Verdieping Wijkaanpak Inclusiviteit en sociale cohesie

Betrek bewoners bij herinrichting voor een inclusieve openbare ruimte

28 mei 2025 | Leestijd: 6 minuten
Inwoners van kwetsbare, superdiverse wijken ervaren en gebruiken de openbare ruimte op uiteenlopende manieren. Door hen vroeg te betrekken bij herstructurering, maak je een wijk prettig en toegankelijk voor iedereen. In de wijken Laakkwartier in Den Haag en Doornbos-Linie in Breda brachten bewoners zelf hun wijk in kaart met stiften en stickers. En in Laakkwartier gingen ze samen met Platform31 de wijk in voor hun beschouwing van de openbare ruimte. Met persoonlijke verhalen die de wijk tot leven brengen, laten bewoners zien waar het schuurt en waar verbinding ontstaat.

Diversiteit in de beleving van de openbare ruimte krijgt steeds meer aandacht in onderzoek en beleid. Veiligheid in parken, op pleinen en in straten wordt niet door iedereen op dezelfde manier ervaren. Zelfs binnen een kleine groep kan de beleving sterk verschillen – zowel wat betreft de staat van de ruimte als het gebruik ervan en de onderlinge interacties. Om hier meer inzicht in te krijgen, vroegen we bewoners hun favoriete en minder favoriete plekken in de buurt te tekenen en toe te lichten via zogenaamde mental maps. In Laakkwartier trokken we bovendien samen met bewoners de wijk in om in gesprek te gaan over hun ervaringen met de openbare ruimte. Onderwerpen die aan bod kwamen zijn onder andere ‘mannencultuur’, geluid en verkeersdrukte, verloedering en verval, groenbeheer en de rol van speeltuinen.

De gesprekken laten zien hoe de beleving van de openbare ruimte kan verschillen. En hoe waardevol het is om bewoners vanaf het begin actief te betrekken bij veranderingen en plannen in hun wijk. Zo ontstaat een inclusief ontwerp en een gedegen beheer van een openbare ruimte die aansluit bij de leefwereld van uiteenlopende groepen – en waar iedereen zich welkom, prettig en veilig kan voelen.

‘Mannencultuur’

In beide wijken ervaren de vrouwen die we spraken een dominante aanwezigheid van mannen in de openbare ruimte, waardoor ze zich regelmatig onveilig voelen. We zien cafés voor mannen, kapsalons voor mannen, en nachtwinkels waar mannen rondhangen. Enkele vrouwen geven aan dat ze zich “argwanend en onveilig” voelen en bijna dagelijks worden nageroepen door deze mannen. Een vrouwelijke deelnemer noemt die dominantie een “mannencultuur” en ervaart dit als “eng”. Voor een andere vrouwelijke deelnemer voelt haar aanwezigheid op straat “bijna als een statement: ik ben hier en ik mag er zijn.” Ze kiest ervoor zich alleen op de fiets te bewegen door de wijk, richting het centrum van de stad. De groep mannen die overlast veroorzaakt wordt door een andere vrouw gespecificeerd als “hooligans van adel”: jonge mannen uit rijkere gezinnen, die bomen, fietsen of bankjes vernielen of in brand zetten.

De gesproken mannen ervaren deze wijken anders. Een mannelijke deelnemer erkent dat sommige straten erg slecht verlicht zijn, maar merkt op dat hij daar zelf geen last van heeft. “Mijn lichaamsbouw zorgt ervoor dat ik mij op die plekken niet onveilig hoef te voelen.”

Geluid en verkeersdrukte

Deelnemers noemen verkeersdrukte in de wijk als een duidelijke ergernis. In beide wijken ontstaat op punten grote drukte, omdat een groot deel van de bewoners één of meer auto’s heeft. “Er zijn meer auto’s dan mensen”, zegt een mannelijke deelnemer hierover. Tijdens de wijkschouw staan veel auto’s op de stoep geparkeerd, waardoor voetgangers om moeten lopen over de weg. Het grote autobezit zorgt bovendien voor geluidsoverlast en uitlaatgassen bij drukke kruispunten.

