- home
- Wat we doen
- Onderzoek
- KKS
- Essays brugprojecten KKS
Essays brugprojecten KKS
Steden hebben zelf de inhoud van de onderzoeken in het KKS-project bepaald. De samenhang van de projecten stond daardoor niet bij voorbaat vast en het was een uitdaging de kennis te bundelen. Platform31 heeft daarom een aantal sleutelonderzoekers gevraagd om in zogenoemde brugprojecten de verbinding te maken tussen een aantal projecten in het KKS-programma. Hieruit zijn 6 essays ontstaan die het hele programma beslaan.
Essay: De kracht van de stad in tweevoud
‘Good governance, best persons’
De kracht van de stad ligt aan twee kanten: de kant van de doorslaggevende personen (best persons) en de kant van de spelbepalende institutie (good governance). Deze kanten moeten stevig aan elkaar gekoppeld zijn. Dit betoog doet auteur Frank Hendriks in het essay De kracht van de stad in tweevoud, onderdeel van de zogenoemde brugprojecten Kennis voor Krachtige steden.
Als voorbeeld gebruikt Hendriks Brainport Regio Eindhoven, momenteel een breed bekend en erkend succesnummer. Maar welke verklaring ligt er achter het succes? Was het de krachtige, visionaire Rein Welschen die van 1992 tot 2003 burgemeester van Eindhoven was? Of waren het de institutionele kenmerken die de Brabantse stedelijke regio onderscheiden? Hendriks maakt in het essay duidelijk dat het antwoord op deze vragen niet aan een kant moeten worden gezocht.
Aan dit essay liggen twee grote onderzoeksprojecten ten grondslag die binnen het programma Kennis voor Krachtige Steden zijn uitgevoerd. Dit essay slaat een brug tussen het persoonsgerichte onderzoek en het institutiegerichte onderzoek.
Download De kracht van de stad in tweevoud
Essay: Ondernemerschap en probleemwijken
‘Ken uw ondernemers’

In dit essay slaan de auteurs, Gabriël van den Brink, Radboud Engbersen en Ruud Dorenbos een brug tussen twee onderzoeken uit het KKS-programma: een onderzoek naar wijkondernemers in Nederlandse steden en een rapport over de betekenis van ‘best persons’ voor Nederlandse achterstandswijken. Zij willen hiermee achterhalen in hoeverre best persons de wijkeconomie kunnen versterken en in welke mate ‘echte ondernemers’ als best persons fungeren.
Bij het verbeteren van wijken was het beleid van de overheid vele jaren vooral gericht op fysieke en sociale programma’s. Een economische invalshoek ontbrak lange tijd. In dit essay staan de economische invalshoeken en het handelen van ondernemers centraal. Hun bijdrage is namelijk van groot belang om wijken sociaaleconomisch te versterken. Zij blijken niet alleen uit te zijn op winst, maar zijn ook bereid een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen.
Bijna de helft van de stedelijke bedrijvigheid vindt in woonwijken plaats. Veel zzp’ers werken vanuit huis, maar er zijn ook ondernemers met een bedrijfspand in een woonwijk. Gemeenten, corporaties en andere relevante partijen moeten deze kleinschalige economische dynamiek zoveel mogelijk ondersteunen.
De auteurs van Ondernemerschap en probleemwijken raden daarom betrokken partijen aan op de hoogte te blijven van de vele kleine ondernemers en initiatieven. “Ken uw ondernemers”, zeggen zij. “En ken vooral de verschillende typen ondernemers die in een bepaalde gemeente aan de slag zijn.”
Download Ondernemerschap en probleemwijken
Essay: Thuis in de openbare ruimte?
‘Thuisvoelen is noodzakelijk en moet’
Thuiskomen. De deur achter je dicht trekken en je terugtrekken in je eigen huis. Als het aan politici en beleidsmakers ligt, moeten inwoners zich gaan inzetten voor de wijk, stad en het land waar ze wonen; als ware het hun eigen huis. Mensen moeten hiervoor bijvoorbeeld mee gaan doen in buurtcomités, buurtactiviteiten en zorgen voor hulpbehoevende buren.
In het essay Thuis in de openbare ruimte stellen auteurs Jan Willem Duyvendak en Fenneke Wekker dat amicaliteit een voorwaarde is voor het creëren van een zeker ‘publiek thuisgevoel’. Tegelijkertijd is dit ook het maximum wat je van mensen mag vragen. Mensen willen zich nu eenmaal tot op zekere hoogte ook thuis voelen in hun straat, buurt, wijk, stad en land. Thuis voelen is een selectieve emotie, we voelen ons slechts bij enkelen en op sommige plekken echt thuis. Toch kan in wijken en buurten ook sprake zijn van een ‘lichte’ vorm van thuisgevoel.
Het streven naar amicale verhoudingen blijkt een realistische optie voor buurtbewoners, beleidsmakers en sociale professionals. De auteurs wijzen er ten slotte op dat een openbaar (t)huis een plek is waar mensen zich nooit te emotioneel aan kunnen verslingeren, want die plek is per definitie van ‘de anderen’.
