waarmee zij eenvoudig kunnen nagaan of hun woning geschikt is voor splitsing of verhuur. En een concrete checklist en praktische handleiding, die hen stap voor stap begeleidt bij de uitvoering van hun plannen. Normaliseer het idee dat één woning meerdere huishoudens kan huisvesten – want de wooncrisis vraagt om creatieve, sociale oplossingen.

Optoppen, delen en splitsen van woningen zou een vast onderdeel moeten worden van prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties. Stimuleer dat zij afspraken maken waar splitsen en optoppen mogelijk kan zijn, en daarop alvast te anticiperen (met bouwkundig onderzoek, het benaderen van een aannemer, het verlenen van een parapluvergunning e.d.). Sta bovendien toe, zoals opgenomen in het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting, dat op één kavel meerdere woonunits vergunningsvrij gerealiseerd kunnen worden.

Versoepel regelgeving rond splitsen, samenvoegen en optoppen van woningen, zodat corporaties sneller kunnen inspelen op demografische en maatschappelijke ontwikkelingen. Gemeenten kunnen ook soepel omgaan met starre parkeernormen (dikwijls als belemmering genoemd): per woning, per straat, per buurt, per nieuwe ontwikkeling. En stimuleer samenwerking met bewoners en zorgpartijen, zodat woningen beter aansluiten op veranderende woonbehoeften. Een landelijke monitor en experimenteerruimte kunnen bijdragen aan kennisdeling en het opschalen van succesvolle initiatieven.

Versnelling woningbouw: aan de slag met uitvoering

De woningnood in Nederland is nijpend. Steeds meer mensen vinden moeilijk een betaalbare en passende woning, terwijl de bevolkingsgroei, migratie, huishoudensverdunning en vergrijzing de vraag naar woonruimte verder opstuwen. Tot nu toe blijft de realisatie van nieuwe woningen achter bij de doelstelling.

Volop maatregelen van het huidige kabinet om de woningbouw te versnellen

Het demissionaire kabinet zet stevig in op het realiseren van honderdduizend woningen per jaar, waarvan twee derde betaalbaar is voor midden- en lagere inkomens. Hiervoor is vijf miljard euro beschikbaar voor woningbouw en tweeënhalf miljard euro (uit het mobiliteitsfonds) voor ontsluiting van nieuwe locaties. Gemeenten ontvangen een realisatiestimulans van zevenduizend euro per betaalbare woning. Zo beloont men prestaties in plaats van plannen. De WoKT-regeling (Woningbouw op Korte Termijn) ondersteunt versnelling buiten de NOVEX-gebieden. Hiervoor is circa een miljard euro gereserveerd binnen het Mobiliteitsfonds.

Via regionale woondeals en de Wet versterking regie volkshuisvesting (Wvrv) wil het Rijk sturen op locatie, volume en doelgroep. De Wvrv is echter omstreden geraakt door vier amendementen, waarvan sommige mogelijk strijdig zijn met de Grondwet. Het is nog onzeker of en wanneer de Eerste Kamer de wet in behandeling neemt.

Het programma Innovatie en Opschaling Woningbouw (IOP) stimuleert innovatieve, conceptuele en industriële bouw om de woningbouw sneller, betaalbaarder, duurzamer en klimaatadaptief te maken. Doel is in 2030 de helft van de nieuwbouwwoningen industrieel te realiseren. De Nationale Prestatieafspraken hebben de ambitie om het tempo van nieuwbouw van sociale huurwoningen te verhogen naar dertigduizend woningen vanaf 2029.

Versnellingstafels, het parallel plannen van ontwikkelfasen en een Publiek-Private Monitor (PPM) moeten samenwerking (tussen gemeenten, corporaties en marktpartijen) verbeteren. Daarnaast bevordert het kabinet digitalisering en datagedreven werken, onder meer bij vergunningverlening. Het vaker gebruiken van type- en systeemgoedkeuringen voor modulaire woningen, kan procedures verkorten, zodat men sneller kan bouwen.

Om investeringen in huurwoningen te stimuleren, wil het kabinet de overdrachtsbelasting voor beleggers verlagen. Per 1 januari 2026 daalt het tarief van 10,4 procent naar 8 procent. Een amendement binnen de Fiscale Verzamelwet 2026 stelt voor om dit verder te verlagen naar 6 procent, maar de stemming is uitgesteld.

Kabinet stuurt met rijksbegroting 2026 op betaalbare en passende huisvesting

De hernieuwde regiefunctie door het Rijk neemt in de begroting van het ministerie van VRO een belangrijke plek in; het Rijk is voornemens actief te sturen op het aantal, de locatie en het type woningen, met als doel voldoende betaalbare en passende huisvesting voor iedereen. Het kabinet zet stevig in op het versnellen van de woningbouw, vooral in het betaalbare segment.

