Woningdelen via kamerverhuur
Friendswonen is soms nog een experimentele woonvorm, of een op te zetten woonconcept. Echter we zagen bij een aantal woningcorporaties en zeker de projectontwikkelaars uit het eerste artikel dat het steeds meer een regulier woonconcept wordt. Woningcorporaties passen friendscontracten voornamelijk toe bij middenhuurwoningen in de vrije sector.
Woningdelen in sociale huurwoningen gebeurt voornamelijk op basis van kamerverhuur. Bij kamerverhuur hebben huurders een eigen huurcontract voor één kamer en delen zij een aantal voorzieningen. We zien door het hele land praktijkvoorbeelden van woningcorporaties die momenteel experimenteren met woningdeling op basis van kamerverhuur. En woningcorporaties als Lieven de Key ontwikkelen nieuwbouw deelwoningen en verhuren die op basis van kamerverhuur.
Met zijn tweeën een aangepaste eengezinswoning delen
Woningcorporatie Talis uit Nijmegen startte in oktober 2021 proeven met woningdelen en huurdelen. Zo biedt zij woningzoekenden de mogelijkheid om een betaalbare woning te huren. De corporatie splitst hiervoor een grotere eengezinswoning in twee onzelfstandige huurwoningen. Elke huurder krijgt een eigen slaapkamer en badkamer. Dat biedt meer privacy, waarvan Talis verwacht dat het voor een grotere groep aantrekkelijker is.

Foto van te delen sociale huurwoning Talis en hoe het woningdelen in zijn werk gaat
De woonvorm past volgens Talis goed bij alleenstaanden die het leuk vinden om samen voorzieningen te delen. “We hebben vrij veel grotere eengezinswoningen, terwijl wij zien dat dat de grootte van huishoudens verandert. Ruim 70 procent van onze woningzoekenden is alleenstaand. Woningdelen biedt hier een oplossing voor. Door één woning te splitsen kunnen we twee woningzoekenden een betaalbare woonruimte bieden. Bovendien kan woningdelen een antwoord bieden voor mensen die het prettig vinden om samen in een woning te wonen”, geeft Talis op haar website aan.10 Talis startte met drie woningen. Ze adverteert de woningen via het regionale woonruimteverdelingsplatform Entree. Een alleenstaande huurder kan zelf een andere huurder aandragen.
Woningcorporatie Parteon past hetzelfde concept toe als Talis. Parteon selecteert in Zaanstad momenteel drie woningen om met woningdelen te starten. Net als bij Talis delen twee huurders een eengezinswoning, met een eigen woonruimte op de bovenverdieping met eigen badkamer. Huurders krijgen een eigen huurcontract.
We merken op dat zowel Talis als Parteon het bovendeel van het huis flink verbouwt. Huurders krijgen niet alleen een eigen slaapkamer, maar ook een badkamer. Dit gaat derhalve verder dan enkel kamerverhuur. Voor deze vorm van woningen delen wordt ook wel de term ‘zachte splitsing’ gebruikt.
Ook in de regio initiatieven voor woningdelen
Woningdelen is niet alleen voorbehouden aan de stad. Ook in het landelijk gebied vinden experimenten met friendswonen en kamerverhuur plaats. De Zuid-Hollandse gemeente Kaag en Braassem en de woningcorporaties Stichting MeerWonen en Woondiensten Aarwoude willen naast friendscontracten voor jongeren ook kamergewijze verhuur in gang zetten.
IJsseldal Wonen experimenteerde er al mee. De corporatie ging in gesprek met groepjes geïnteresseerde jongeren in Twello, die het liefst in de gemeente blijven wonen en niet naar Deventer of Apeldoorn willen verhuizen. Ze boden hun een friendswoning aan. De jongeren kregen ieder een huurcontract voor vijf jaar. Geen friendscontract dus (zoals de naam van de woning suggereert), maar op basis van kamerverhuur. Na vijf jaar is het de bedoeling dat ze doorstromen. Ze houden hun inschrijving bij Woonkeus Stedendriehoek. Het concept is er voor de ‘tussengroep’. Mensen die beginnen met werken, klaar zijn met hun studie, die uit huis willen, maar niet per se alleen willen gaan wonen. Uiteindelijk werd een drietal gevonden dat met elkaar in de friendswoning in Twello is gaan wonen. Hun verhaal lees je hier.
De gemeenteraad was enthousiast over de friendswoning. “Deze vorm van wonen is een mooie aanvulling. Het gaat niet om grote aantallen, maar om een heel palet aan acties waarmee we jongeren kunnen helpen.” Vooralsnog lijkt de vraag verder beperkt en blijft het bij deze ene friendswoning.