Bewoners verhouden zich op verschillende manieren tot deze drukke delen van de wijk. We spraken jonge vrouwen die ondanks de overlast liever over een drukke en goedverlichte straat lopen, omdat dat veiliger voelt. Een vrouw, die voorheen in een drukke wereldstad woonde, zoekt ook graag de drukte op, maar dan vooral omdat dat gezellig aanvoelt en de wijk “anders zombieland wordt”. Een vrouw van middelbare leeftijd, die zonder werk zit en daardoor vaak buiten is, maakt juist liever gebruik van rustigere straten vanwege haar gevoeligheid voor geluidsoverlast. Achter haar huis heeft ze last van jonge mannen op luidruchtige scooters en brommers. Een mannelijke deelnemer met autisme zegt dat hij door de drukte en de herrie op straat in Laakkwartier vaak binnenshuis blijft: “Ik blijf vooral in de zomer binnen, wanneer de terrassen vol zitten. Het is hier niet alleen druk qua mensen, maar ook qua bebouwing. De hele wijk is volgebouwd en er is eigenlijk geen plek waar je rustig kunt zitten. Het is voor iemand met autisme een lastige wijk om te wonen.”

De rol van groen en speeltuinen

In wijken met veel diversiteit zijn vooral lichte en losse bindingen kansrijk om bruggen te slaan tussen groepen. Wanneer bewoners de ander herkennen en sociaal kunnen plaatsen, kan dit gevoelens van anonimiteit en vervreemding tegengaan. Via lichte, herhaalde contacten in de woonomgeving kunnen bewoners onderling ‘publieke familiariteit’ opbouwen. ‘Kennen is het niet, maar we komen elkaar hier wel tegen’ – Publieke familiariteit in superdiverse wijken KIS 2023. 1 Het onderhouden van groen in de wijk kan dit bevorderen. Toch vraagt dit soms veel energie en eigen initiatief in deze wijken. Een deelnemer met een koopwoning vertelt tijdens de wijkschouw dat ze vrijwillig een boomspiegel voor haar deur bijhoudt. Ze doet dit graag, maar het vraagt ook veel doorzettingsvermogen: “Soms wordt het vernield of vervuild, of soms worden bloemen weg geschoffeld door groenbeheerders die denken dat het wildgroei is, maar het blijft leuk om te doen en soms heb ik er ook aanspraak door.”

Ook speeltuinen kunnen een rol spelen in het bevorderen van publieke familiariteit. Een deelnemer met een migratieachtergrond legt het als volgt uit: “Mensen zijn tegenwoordig allemaal druk met hun kinderen en met werk. Dat zorgt voor een veranderde sfeer op straat tussen volwassenen. Kinderen spelen echter wél allemaal met elkaar in speeltuinen, ongeacht culturele achtergrond of afkomst.” Ook een andere vrouw met een migratieachtergrond komt veel met haar kleinkinderen in speeltuinen. Sommige speeltuinen zijn beter dan andere, en een verloederde speeltuin gaat ze binnenkort met haar buurvrouw schoonmaken omdat de gemeente dit al lang niet meer heeft gedaan. Enkele speeltuinen vermijdt ze, “omdat die overgenomen zijn door oudere tieners en jonge mannen die ruzie zoeken met kinderen.” Een gepensioneerde vrouw gaat graag met haar rollator naar een speeltuin, met haar kleinkinderen: “De paden zijn hier goed toegankelijk voor mindervalide mensen.” Ze maakt daar ook soms een praatje met arbeidsmigranten die in een kleine woning wonen en daardoor overdag veel buiten zijn.

Verloedering en verval

Ondanks de verschillen in ervaringen van bewoners, noemen bijna alle gesprekspartners beheer als cruciaal thema in de beleving van de openbare ruimte. Een gebrek aan beheer leidt met name in Laakkwartier op veel plekken tot verloedering en verval. Versleten gevels en slecht onderhouden groen zorgen volgens een bewoner voor “een neerslachtige sfeer” en leegstaande panden “geven een gevoel van onbehagen”. Daarnaast is een kapotte stoep met losliggende tegels niet veilig voor mindervalide mensen en ouderen. Inzet van welzijnsorganisaties, gemeentewerkers en wijkagenten wordt gezien en gewaardeerd, maar “er is niet tegenop te werken” volgens sommige inwoners.