Gemeenten ontvangen financiële steun via instrumenten zoals de Realisatiestimulans. Van het totale budget van de realisatiestimulans is een deel bestemd voor specifieke opgaven zoals zorggeschikte woningen, bouwen in kwetsbare gebieden en versterking van gemeentelijke capaciteit. De SFT wordt in 2026-2027 uitgebreid met 79 miljoen euro voor (opstart)woningen voor kwetsbare groepen, met twintigduizend euro per woning, inclusief een bijdrage voor sociaal beheer en de onrendabele top.

Impuls voor woningbouw in complexe gebiedsontwikkelingen en industriële nieuwbouw

De aangepaste Woningbouwimpuls ondersteunt complexe gebiedsontwikkelingen, en via het Gebiedsbudget kunnen gemeenten investeren in energievoorziening en openbare ruimte. Voor een aantrekkelijk investeringsklimaat werkt het Rijk samen met marktpartijen in het Structureel Overleg Investeringsklimaat (SOI). Sinds de Woontop 2024 onderzoekt men of het huidige klimaat voldoende is voor investeringen in middenhuur, inclusief huurbeleid en fiscale aspecten.

Het programma STOER vereenvoudigt regels om woningbouw te versnellen en kosten te verlagen. Dit betreft aanpassingen in bouwregelgeving (zoals het Besluit bouwwerken leefomgeving), inhoudelijke beoordelingsregels (zoals natuur, milieu en ruimtelijke kwaliteit) en procedures rond vergunningen en bezwaar. Het zet ook in op parallel plannen (onder meer als voorwaarde bij rijkssubsidies). Het Programma Innovatie en Opschaling beoogt een betere inzet van datagedreven werken, bouwprocessen, industrialisatie en het oplossen van knelpunten zoals infrastructuur en geluid. Doel is een 25 procent kortere doorlooptijd tot 2030. Ook werkt het demissionaire kabinet aan een investerings- en ontwikkelklimaat waarin woningbouwers kunnen opschalen naar 50 procent industriële nieuwbouw in 2030.

Aandachtspunten voor het nieuwe kabinet: meer geld, minder regels

Ondanks ambitieuze programma’s lukt het niet om de benodigde aantallen woningen tijdig te realiseren. Voor een substantiële versnelling blijft een aanpak nodig die vergelijkbaar is met de Vinex-operatie. Die is inmiddels in gang gezet: het Rijk heeft zeventien grootschalige woningbouwlocaties aangewezen en voegt daar in de nieuwe Nota Ruimte vier extra locaties aan toe, met intensieve, langjarige rijksregie. Deze aanpak omvat zowel binnenstedelijke verdichting als uitleglocaties, en wordt ondersteund met miljardeninvesteringen in woningbouw en bereikbaarheid. Een hernieuwde Nota Ruimte biedt daarmee het ruimtelijk kader voor deze versnelling.

Voor de uitvoering hiervan zijn meer rijksmiddelen nodig. De huidige beschikbare middelen (vijf miljard euro voor woningbouw en tweeënhalf miljard euro voor mobiliteit) zijn ontoereikend om de beoogde nieuwbouw te realiseren. Daarvoor is het nodig dat het nieuwe kabinet meer financiële middelen beschikbaar stelt.

De planvormingsfase is een cruciale bottleneck: juridische procedures, participatie en technische onderzoeken zorgen voor veel vertraging. De gemiddelde doorlooptijd is tien jaar; dit moet naar maximaal vijf jaar door bijvoorbeeld parallel plannen, standaardisering van bouweisen, snellere bezwaarprocedures en versterking van uitvoeringscapaciteit. De volgende stap is om deze breed te implementeren in beleid, op te schalen en landelijk toe te passen.

Focus op uitvoering, niet nieuwe oplossingen verzinnen

Programma’s als STOER en Innovatie & Opschaling Woningbouw verdienen een vaste plek in het beleidsinstrumentarium. De focus moet liggen op uitvoering, niet op het heruitvinden van het wiel. Kies voor tempo boven perfectie (‘beter is de vijand van goed genoeg’): elke maand vertraging onthoudt duizenden mensen een passende woning. Versimpel procedures, verkort bezwaartrajecten en ondersteun gemeenten met uitvoeringskracht.

Maak van industrieel bouwen een norm in aanbestedingen, ondersteund door fiscale prikkels zoals investeringsaftrek en lagere overdrachtsbelasting. Dit versnelt bouwprocessen tot 40 procent, biedt grip op kosten en kwaliteit, en maakt betaalbare, duurzame woningbouw schaalbaar. Beleidsmaatregelen zoals versnelde vergunningen en digitalisering van de bouwketen versterken dit.

