Aanleg warmtenet zorgt voor veiligere en gezondere straat
In de Groningse wijk Paddepoel is de aanleg van het warmtenet benut om ook klimaatbestendige maatregelen door te voeren.
Warmtenetten moeten een belangrijke rol spelen bij het aardgasvrij maken van woningen en het behalen van Nederlandse klimaatdoelen. Maar de aanleg ervan stagneert en blijft ver achter bij die van koploper Denemarken. “Door de oliecrisis van 1973 zijn de Denen al in de jaren 70 overgestapt op warmtenetten”, vertelt Annelies Huygen, hoogleraar ordening van energiemarkten aan de Universiteit Utrecht en consultant bij TNO Vector. Tegenwoordig heeft het land ongeveer 340 warmtenetten waarop bijna driekwart van de huishoudens is aangesloten.
De Deense aanpak verschilt met die van Nederland en dat heeft vooral met de kosten te maken, zegt Huygen. “Ieder Deens warmtenet baseert de tarieven voor gebruikers op de daadwerkelijke kosten. Ze mogen geen winst maken. In Nederland daarentegen bepaalt de Autoriteit Consument en Markt (ACM) één algemeen, maximaal tarief dat gekoppeld is aan de tarieven voor aardgas. We zijn daarmee in 2014 begonnen, aardgas was toen nog goedkoop. Maar sindsdien gingen de aardgastarieven flink omhoog, omdat de overheid fors hogere belastingen bij de kleinverbruikers in rekening bracht. De tarieven voor warmte stegen mee. In andere landen, waaronder Denemarken, liggen die een stuk lager.”
In Denemarken heeft ieder warmtenet zijn eigen tarieven en de toezichthouder zet die jaarlijks op een rij, van duur tot goedkoop. De vergelijking wordt gepubliceerd en die ‘naming and shaming’ zorgt voor een prikkel om de tarieven omlaag te brengen. “In Nederland is die prikkel er niet. Dat gaat hopelijk veranderen: volgens de nieuwe Wet Collectieve Warmte, die nu bij de Eerst Kamer ligt en de warmtewet vervangt, gaan we in Nederland ook naar tarieven die op de kosten van een warmtenet zijn gebaseerd.”
Het wetsvoorstel voorziet ook in meer transparantie over de tarieven, eveneens naar het voorbeeld van Denemarken. “Bedrijven die in Denemarken een warmtenet oprichten, moeten alle kosten volgens een standaardformat op dezelfde manier beschrijven. Daardoor kunnen gemeenten de kosten vergelijken met die van warmtebedrijven in andere gemeenten.”
Veel warmtenetten in Denemarken zijn in eigendom van coöperaties. “De warmtenetten zijn dan van de inwoners zelf. Die willen natuurlijk lage tarieven en daar hebben ze zelf invloed op. Er is geen streven naar winst om anonieme aandeelhouders tevreden te stellen. In Nederland zien we nu dat alles stagneert. Gemeenten kunnen de risico’s niet overzien waardoor zij niet durven in te stappen en veel projecten stoppen. En natuurlijk zit iedereen te wachten op de nieuwe Warmtewet.”
Ameland wil graag een eigen warmtenet. De eilanders laten zich hierbij door Denemarken inspireren, vertelt Erwin de Boer, die als energieadviseur voor de gemeente werkt. “In Nederland wordt geroepen dat grootschalig uitrollen van warmtenetten hier financieel onmogelijk is, omdat woningen in dorpen niet dicht op elkaar staan. Denemarken is ongeveer net zo groot als Nederland, maar er wonen minder mensen. Toch kan het daar wel.”
Volgens De Boer zijn warmtenetten in Nederland onbetaalbaar zolang ze in handen zijn van commerciële bedrijven. “In de Deense wet is vastgelegd dat warmtebedrijven geen winst mogen maken. In Nederland moeten warmtenetten ook publiek bezit worden. Raadsleden moeten daarvoor pleiten bij plannen in hun gemeente.”
Luc van Tiggelen, beleidsambtenaar Duurzaamheid op Ameland, vindt daarnaast dat de afschrijftermijn voor warmtenetten ruimer moet worden. “Warmtebedrijven hanteren nu een afschrijftermijn van dertig jaar, maar die kan makkelijk naar vijftig jaar. De overheid kan dat regelen. Het gaat erom dat we de kosten voor de inwoners zo laag mogelijk houden.”