Download Thuis in de openbare ruimte?
Essay: Lessen over buurtontwikkeling en buurtverval
Acht lessen over buurtontwikkeling
en buurtverval
Welke aanknopingspunten geven de onderzoeken in het programma Kennis voor Krachtige Steden (KKS) over buurtontwikkeling en buurtverval? Een flink aantal onderzoekers heeft zich voor KKS bezig gehouden met deze onderwerpen. Auteurs Ronald van Kempen, Merle Zwiers, Gideon Bolt en Maarten van Ham hebben uit de rapporten binnen het KKS-programma acht ‘lessen’ gehaald.
De auteurs onderwerpen de lessen in dit essay aan een kritische analyse. Elke les gaat over een factor die van belang zou kunnen zijn bij het tegengaan van buurtverval. Per les lichten zij eerst toe waarom aan de betreffende factor een belangrijke rol wordt toegedicht. Daarna volgt een kritische reflectie.
Tot slot wordt de vraag beantwoord: Welke aanknopingspunten geven de onderzoeken voor stedelijk beleid? De auteurs geven in het afsluitende deel van dit rapport een overzicht van de belangrijkste beleidsimplicaties die uit de analyses volgen.
Download Lessen over buurtontwikkeling en buurtverval
Essay: Bouwstenen voor de regionale arbeidsmarkt
Nadenken over regionale cao-vorming
In het essay Bouwstenen voor de regionale arbeidsmarkt constateren de auteurs Arjen Edzes, Ruud Dorenbos en Jouke van Dijk dat lokale en regionale bestuurders en beleidsmedewerkers de komende jaren voor enorme uitdagingen staan op het gebied van arbeidsmarktontwikkelingen.
Gemeenten zouden meer moeten nadenken over regionale samenwerking en samen bindende, gebiedsoverstijgende afspraken moeten maken over de werkgelegenheid. Nog een stap verder gaat regionale cao-vorming waarin sociale partners en lokale en regionale bestuurders en onderwijsorganisaties afspraken maken over werk en inkomen, uitkeringen en onderwijs.
Hoewel menig expert in 2008 nog voorspelde dat er een slag om talent plaats zou gaan vinden, is door de crisis de werkloosheid de afgelopen jaren juist enorm gestegen. Aan het begin van 2014 bereikte het aantal WW-uitkeringen een record hoogte. Ook het aantal bijstandsgerechtigden nam sterk toe.
Door de invoering van de Participatiewet in januari 2015 wordt de groep bijstandscliënten steeds diverser omdat er ook nieuwe (jong)-arbeidsbeperkten met arbeidsvermogen bijkomen. Fors ingrijpen en structurele maatregelen zijn daarom nodig. De bezuinigingen op de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) worden namelijk de komende jaren in stappen doorgevoerd waardoor de risico’s niet tot een jaar beperkt blijven en steeds meer impact hebben en ernstiger worden.
De auteurs geven in het essay opgaven mee voor het regionaal bestuur. Ze splitsen de regionale arbeidsmarktagenda op in drie thema’s: inclusiviteit, weerbaarheid en institutionele hervorming. In het laatste thema is een grote rol weggelegd voor regionale samenwerking. “Het wegnemen van de vrijblijvendheid uit de regionale samenwerking en het maken van bindende, gebiedsoverstijgende afspraken wordt een kernopdracht.”
Download Bouwstenen voor de regionale arbeidsmarkt
Essay: Arbeidsmarkt- en woningmarktdynamiek
‘Meegaan met trends’
Trends als globalisering, vergrijzing, nieuwe communicatietechnologie en nieuwe manieren van werken zorgen er voor dat de ruimtelijke verdeling van economische activiteit verandert. Steeds meer grote steden beseffen dan ook dat het goed is mee te gaan met deze trends en niet tegen de stroom in te roeien.
De auteur van het essay Arbeids- en woningmarktdynamiek, prof. dr. Henri L.F. de Groot, identificeert in het essay vier thema’s of dilemma’s die beleidsmakers het best kunnen benaderen met een flexibele, adaptieve aanpak. Zo constateert hij een regionaal-economische dynamiek, die niet te voorspellen valt. Ook regionale krimp vraagt om meebewegen in plaats van krampachtig vasthouden. Ten derde stelt hij voor dat beleidsmakers ook op de huurmarkt de stroom meegaan, bijvoorbeeld door meer plaats maken voor hogeropgeleiden. Het sorteerproces en slotte van hoogopgeleide forensen die aantrekkelijk willen wonen en lange reistijd op de koop toe nemen, vragen ook om ruimte van het beleid.
Dynamische ontwikkelingen vragen om een zeer adaptief beleid. Dat kan leiden tot grotere (regionale) verschillen en meer heterogeniteit, die aan alle Nederlandse burgers ten goede kunnen komen.