Het Deelhuus
In Raalte (Overijssel) startte woningcorporatie Salland Wonen een proef met ‘het Deelhuus’: twee vrienden delen samen een eengezinswoning. Als de ervaringen positief zijn, volgen er mogelijk meer woningen. “Het voordeel is dat we met één woning twee jongeren een woonplek kunnen geven,” licht Marijke Kool, directeur-bestuurder van SallandWonen, toe. “Dit concept is voor jongeren die uit huis willen, maar niet per se alleen willen gaan wonen. Door het delen van een woning én de woonkosten wordt huren ook een stuk betaalbaarder voor hen.”14
Het Deelhuus biedt alleenstaande jongeren de kans om, samen met een vriend of vriendin, op zichzelf te wonen voor maximaal vijf jaar. Huurders behouden hun inschrijftijd, waardoor de kans om verder te kunnen verhuizen groter is. Directeur-bestuurder Marijke Kool hierover: “Verreweg de meeste woningzoekenden zijn alleenstaand, terwijl een groot deel van de sociale huurwoningen vooral voor gezinnen geschikt is. We richten ons bij nieuwbouw al zoveel mogelijk op een- en tweepersoonshuishoudens, maar daarmee redden we het niet. We moeten ook naar onze bestaande woningen kijken.”15
SallandWonen biedt het Deelhuus via loting aan. Jongeren vanaf 18 tot en met 27 jaar, die in de gemeente Raalte wonen, kunnen reageren. De ‘winnaar’ van de loting draagt een huisgenoot voor. Beide huurders krijgen een eigen huurovereenkomst. Op de bovenverdieping hebben ze een eigen slaapkamer. Salland Wonen biedt de woningdelers geen eigen sanitair aan. De badkamer, de begane grond en de tuin zijn gemeenschappelijk. Ze delen samen de woonkosten.
Minder goede praktijkervaringen
Sommige woningcorporaties twijfelen over woningdelen of hebben minder geslaagde praktijkervaringen opgedaan. Bijvoorbeeld met woningdelen bij bijzondere doelgroepen, zoals (minderjarige) alleenstaande statushouders of kwetsbare jongeren. We spraken drie woningcorporaties die kanttekeningen plaatsten bij het woningdelen, maar daarnaast ook positieve ervaringen hadden.
De vraag is natuurlijk: ging het minder goed omdat het bijzondere doelgroepen waren of omdat het concept woningdelen sowieso niet werkt? Ze denken het eerste. “Door voor kamerverhuur te kiezen miste een eindverantwoordelijke en er is een grijs gebied wat betreft schoonmaak, servicekosten, verzekeringen en de algemene ruimtes. Je moet eigenlijk voorkomen dat je iedere keer achter die voordeur moet regisseren als corporatie”, geeft een woningcorporatie aan. “Misschien dat met een duidelijke verantwoordelijkheid in de vorm van een hoofdhuurder (al dan niet juridisch) met medehuurder(s) woningdelen meer kans op succes heeft”, geeft deze corporatie aan. Een hospitacontract zou hier uitkomst voor bieden.
De woningen zelf spelen ook een rol. De eengezinswoningen zijn niet altijd ontworpen en geschikt voor woningdeling door meer dan twee personen. De derde slaapkamer is daarvoor soms te klein. De binnenwanden zijn (te) dun en ook parkeerregels vanuit de gemeenten staan het niet altijd toe. Dit knelpunt is op te lossen door aan niet meer dan twee huurders te verhuren of de woning aan te passen, zoals Talis doet.
Bij woningdelen bij statushouders kwam het ook een keer voor dat de familie bij een woningdeler introk, gaf een andere woningcorporatie aan. Dat is iets om oog voor te houden bij het beheer. Statushouders woningen laten delen, leverde tijdens de vluchtelingencrises van een paar jaar terug ook veel weerstand vanuit de buurt op, gaf een andere woningcorporatie aan. “Ik heb toen de wethouder erbij gehaald om uitleg te geven.”
Sommige woningcorporaties vragen zich af hoe de registratie in het systeem gaat. Of het mogelijk is om een soort sub-verhuureenheden toe te voegen om de woning ook (tijdelijk) administratief op te delen. Ook de toewijzing wordt als aandachtspunt genoemd, ook door woningcorporaties die enthousiast zijn over het woningdeelconcept. Het vraagt om anders en persoonlijker matchen, geven ze aan. Het is ook raadzaam om een incentive te geven om een woning te delen door behoud van (een deel van) de inschrijftijd, gaf deze corporatie aan. De meeste woningcorporaties doen dat wel, zoals we zagen.
Het is goed om oog te hebben voor deze mindere praktijkervaringen. In de voorbeelden die we in de praktijkreeks benoemen, zien we dat woningcorporaties, projectontwikkelaars en gemeenten al keuzes maken om deze knelpunten te voorkomen. Bijvoorbeeld door een eigen badkamer te bieden, minimumleeftijdsgrenzen te hanteren, woningen aan te passen of woningen ‘maar’ met zijn tweeën te laten delen. Sommige woningcorporaties vragen zich ook af wat woningdelen extra vraagt qua sociaal beheer. De tegenvraag is natuurlijk: als daarmee het woonprobleem op te lossen is, is het dat dan niet waard?
Intermediaire verhuur bij woningdelen
We besteden in deze reeks van artikelen beperkt aandacht aan inwonen en intermediaire verhuur als woningdeelconcept. Ook dat zijn vormen van woningdelen die kunnen werken – en die in de praktijk ook toegepast worden. Kamerverhuur door hospita’s bijvoorbeeld, of door lokale zorgpartners. Corporaties kunnen inwonen natuurlijk ook zelf faciliteren en als woningdeeloplossing aan hun huurders aanbieden. Denk bij intermediaire verhuur aan tussenvoorzieningen of tijdelijke woonoplossingen voor kwetsbare doelgroepen, die vaak ook tijdelijk samen in een woning wonen. Woningcorporaties zien het werken met zorgpartijen soms als voordeel, omdat ze zich dan geen zorgen hoeven te maken over het sociaal beheer. Hoe woningcorporaties en zorgpartijen intermediaire verhuur in de praktijk inrichten, is te lezen in de Platform31-publicatie ‘Indirect huren: kosten en baten?’.