80-10-10 toewijzing

Momenteel ligt er een voorstel in de Tweede Kamer om de inkomensgrenzen de differentiëren naar huishoudtype. Vooralsnog is die wijziging beoogd vanaf 1 januari 2021. Voor 2020 geldt nog de huidige systematiek.

Een landelijke toewijzingsregel uit de Woningwet waar woningcorporaties mee te maken hebben is de 80-10-10 regeling. De regeling geeft aan dat woningcorporaties minimaal 80 procent van hun vrijkomende sociale woningvoorraad – woningen met een huurprijs tot 737,14 (prijspeil 2020). – moeten verhuren aan de sociale doelgroep. De sociale doelgroep zijn de huishoudens met een gezamenlijk jaarinkomen tot 39.055 euro (prijspeil 2020). Tot 2021 kunnen corporaties 10 procent van de vrijkomende sociale woningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tussen 39.055 en 43.574 euro (prijspeil 2020), de lage middeninkomens. Dit wordt aangeduid als de 10 procent voor de lage middeninkomens. Daarnaast mogen corporaties 10 procent van de woningen toewijzen aan huurders met een hoger inkomen. Dit wordt aangeduid als de 10 procent vrije ruimte. Bij de 10 procent vrije ruimte gelden bepaalde voorrangsregels.

Huishoudens die voorrang krijgen, binnen de 10 procent vrije ruimte:

  • Huishoudens waarvan de gemeente in een huisvestingsverordening vaststelde dat ze voorrang krijgen.
  • Huishoudens met problemen rond gezondheid, veiligheid, sociale factoren, overmacht of calamiteiten;
  • Huishoudens die (met toestemming van de corporatie) woningen met elkaar ruilen;
  • Medehuurders die (met toestemming van de corporatie) huurder worden.

Platform31 onderzocht in 2018 of en op welke manier woningcorporaties de 10 procent voor de lage middeninkomens en de 10 procent vrije ruimte inzetten. Daaruit blijkt dat veel corporaties het noodzakelijk vinden om huishoudens met lage middeninkomens te huisvesten. Uit een vragenlijst aan 104 woningcorporaties blijkt dat zij dat doen uit betaalbaarheidsoverwegingen en omdat er in de vrije sector nauwelijks woningen beschikbaar zijn tussen de 700 en 1000 euro. Corporaties huisvesten de volgende type huishoudens: (grote) gezinnen, zorgbehoevenden, urgenten, stads-regio en/of dorpsurgenten, huishoudens die woningen ruilen, zorgbehoevenden via intermediaire verhuur, medehuurder wordt (hoofd)huurder. Ook in nieuwbouw en moeilijk verhuurbare woningen huisvesten ze lage middeninkomens. Redenen die corporaties naast betaalbaarheid en beschikbaarheid noemen om de lage middeninkomens te huisvesten zijn het creëren van draagkracht in wijken of complexen en het inspelen op een toekomstige andere thuissituatie van de betreffende woningzoekende. Huishoudens met een laag middeninkomen komen minder bij corporaties terecht dan verwacht. Corporaties zien mogelijke redenen waarom deze groep hen (nog) niet voldoende weet te bereiken. Eén daarvan is dat het voor deze doelgroep onduidelijk is dat het voor hen wel degelijk mogelijk is om een sociale huurwoning te huren. Op de websites van corporaties en woonruimteverdeelsystemen staat dit meestal niet vermeld. Wanneer websites wel melding maken van de 10 procent ruimte voor lage middeninkomens, is het de vraag of de doelgroep dit oppakt.

Het benutten van de 10 procent vrije ruimte voor huishoudens met een jaarinkomen vanaf 43.574 euro vinden de 23 ondervraagde corporaties minder relevant. De 10 procent wordt, na de invoering van de 10 procent voor lage middeninkomens, beperkt gebruikt door woningcorporaties. De corporaties benadrukken dat flexibiliteit voor maatwerk bij toewijzing wel wenselijk is om in te kunnen spelen op allerlei mogelijke situaties. Deze 10 procent vrije ruimte geeft hen die mogelijkheid. 10 procent is echter wel aan de hoge kant. Enkele respondenten benoemen de specifieke situatie van gezinnen. Zij kunnen pas met een inkomen van ongeveer 45.000 euro een woning duurder dan 737,14 euro (prijspeil 2020) per maand huren. Met behulp van de 10 procent vrije ruimte kunnen corporaties deze huishoudens wel huisvesten in de betaalbare sociale woningvoorraad.

Op basis van dit onderzoek komt Platform31 tot twee aanbevelingen:

  • Aanbeveling 1: inkomensgrenzen differentiëren.
  • Aanbeveling 2: 90-10 is voldoende.
    Aanbeveling 2 heeft als voorwaarde dat aanbeveling 3, een differentiatie van de inkomensgrenzen, wordt toegepast.

Lees het volledige onderzoek Maatwerk bij woningtoewijzing door woningcorporaties inclusief de conclusies en aanbevelingen hier. Tevens bevat het rapport bevindingen hoe corporaties de 5 procent ruimte van de passendheidsnorm inzetten.

In het Inspiratieboek Woningtoewijzing staan manieren waarop corporaties de huurders met een middeninkomen aantrekken.

DSC 0765