Werken aan gezondheid in landelijk gebied en stad: tips van experts
In het webinar ‘Samen bouwen aan een gezonde leefomgeving’ delen experts inzichten die gemeenten in hun werkgebied kunnen toepassen. We zetten de belangrijkste op een rij.
Wetenschap en politiek hebben elkaar nodig, maar botsen regelmatig omdat ze opereren vanuit verschillende logica’s. Wetenschap richt zich meestal op waarheidsvinding en op langetermijninzichten. Het verloopt daardoor vaak traag en biedt genuanceerde resultaten. Damstra noemt onderzoekers dan ook niet voor niets ‘beroepstwijfelaars’ en ‘evenwichtskunstenaars’. Politici zijn echter op zoek naar snelle en duidelijke antwoorden, en werken resultaatgericht. “Ze kopen weinig voor onduidelijkheid en vragen”, legt Damstra uit. De politiek gebruikt wetenschappelijke inzichten daarom vaak strategisch en waardegedreven: alleen als ze bestaande waarden of beleidsvoorkeuren ondersteunen. Dit kan zorgen voor politisering van kennis en levert inherent een spanning op tussen beide. Ambtelijk onderzoekers binnen de gemeente Rotterdam herkennen deze spanning en omarmen de term evenwichtskunstenaar. Wanneer de resultaten van een evaluatie niet de richting van beleid bevestigen, komen onafhankelijkheid en dienstbaarheid ook voor hen op gespannen voet te staan.
Als wetenschapper is het belangrijk enerzijds rolvast te zijn en de eigen verantwoordelijkheden en grenzen goed te kennen. Zoals Damstra zegt: “We zijn van de richting, en niet van de inrichting.” Anderzijds betekent rolvastheid niet dat je niet wendbaar mag zijn. Je conclusie of advies moet immers wel goed kunnen landen en aangepast zijn op de context of wijzigingen in het proces. Want ook als onderzoeksresultaten mee zijn genomen in de besluitvorming, zonder dat de aanbevelingen direct zijn gevolgd, is in bepaalde zin sprake van kennisbenutting. En, erkent iemand in de zaal, ook een beleidsadviseur kan op de stoel van een onderzoeker gaan zitten: “Dan willen ze een vragenlijst uitzetten in een wijk, vol beleidstaal. Dat kan niet!” Ook daar kun je als onderzoeker in ondersteunen door een ‘critical friend’ te zijn.
De taal van onderzoekers is vaak complex voor mensen in praktijkorganisaties, maar ook voor politici die snelle stellingen willen formuleren. Zowel beleidsmakers als burgers hebben behoefte aan begrijpelijke en toegankelijke informatie, inhoudelijk en qua vorm. Dikke onderzoeksrapporten zijn minder aantrekkelijk dan communicatiemiddelen als video’s, infographics of visuele samenvattingen. Met andere woorden, vaak is er nog een vertaalslag te maken richting de doelgroep.
Bij de gemeente Rotterdam is hiervoor de functie ‘kennismakelaar’ in het leven geroepen. Kennismakelaars helpen bijvoorbeeld ambtenaren en wijkraadsleden met het vertalen van inzichten uit onderzoek naar de praktijk. In podcastaflevering 107 van ‘De betrokken dienstverlener’, gefocust op ‘De kracht van onderzoek’ legt een kennismakelaar uit: “wij helpen collega’s alle data en informatie begrijpelijk en behapbaar te maken en adviseren over wat je nou eigenlijk met die inzichten kan doen.”
Omdat wetenschappers financieel soms afhankelijk zijn van de politiek, kunnen politieke besluiten directe invloed hebben op de mate waarin onderzoek floreert en zichtbaar wordt gemaakt of juist naar de marge wordt verdrongen.
De opkomst van populisme en alternatieve kennisbronnen op basis waarvan mensen eigen onderzoek doen, ondermijnt het vertrouwen in wetenschap. Damstra noemt dit ‘wetenschapsweerstand’ en geeft aan dat onderzoekers die zich politiek uiten soms te maken krijgen met beschuldigingen van partijdigheid. De status van wetenschappelijke kennis is met andere woorden niet meer vanzelfsprekend. Tegelijkertijd is het steeds meer gangbaar dat wetenschappers zich over hun onderzoek uiten op social media, om breder zichtbaar te zijn.
“Ik mis de burger in dit verhaal”, klinkt het vanuit de zaal. Damstra legt uit dat dit inderdaad een cruciaal punt is. Wetenschap wordt soms als elitair gezien, zeker in tijden van wetenschapsweerstand. Daarnaast is de ‘affectieve polarisatie’, ofwel de emoties die andersdenkenden bij ons oproepen, groter geworden. En dat terwijl er voor een goed werkende democratie bereidheid nodig is om naar elkaar te luisteren. Er lijkt behoefte te zijn aan de maatschappelijke worteling van kennis, waarin burgers een gelijkwaardige rol hebben, en wetenschap weer ‘van de maatschappij’ wordt. Ervaringskennis vormt dan een aanvulling op wetenschappelijke en andere kennis.
Onderzoek kan ook een rol spelen in het hoorbaar maken van de stem van ervaringsdeskundigen. In de evaluatie van het inburgeringsbeleid in de gemeente Rotterdam is ruimte gecreëerd voor de input van ervaringsdeskundigen. Zij verzamelden en duidden de ervaringen van inburgeraars, wat volgens onderzoekers genuanceerde inzichten opleverde.
Rotterdam kent dertien actieve Kenniswerkplaatsen (KWPs). Dit zijn samenwerkingsverbanden tussen de gemeente, kennisinstellingen, onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties. Ze vormen een kennisinfrastructuur waarin onderzoekers, beleidsmakers en professionals gezamenlijk werken aan maatschappelijke vraagstukken die relevant zijn voor de stad en haar inwoners. Platform31 publiceerde samen met de gemeente Rotterdam in februari 2025 een nieuwsspecial over onderzoeken, media en events van deze Rotterdamse kennisnetwerken.