Verdeling van schaarse ruimte

Nederland staat voor een complexe ruimtelijke puzzel. Woningbouw, energietransitie, klimaatadaptatie, landbouw, natuur e.d. concurreren met elkaar om dezelfde vierkante meters. De kernvraag is dan ook: hoe verdelen we de schaarse ruimte op een manier die toekomstbestendig, rechtvaardig en haalbaar is?

Maatregelen van het huidige kabinet voor de verdeling van schaarse ruimte

Het kabinet-Schoof erkent dat scherpe ruimtelijke keuzes nodig zijn om woningbouw, water, natuur, landbouw, energie, infrastructuur, defensie en economie in balans te brengen. Het kabinet komt met een nieuwe Nota Ruimte, waarin men integrale en gebiedsgerichte keuzes maakt en stuurt op het aanwijzen van extra grootschalige woningbouwlocaties, rekening houdend met alle andere opgaven. Het ministerie publiceert de ontwerp-Nota Ruimte naar verwachting in oktober. Het kabinet stelt de definitieve Nota Ruimte vast, na behandeling in de Tweede Kamer. De definitieve Nota Ruimte geldt dan als bindende nationale omgevingsvisie.

Het kabinet zet in op het beter benutten van bestaande gebouwen om de druk op de grond te verlichten. Ook werkt het aan het beschermen van hoogwaardige landbouwgrond en ontwikkelt het een afwegingskader voor het gebruik van grond. Voor energie-infrastructuur en netcongestie worden ruimtelijke keuzes versneld en gecoördineerd aangepakt. Ook men zet men in op het combineren van functies en toekomstbestendig bouwen, met oog voor klimaat, leefbaarheid en regionale verschillen.

Het programma NOVEX stimuleert gebiedsgerichte samenwerking tussen Rijk, provincies en regio’s voor ruimtelijke opgaven. Ruimtelijke arrangementen en uitvoeringsagenda’s moeten zorgen voor de afstemming tussen nationale en regionale belangen.

Kabinet zet met rijksbegroting 2026 in op meervoudig ruimtegebruik en participatie

De begroting van het Ministerie van VRO meldt dat het Rijk in 2026 hernieuwd de regie neemt op volkshuisvesting én ruimtelijke ordening, met als doel voldoende betaalbare woningen, een kwalitatief goede leefomgeving en een evenwichtige ruimtelijke inrichting. De nieuwe Nota Ruimte, die in 2026 in werking treedt, biedt een langetermijnvisie op het omgaan met de beperkte ruimte en het realiseren van nationale ambities. In zestien NOVEX-gebieden worden ontwikkelperspectieven en uitvoeringsagenda’s verder uitgewerkt, en er komen verstedelijkingsstrategieën voor nieuwe regio’s.

Het kabinet zet in op meervoudig ruimtegebruik, ontwerpgericht werken en participatie, zodat de leefomgeving niet alleen functioneel, maar ook aantrekkelijk en toekomstbestendig is. Samenwerking met provincies, gemeenten en maatschappelijke partijen is essentieel om ruimtelijke kwaliteit te waarborgen en gebiedsgerichte uitvoering te versnellen. Het Rijk werkt aan het verbeteren van wet- en regelgeving voor grondbeleid, zodat waardestijgingen bij functiewijzigingen bijdragen aan betaalbare woningbouw en bereikbaarheid.

Landelijke grondbank, betere data

Het Rijk neemt een actieve rol met de ontwikkeling van een landelijke, integrale grondbank om ervoor te zorgen dat er voldoende grond beschikbaar is voor het tijdig realiseren van verschillende nationale opgaven.

Verbeterde beschikbaarheid en kwaliteit van ruimtelijke data moet zorgen voor snellere en betere besluitvorming over de fysieke leefomgeving. De Omgevingswet biedt hiervoor belangrijke instrumenten. Programma’s als Mooi Nederland en de Regio Deals zetten in op innovatieve oplossingen en het vergroten van de uitvoeringskracht, waarbij ruimtelijke kwaliteit centraal staat. Dit alles zorgt voor een actieve en samenhangende verdeling van de schaarse ruimte, met aandacht voor zowel het huidige gebruik als de toekomstige waarde van gebieden.

