De coronacrisis en de stad
Handreiking voor steden om tijdens de crisis beredeneerde keuzes te maken en zo de effecten van de pandemie te beperken.
Een pandemie leek eind 2019 slechts de basis voor een dystopische film. Enkele maanden later was dat onwaarschijnlijke filmbeeld de werkelijkheid. Onze wereld veranderde in een mum van tijd: we hadden minder contact met geliefden, zagen gesloten deuren in de horeca en moesten massaal gaan thuiswerken en aan het thuisonderwijs. In deze nieuwe werkelijkheid gingen we anders kijken naar ons huis, gedwongen door het ‘nieuwe normaal’. De woning is nu niet meer de plek waar je ‘slechts’ slaapt, ontspant en eet. Het is voor velen nu ook de plek waar je werkt, leert, speelt en sport en fungeert dus als kantoor, (sport)school en/of kinderdagverblijf. Die herwaardering van onze woningen vindt plaats in een krappe woningmarkt waarin de betaalbaarheid van wonen al vóór de coronacrisis enorm onder druk stond.
De overspannen woningmarkt lijkt vast te zitten in een spiraal van oplopende prijzen die helaas ook een ongelijkheid in de samenleving in stand werkt. Maar hoe bestendig is die spiraal? Wat wordt er gedaan om het tekort aan woningen voor verschillende soorten doelgroepen op te heffen? En wat is het daadwerkelijke effect van de coronapandemie op de woningmarkt en onze manier van wonen op de langere termijn? Platform31 sprak met experts en beleidsmakers op het thema wonen en woningmarkt. De gesprekken vonden plaats van oktober tot en met december 2020. De focus lag op de ontwikkelingen in de woningmarkt na de uitbraak van het coronavirus en onze (veranderende) woningbehoeften en woonvoorkeuren.
"*" geeft vereiste velden aan