Een overvloed aan rondslingerend afval, zowel zakken vuilnis die naast containers staan als meubels en huisraad van vertrekkende bewoners, draagt bij aan een “moedeloos” gevoel volgens bewoners. Zowel Laakkwartier als Doornbos-Linie hebben te maken met een grote doorstroom, door verhuisbewegingen onder arbeidsmigranten, studenten en yuppen. Dat levert een gevoel van vluchtigheid op, wat zorgt voor onverschilligheid over bijvoorbeeld afval en omgangsvormen.

Voer het gesprek over een inclusieve openbare ruimte

De gesprekken met de Haagse en Bredase bewoners, het maken van mental maps en het wandelen bij de wijkschouw, laten zien hoe verschillend de veiligheidsbeleving en ervaring van interacties in de openbare ruimte onder bewoners is. Veiligheid, toegankelijkheid en prettig gebruik worden door verschillende groepen – vrouwen, ouderen, mensen met een beperking, ouders met jonge kinderen – heel verschillend ervaren. Alleen door deze verschillen serieus te nemen en bewoners vanaf het begin actief te betrekken, ontstaat een openbare ruimte waarin iedereen zich thuis en veilig kan voelen.

Methoden zoals mental mapping en de wijkschouw bieden waardevolle inzichten die in standaard participatievormen vaak onzichtbaar blijven. Ze brengen verhalen, perspectieven en gevoelens naar boven die het gesprek over de inrichting van de wijk verdiepen en concreet maken. Maar participatie alleen is niet genoeg. Een inclusieve openbare ruimte vraagt ook om consistent beheer, aandacht voor het dagelijks gebruik en betrokkenheid bij wat er na oplevering gebeurt. Verloedering, drukte, herrie en een gevoel van onveiligheid ontstaan vaak niet door het ontwerp, maar door het ontbreken van sociaal en fysiek onderhoud.

Daarom is het essentieel om blijvend te investeren in het gesprek met bewoners, in zorgvuldige afstemming tussen ontwerp, beheer en sociaal werk, én in ruimte voor initiatieven die publieke familiariteit en onderlinge verbondenheid stimuleren. Alleen zo wordt de openbare ruimte echt van iedereen.

Ervaringskennis en Platform31

Voor het magazine De Veilige Wijk – Veiligheidsbeleving in de openbare ruimte in kwetsbare wijken verkende Platform31 in Laakkwartier en Doornbos-Linie de openbare ruimte door de ogen van bewoners – met creatieve en directe methoden als mental mapping en de wijkschouw. Gewapend met stiften, stickers en vellen tekenden Haagse en Bredase bewoners hun buurt in een mental map: plekken waar ze zich prettig voelen of juist vermijden. Tijdens de wijkschouw in Laakkwartier namen bewoners Platform31 mee door hun wijk, en deelden ze al lopend hun beleving van de ruimte. Dit leverde diepere gesprekken op dan klassieke bewonersavonden of enquêtes.

Deze aanpak was een leerzame stap in het actiever inzetten van ervaringskennis binnen onderzoek. Sinds de integratie van Onderzoeksinstituut IVO werkt Platform31 bewuster met methoden die bewoners centraal stellen. De recente oprichting van een bewonersadviesgroep is hier een vervolg op. De uitvoering van deze aanpak vroeg om maatwerk en samenwerking met lokale partners. Dankzij wijkwerkers, sleutelfiguren en het informele netwerk lukte het om een diverse groep bewoners te betrekken. Zo ontstond een rijk, genuanceerd beeld van hoe mensen met verschillende achtergronden de wijk beleven – een waardevolle basis voor inclusieve herinrichting van de openbare ruimte.

Contact

Jans Berden 06 42 10 06 76

Ontvang nieuws van Platform31

Nieuws, publicaties en bijeenkomsten van Platform31 automatisch in jouw mailbox? Meld je dan aan voor onze tweewekelijkse nieuwsbrief over actuele ontwikkelingen in stad en regio.

Bekijk al onze nieuwsbrieven en updates

"*" geeft vereiste velden aan