Aandachtspunten voor het nieuwe kabinet: samenhang over gemeentegrenzen heen

Wonen, werken, infrastructuur, energie, natuur en landbouw vragen meer vierkante meters dan ons land groot is. Bestemmingen staan vaak op gespannen voet met elkaar door overlast, ruimtelijke claims of tegenstrijdige beleidsdoelen. De ruimte is schaars, de belangen zijn groot. Daarom is afstemming op een hoger dan lokaal niveau nodig. Heldere keuzes, samenhang en een koers die verder reikt dan gemeentelijke of provinciale grenzen zijn essentieel. Nationale regie is onmisbaar om richting te geven aan deze transitie en om maatschappelijke opgaven elkaar te laten versterken in plaats van tegenwerken.

Nu al beïnvloedt het voorontwerp van de Nota Ruimte gemeentelijke planning. De definitieve versie zal richtinggevend zijn voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. Het is cruciaal dat het Rijk zich committeert aan de gemaakte afspraken en deze koers voor langere tijd vasthoudt zodat alle betrokken partijen weten waar ze aan toe zijn. Alleen dan kunnen lange termijnvergezichten daadwerkelijk richting geven aan beleid en uitvoering.

Begin met een toekomstbeeld

Ruimtelijke keuzes beginnen bij een toekomstbeeld: hoe willen we dat onze steden en dorpen eruitzien? Zonder duidelijke visie dreigt versnippering en delven bepaalde claims het onderspit. Regionale omgevingsagenda’s kunnen nationale doelen verbinden met lokale mogelijkheden. Participatie van inwoners en belanghebbenden is daarbij essentieel voor draagvlak en kwaliteit. Tegelijkertijd vraagt dit om een balans tussen inclusieve betrokkenheid en efficiënte besluitvorming.

Nieuwe ruimteclaims passen steeds moeilijker in de bestaande ruimte. Soms moeten bestaande functies wijken. Ook meervoudig ruimtegebruik biedt kansen: zonnevelden gecombineerd met natuurherstel, woningbouw met waterberging, of multifunctionele locaties met ruimte voor wonen, werken en voorzieningen. Een integrale programmering van plannen en locaties is noodzakelijk, waarbij water, bodem, klimaatadaptatie, groen en duurzame mobiliteit altijd worden meegenomen.

Gebiedsgericht samenwerken met en tussen overheden is cruciaal

Betrokken partijen op gemeentelijk niveau weten het beste hoeveel woningen nodig zijn en voor wie, waar ruimte voor bedrijven nodig is, welke functies kunnen worden gemengd etc. Sommige beslissingen kunnen echter niet sectoraal of lokaal worden genomen, maar vereisen regionale en nationale afwegingen. Niet alle functies kunnen overal een plek krijgen. Daarom is gebiedsgerichte samenwerking met buurgemeenten, provincies, marktpartijen en andere partners essentieel. Als er grote knelpunten ontstaan, moet de minister kunnen ingrijpen. Zo ontstaat een woningbouwbeleid dat lokaal aansluit en nationaal geborgd is.

Omdat ruimte en financiële middelen beperkt zijn, is het belangrijk om koppelkansen te benutten. Klimaatadaptatie kan samengaan met wijkverbetering. Groene wijken nodigen uit tot bewegen en leveren gezondheidswinst op. En er liggen kansen voor kostenbesparing en versterking van sociale cohesie bij samenwerking met enthousiaste burgers, bijvoorbeeld bij zelfbeheer van groen.

Bronnen

  • Rijksoverheid. (2024). Regeerprogramma: Uitwerking van het hoofdlijnenakkoord door het kabinet.
  • Centraal Planbureau (CPB). (2024). Kiezen voor later: Vier visies voor 2050. Den Haag: CPB.
  • Ministerie van BZK (2024). Voorontwerp Nota Ruimte (2025), juni 2024.
  • P. Boelhouwer, J. Rouwendal, D. Uitzetter, F. de Zeeuw (2025). Aanpakken van het woningtekort in de nieuwe kabinetsperiode: recent en ingrediënten voor langjarig succes.
  • Dirks, F., Sietsma, M., Wassenberg, F., & van der Veer, J. (2025). Woningdelen en woningsplitsen mogelijk én gemakkelijker maken: Handvatten voor gemeenten. Platform31. Platform31 heeft uitgebreid gerapporteerd over het beter benutten van de bestaande woningvoorraad, zowel voor particuliere woningen als voor corporatiewoningen.
  • Rijksoverheid (2025). Aangepast Wetsvoorstel Versterking Regie Volkshuisvesting naar Tweede Kamer gestuurd.
  • Adviesgroep STOER (2025). Woningbouw: sneller, meer, goedkoper. Schrappen Tegenstrijdige en Overbodige Eisen en Regelgeving. Eindrapport 10 juli 2025. Ministerie van VRO.
  • Ministerie van VRO (2024). Woontop 2024 Bouwen voor de woningzoekende: sneller én met minder regels.

Contact

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox?

* geeft vereiste velden aan