Werken met kinderen aan de openbare ruimte verbetert de leefomgeving
Verschillende methoden helpen gemeenten om kinderen te betrekken bij het inrichten en verbeteren van de openbare ruimte.
In een samenwerkingsaanpak legt de gemeente Barneveld vast hoe zij omgaan met initiatieven vanuit verschillende wijken en dorpen, met ruimte voor participatie, dialoog en gezamenlijke planvorming. Een cruciale vraag hierbij is: hoe zorgen we ervoor dat processen voor inwoners niet te lang duren, terwijl de gemeente zorgvuldig kan handelen? Deze aanpak biedt houvast in het spanningsveld tussen snelle realisatie van plannen door inwoners en de zorgvuldige besluitvorming van de gemeente. Bart Tolboom is als gebiedsregisseur betrokken bij deze aanpak. Die positie stelt hem in staat om uiteenlopende perspectieven te verbinden. “Als gebiedsregisseur bevind ik me op het snijvlak van wat er binnen de gemeente speelt en wat buiten, in de gebieden, leeft. Ik heb zicht op de doelen en werkwijzen van collega’s, maar ik weet ook wat bewoners belangrijk vinden, en hoe zij gemeentelijk beleid ervaren. Juist door die werelden bij elkaar te brengen ontstaat er wederzijds begrip en betere samenwerking.”
De, nu vastgestelde, samenwerkingsaanpak is een belangrijke bouwsteen voor het verbeteren van die samenwerking. Tolboom: “Hierin leggen we vast hoe de gemeente Barneveld wil samenwerken met en omgaan met initiatieven vanuit de verschillende wijken en de dorpen die onder de gemeente vallen, en hoe daarbinnen ruimte is voor participatie, dialoog en gezamenlijke planvorming. De kern: hoe zorgen we ervoor dat processen voor inwoners niet te lang duren, terwijl tegelijkertijd de gemeente wel zorgvuldig kan handelen?”
Volgens Tolboom was dit spanningsveld het lastigste onderdeel van het traject. “Waar inwoners soms een snelle realisatie verwachten van hun plannen en initiatieven, werkt de gemeente met meerdere belangen, afdelingen en besluitvormingsstappen. Dat vraagt om een aanpak die recht doet aan beide werkelijkheden. De nu vastgelegde werkwijze biedt daarin houvast.”
De aanpak raakt nadrukkelijk ook de gemeentelijke organisatie. “Het idee dat de gebiedsregisseur alle gesprekken met inwoners voert, is niet houdbaar. Collega’s moeten zelf vaker naar buiten, de wijk in, bellen, uitleggen waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt.” Die beweging is volgens Tolboom gaande: “We zien dat collega’s die daar ervaring mee opdoen, merken dat het loont. Het kost aan de voorkant wat tijd, maar het voorkomt juist gedoe aan de achterkant.” Dat vraagt om een organisatie die gebiedsgericht kán werken. Dat betekent iets voor zowel houding als voor de procesinrichting van de gemeente. “Daar ligt nu een belangrijke opgave: hoe richt je je organisatie zo in dat deze werkwijze daadwerkelijk gedragen en toegepast wordt? We zijn daarin op weg, en tegelijkertijd is er nog veel te doen op dit terrein”, aldus Tolboom.
De vaststelling van de aanpak verliep opvallend soepel. Er was unanieme steun in de gemeenteraad, en ook collega’s en bewonersgroepen reageerden overwegend positief. “De volgende stap is het opstellen van gebiedsagenda’s per dorp, met concrete uitwerkingen van de aanpak”, licht Tolboom toe. “Daarmee kunnen we echt aan de slag. Voor de meeste dorpen zijn we al gestart.” Om daarnaast heel concreet met de initiatieven van inwoners aan de slag te kunnen, heeft de gemeente Barneveld een vacature uitgezet voor een ‘initiatiefmaker’. Die kan op een laagdrempelige manier bewoners ondersteunen bij het formuleren van hun ideeën, en weet op welke manier aansluiting te vinden bij de gemeentelijke organisatie voor hun plannen. Parallel hieraan werkt de organisatie ook verder aan bewustwording en het versterken van gebiedsgericht denken binnen verschillende domeinen. Door zowel inwoners als andere domeinen in een vroeg stadium te betrekken, kun je betere projecten realiseren die echt aansluiten bij de leefwereld.”
Tolboom benadrukt dat Barneveld zelf veel geleerd heeft van andere gemeenten, zoals bijvoorbeeld de gemeente West Betuwe. “Daarom delen wij ook graag onze inzichten. Iedere gemeente doet dingen net even anders. Dat biedt juist de kans om van elkaar te leren. We hebben zelf veel gehad aan de frisse blik van Platform31, die ons hielp om na jaren werken goed scherp te krijgen: wat doen we goed, wat kan beter, en hoe brengen we ervaringen vanuit andere gemeenten elders in?”
Barneveld laat zien dat gebiedsgericht werken geen project is, maar een continue beweging waarin beleid, organisatie en gemeenschap samen optrekken. Voor beleidsmedewerkers, bestuurders en wijkambtenaren binnen andere gemeenten zijn er verschillende aanknopingspunten om ook op deze manier te werken:
Foto: Nanda Sluijsmans