Over Een thuis voor iedereen
Het innovatieprogramma Een thuis voor iedereen is een samenwerking van Platform31, het ministerie van BZK, VWS, JenV, SZW, OCW, brancheorganisaties IPO, VNG, Aedes, de G4 en de G40 om de huisvesting voor kwetsbare mensen te verbeteren.
Het ministerie van BZK richtte het Online Kennis- en Expertisecentrum Een thuis voor iedereen (OKEC) in. Dit is een digitaal platform waar alle informatie over wet- en regelgeving, financiële regelingen, expertteams, handreikingen en praktijkvoorbeelden rondom de huisvesting van aandachtsgroepen en ouderen te vinden zijn. Ook vind je hier de laatste activiteiten en ontwikkelingen. Zo worden provincies, gemeenten, woningcorporaties, projectontwikkelaars en maatschappelijke organisaties bij de huisvesting van kwetsbare mensen extra ondersteund.
Verdieping
Innovatieprogramma Een thuis voor iedereen
Landelijk programma Een thuis voor iedereen
Rapport Ter Haar Een thuis voor iedereen
Met de huisvesting van aandachtsgroepen is het slecht gesteld. Dat maakte de interbestuurlijke werkgroep versterking beleid aandachtsgroepen onder leiding van Bernard Ter Haar met het rapport Een thuis voor iedereen in de zomer van 2021 zichtbaar. Er is sprake van een toenemende dakloosheid en schaarste aan huisvesting met bijpassende arrangementen. Het rapport markeert een keerpunt in het beleid voor de huisvesting van aandachtsgroepen.
Landelijk programma
Een brede coalitie van partijen sloeg de handen ineen voor een gezamenlijk, landelijk programma Een thuis voor iedereen. Hierin sprak deze coalitie, bestaande uit vijf departementen, provincies, gemeenten en woningcorporaties, uit samen te werken aan vier ambities:
- Meer woningen voor aandachtsgroepen.
- Een betere verdeling van de sociale woningvoorraad over gemeenten (en dus ook een betere verdeling van aandachtsgroepen over gemeenten).
- Een betere aansluiting tussen de domeinen wonen, zorg, sociaal domein en werk en inkomen.
- Meer preventie om dakloosheid te voorkomen.
Het rapport van commissie Ter Haar laat zien wat huisvesting van aandachtsgroepen lastig maakt en concludeert dat een integrale aanpak vanuit het sociaal en fysieke domein nodig is om daadwerkelijk een thuis voor iedereen te kunnen bieden. Betrokken partijen moeten veel meer lokaal, provinciaal en op landelijk niveau hun acties op elkaar afstemmen. Met het programma Een thuis voor iedereen wil de genoemde coalitie zowel de integrale aanpak, als de inhoudelijke ambities realiseren. Geen gemakkelijke opgave! De VNG bood aan om een koplopersprogramma te organiseren en zo bij te dragen aan de onderlinge afstemming tussen overheden.
Platform31 ondersteunt deze koplopers met kennis en kunde.
Innovatiethema’s Een thuis voor iedereen
De focus van het koplopersprogramma van de VNG is de verdeling van aandachtsgroepen: over gemeenten en in de woningmarktregio. Een verdeling start met inzicht in de actuele aanwezigheid van de aandachtsgroepen op de woningmarkt en hun vraag. Het innovatieprogramma helpt koplopers de (woon- en zorg) vraag van de verschillende groepen in beeld te brengen en denkt mee over de wijze waarop het gesprek tussen het woon- en het sociaal domein kan worden gevoerd en tot besluitvorming kan worden gebracht. Deze aanpak, waarin het werken aan inhoud en proces wordt samengebracht, legt de basis voor de brede en integrale regionale en lokale woonzorgvisies.
In het gehele innovatieprogramma staan drie thema’s centraal. Dit zijn thema’s waarop nog kennis moet worden ontwikkeld. Deze kennis ontwikkelen we samen met de koplopersgroep. Ook betrekken we daarbij andere inspirerende voorbeelden in het land. De opgedane kennis verspreiden we via verschillende communicatieactiviteiten en praktijklabs.
Thema’s inhoudelijke vernieuwing
Platform31 ondersteunt de koplopers door hen bij te staan in ‘hoe’ zij:
- de woon(zorg)opgave van aandachtsgroepen in beeld kunnen brengen die als basis dient voor prestatieafspraken met partijen voor de woonruimteverdeling en voor nieuwbouwplanning sociale huur;
- een regionale procesorganisatie met naast gemeenten en woningcorporaties betrokken partijen als zorg- en cliëntenorganisaties kunnen inrichten die leidt tot besluitvorming over de uitkomsten van het woononderzoek tot een uitvoeringsprogramma;
- Zowel regionaal als lokaal een verbrede woonzorgvisie kunnen opstellen. We besteden daarbij aandacht aan de inhoud en aanpak van deze woonzorgvisies.
