Praktijkvoorbeelden
Dat de herstructureringsuitdagingen op vakantieparken, op bedrijventerreinen en in wijken op elkaar lijken, werd duidelijk uit drie praktijkvoorbeelden.
Marktbenadering voor bedrijventerreinen in Overijssel
Han Wiendels, directeur van de Herontwikkelingsmaatschappij Overijssel (HMO), deelde op het congres zijn ervaringen met de herstructurering van bedrijventerreinen, en de grondinstrumenten die daarbij worden ingezet. Volgens Wiendels is het belangrijk om een aanpak te ontwikkelen waarbij de markt aan het werk wordt gezet. HMO doet dit met een fonds in eigen beheer van 56 miljoen euro, de herstructureringsopgave is echter vele malen groter. Zijn advies: zorg bij een herontwikkelingsproject dat je als overheid aan de voorkant je propositie zo inregelt, dat de overheid (of maatschappij) meeprofiteert van de waardesprong. Dit is ook relevant voor de herontwikkeling van vakantieparken.
Moeizame afspraken met huisjeseigenaren op vakantiepark in Drenthe
De problemen die genoemd worden op een aantal vakantieparken op de Veluwe worden herkend door andere regio’s. Zo kent Drenthe uitdagingen rondom een volledig uitgepond vakantiepark, waarvan de honderden huisjeseigenaren nauwelijks verenigd zijn. Gerben Rouwenhorst van Vitale Vakantieparken Drenthe legt uit dat het daardoor erg ingewikkeld is om met de eigenaren afspraken te maken om het beheer en onderhoud van het park te kunnen verbeteren. Als de eigenaren van de vakantiewoningen verplicht zouden zijn geweest om lid te worden van een vereniging van eigenaren was hier makkelijker op te sturen geweest.
Aanvullend hierop zou een verbreding van het voorkeursrecht welkom zijn, zodat gemeenten de eerste optie tot aankoop hebben. Wel speelt daarbij de vraag of er voldoende ambtelijke capaciteit en bestuurlijke bereidwilligheid is om delen of zelfs gehele parken op te kopen.
De derde oplossingsrichting, namelijk het maken van vereveningsafspraken, is via de Omgevingswet toegestaan, maar niet afdwingbaar. In Drenthe, maar ook op de Veluwe, leidt dit regelmatig tot discussies met de eigenaren die wel – een in veel gevallen lucratieve – woonbestemming willen, maar daar niet voor willen betalen. Dit terwijl de gemeente wel allerlei kosten moet maken om deze bestemmingswijziging mogelijk te maken en investeringen moet doen om recreatieve voorzieningen binnen hun gemeente op peil te houden. Het zou dan ook helpen als vereveningsbijdragen – mogelijk als experiment – afdwingbaar gemaakt kunnen worden.
Actief aankoop- en subsidiebeleid bij wijkaanpak in Heerlen-Noord
Ook voor wijken zijn de problemen zoals die in vakantieparken spelen herkenbaar. Lars Rompen (manager Publieke Waarde bij Wonen Limburg) noemt als voorbeeld de renovatie- en verduurzamingsaanpak van de wijk Vrieheide in Heerlen-Noord. Deze wijk uit het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid (NPLV) heeft te maken met hardnekkige sociale achterstanden. Net als in problematische vakantieparken zijn er relaties zichtbaar tussen ‘versnipperd eigendom’, het gebrek aan organiserend vermogen en ondermijning. Omdat veel woningen in particulier bezit zijn kon in Vrieheide een collectieve aanpak alleen tot stand komen na actief aankoop- en subsidiebeleid vanuit de woningcorporatie (met dank aan financiële impulsen vanuit het volkshuisvestingsfonds).
Toch blijft het zoeken naar hoe het onderhoud van de woningen en de wijk ook in de toekomst kan worden gewaarborgd. Om het onderhoud beter te kunnen waarborgen, zou er in Vrieheide eigenlijk een VvE-achtige constructie moeten worden opgetuigd, waarin bewoners worden verplicht een meerjaren-onderhoudsbijdrage te leveren. Op dit moment is het, net als bij vakantieparken, echter niet mogelijk om dat te verplichten.
