Verduurzaming van jouw stad verbeteren? Doe mee met Europese peer reviewronde
Krijg op maat gemaakt advies over stedelijke verduurzaming van Europese collega’s en experts.
De warmtetransitie is in volle gang, maar nieuwe regels en wetgeving alleen zorgen nog niet voor succesvolle implementatie. Tot nu toe heeft veel de nadruk gelegen op visievorming en ‘high profile experimenten’ (zoals proeftuinen), maar meer en meer verschuift die nadruk naar de uitvoering. En voor die uitvoering staan gemeenten aan de lat. Gezien de hoge internationale en nationale ambities en de korte termijn waarop zij doelen moeten behalen, kunnen gemeenten wel wat extra hulp gebruiken. Platform31 deed een verkenning onder gemeenten naar de vraag hoe poolen van medewerkers en het slim organiseren van regionale samenwerking soelaas kan bieden.
Vooral kleinere gemeenten lukt het vaak nog niet goed om op volle snelheid mee te draaien in de ontwikkelingen die van ze gevraagd worden in de warmtetransitie. In deze gemeenten wordt het tekort aan professionals met de benodigde kennis sterk gevoeld. Het eenmalig inhuren van externen, die bijvoorbeeld Wijkuitvoeringsplannen (WUP) maken of een Transitievisie Warmte (TVW) opstellen kost geld en de kennis is daarna weer weg. Nu er meer middelen beschikbaar komen vanuit het Rijk, rijst de vraag hoe je deze het beste kunt inzetten.
Een van de oplossingen is het concept van ‘poolen’ (of bundelen) van middelen en capaciteit op bovenlokaal niveau – in plaats van parallel en onafhankelijk van elkaar op zoek naar de schaars beschikbare menskracht. Bijvoorbeeld door soortgelijke activiteiten samen uit te voeren (één concept-Wijkuitvoeringsplan laten opstellen voor 3 naburige gemeenten met weinig capaciteit), of in te kopen (vergelijkbare raamcontracten afsluiten met één aanbieder zodat kosten lager blijven).
Het concept van bovenlokaal, of regionaal, samenwerken is niet per se nieuw. Er zijn allerlei vormen waarin dat al gebeurt, op allerhande thema’s. Platform31 heeft een verkenning gedaan bij een aantal gemeenten waar de behoefte aan slim bovenlokaal samenwerken werd erkend. Daarbij zagen we een breed scala aan samenwerkingsvormen, van licht tot intensief, van specifiek tot breed ingestoken en van eigen initiatief tot gefaciliteerd.
Wat die verkenning ook duidelijk maakt is dat samenwerken niet alleen maar een halleluja-ervaring is: er zijn ook aandachtspunten en drempels. Al met al is het belangrijk om goed na te gaan welke soort en gradatie van krachtenbundeling past bij welke situatie. In de ene situatie kan gezamenlijk expertise inhuren het meest logisch zijn, in een andere situatie het samen formuleren van een uitvraag, of juist het gezamenlijk oppakken van uitvoering.
Uit verkenning van diverse soorten samenwerking blijkt dat, om te komen tot de juiste vorm van krachtenbundeling, het nodig is om vragen te stellen: zijn de uitdagingen en benodigde activiteiten echt soortgelijk? Hoe zit het met belangen, wijzen die dezelfde richting op of zijn er misschien tegenstrijdige belangen tussen gemeenten? Hoe worden plannen bestuurlijk en financieel geregeld? Wat gebeurt er als door een lokale crisis medewerkers ‘thuis’ nodig zijn? Een veel gehoorde zorg is dat voor de inwoners van een gemeente de herkenbaarheid afneemt als ze worden aangesproken vanuit een voor hen abstract samenwerkingsverband. Om deze zorg te verhelpen kun je denken aan samenwerken achter de schermen, maar ook gemeente-specifiek communiceren naar bewoners. Dergelijke aandachtspunten zijn dus prima mee te nemen bij het opzetten van een samenwerking, als je er maar bewust van bent.
Platform31 heeft de ambitie om, in nauwe samenspraak met het NPLW , ondersteuning aan te bieden voor gemeenten die bovenlokaal krachten willen bundelen Om het concept van bovenlokaal krachten bundelen aantrekkelijker te maken opent bovendien op 1 juli een SpUk-regeling, specifiek voor het aanjagen van regionaal samenwerken tussen gemeenten in de warmtetransitie. Deze regeling biedt clusters van gemeenten binnen een RES -regio de financiële middelen om (nieuwe) stappen te zetten op het gebied van samenwerking. Per regio benoemen de aanvragende gemeenten een coördinator en een budgethouder, maar desgewenst kunnen in verschillende delen van de regio verschillende invullingen worden gegeven aan de samenwerking. Voor gemeenten zijn de NPLW-regio accounthouders eerste aanspreekpunt voor vragen.
Waar dat vervolgens wenselijk blijkt, zal Platform31 meedenken over de inhoud van de aanvraag en/of ondersteuning bieden bij nadere invulling van de samenwerking als de middelen zijn toegewezen. Zoals hierboven aangegeven: de passende manier van samenwerken zal niet voor ieder cluster gemeenten hetzelfde zijn en hangt deels af van de specifieke situatie.
Klinkt het idee van krachten bundelen tussen gemeentes interessant, dan zijn dit stappen om te overwegen: