Voorzichtig uit de startblokken: nulmeting uitvoeringsplannen warmtetransitie
Acht gemeenten geven een exclusief inkijkje in hun proces richting (wijk)uitvoeringsplannen voor de warmtetransitie.
Nicolien Wirschell (gemeentelijk programmamanager van Pendrecht Aardgasvrij in Rotterdam) en Ezra Schussler (projectleider Bedrijven en Energie bij de gemeente Utrecht) vertellen over hun aanpak. Wirschell: “De eerste fase is vooral contact leggen.”
Een herkenbaar probleem bij gemeenten is dat er veel sprake is van cascoverhuur in de utiliteitsector, waarbij de eigenaar van de panden vaak moeilijk of niet te bereiken is. “Ze verduurzamen het pand vaak niet uit zichzelf,” vertelt Schussler: “We willen daarom proberen de hurende ondernemers te bewegen om stappen te maken.”
In de PAW-proeftuin Overvecht Noord is de gemeente Utrecht in zulke gevallen van plan een aanbod te doen aan de ondernemer die in het pand zit om de gasketel te vervangen door een gasloos alternatief. Het is dan natuurlijk nog steeds belangrijk dat de eigenaar het pand uiteindelijk goed isoleert en bijvoorbeeld van dubbel glas voorziet. Maar op deze manier probeert de gemeente – bij gebrek aan contact met de pandeigenaar – de ondernemer een beetje te ontzorgen. “De verwachting erachter is dat de ondernemer wel enig contact heeft met de pandeigenaar omdat de ondernemer een huurcontract heeft. Zo hopen we dat de ondernemer de schakel kan zijn naar de pandeigenaar”, aldus Schussler.
Een andere uitdaging bij cascoverhuur is dat je als gemeente bij veel utiliteitspanden te maken hebt met twee verschillende partijen: de eigenaar en de ondernemer. Deze hebben vaak andere belangen. Wirschell: “Dat is best ingewikkeld, want voor een aansluiting op het warmtenet bij een pand dat casco verhuurd wordt moet de pandeigenaar een aansluitovereenkomst met de warmteleverancier tekenen. We proberen voor onszelf inzichtelijk te maken hoe we nou met die verschillende belangen en cascoverhuurconstructie om moeten gaan.”
Daarom is Rotterdam begonnen om samen met een sleutelfiguur uit de wijk een eigenarenaanpak op te stellen. Deze sleutelfiguur is voorzitter van de winkeliersvereniging en zelf ook een (groot)eigenaar van winkelpanden in de wijk. De aanpak beschrijft verschillende scenario’s waarin pandeigenaren en ondernemers – al dan niet gezamenlijk – met de energietransitie om kunnen gaan. Op deze manier probeert de gemeente voor zichzelf meer grip te krijgen op welke manieren je de energietransitie in die cascoverhuur situaties kan benaderen.
Zowel Utrecht als Rotterdam organiseerde in eerste instantie informatieavonden in de wijk voor alle ondernemers en vastgoedeigenaren, over het verduurzamen en aardgasvrij maken van de wijk. In beide gemeenten was de opkomst bij deze bijeenkomsten extreem laag.
In Utrecht trok de gemeente de conclusie: een informatieavond voor de utiliteit is geen effectieve methode in de wijk Overvecht Noord. Het projectteam besloot om in plaats daarvan zelf de wijk in te gaan, vertelt Schussler. “We hebben per locatie informatie opgehaald over waar de gebruikers het gas precies voor nodig hebben. Gaat het bijvoorbeeld alleen om verwarming van het pand en warm water, of gebruiken ze het ook voor hun bedrijfsproces? Dit gaf veel inzicht in de globale kosten voor wat er nodig is om van het gas af te gaan. Het bleek ook veel effectiever: er is nu direct contact met tachtig procent van de ondernemers in de wijk.”
In de toekomst is de gemeente ook van plan veel actiever samen te werken met de ondernemersverenigingen en in sommige wijken ook buurtconciërges en hen eventueel in te huren. Zij zijn vaak vertrouwenspersoon van ondernemers en kunnen dus de boodschap beter overbrengen, verwacht Schussler.
Rotterdam heeft na de tegenvallende informatiebijeenkomst in Pendrecht de eerdergenoemde sleutelfiguur uit de wijk ingezet om in contact te komen met de ondernemers en pandeigenaren. Deze persoon kent veel van de ondernemers en eigenaren. Daarnaast blijft het contact met de lokale ondernemers beter onderhouden met het langs de deuren gaan. Echter bleek dat het zelfs met zo’n sleutelfiguur niet meevalt om informatie over de panden op te halen en iedereen mee te krijgen in de verduurzaming, zeker bij het grootwinkelbedrijf waar vaak verwezen wordt naar de moederorganisatie.
Een andere veelgehoorde uitdaging is het gebrek aan geld: er zijn veel ondernemers die wel aan de slag willen en ook al weten wat ze zouden kunnen doen. Ze hebben echter niet genoeg geld om de investeringen te doen.
De gemeente Utrecht heeft naast gratis energieadvies een nieuwe subsidie met geld uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) beschikbaar gesteld, om ondernemers te helpen de stap naar verduurzamen te maken. Met deze subsidie kunnen ondernemers tot 1500 euro aanvragen voor het nemen van energiebesparende maatregelen. Daarnaast werkt het projectteam in hun uitvoeringsprogramma voor de wijk aan een concreet voorstel voor bedrijven inclusief een ontzorgingsprogramma waarin ze kijken hoe ze de ondernemers zo veel mogelijk kunnen begeleiden en ontzorgen in de stap naar aardgasvrij. Schussler: “Waarschijnlijk zal de eerste stap in ons ontzorgingsproces een schouw op locatie zijn om te bepalen wat de exacte kosten zijn. En dan kunnen wij vanuit de begroting het geld dat nodig is aan die locatie alloceren.”
Een van de onvermijdelijke gevolgen van de warmtetransitie, is koken op inductie in plaats van gas. Vooral in de horeca bestaat hier weerstand tegen, merkt Wirschell: “Koks zijn dat niet gewend en weten nog niet precies hoe het werkt. Daarom stellen wij de keuken in onze Huiskamer Aardgasvrij Pendrecht beschikbaar voor de horeca zodat ze kunnen proefkoken.” Zowel Wirschell als Schussler merken dat veel horecaondernemers niet heel happig zijn op de overstap naar inductie, Wirschell: “Horecaondernemers twijfelen over de kwaliteit en de smaak en het is toch een beetje anders dus daar moeten zij hun personeel in opleiden.”
Tot slot heeft Rotterdam het idee om in de toekomst werkbezoeken te gaan organiseren bij restaurants waar al op inductie gekookt wordt.
De voorbeelden uit Utrecht en Rotterdam zijn aan bod gekomen tijdens de laatste bijeenkomst van de leerkring utiliteitsgebouwen in aardgasvrije wijken . In deze leerkring besteden we dit jaar aandacht aan hoe om te gaan met de uitdagingen voor het aardgasvrij maken van de utiliteitssector door van elkaar te leren en ervaringen uit te wisselen. Ben jij een gemeenteambtenaar en bezig met de warmtetransitie, dan ben je van harte welkom bij onze sessies.
De volgende bijeenkomst op 12 september richt zich op de aanpak van het verduurzamen van bedrijventerreinen en welke nuttige lessen wij daar voor de utiliteit in de wijk uit kunnen halen. Via de zwarte knop kun je je hiervoor aanmelden: