Toerisme en recreatie

Nederland is voor buitenlandse bezoekers relatief klein en het is goed mogelijk om in een weekend zowel Amsterdam als Groningen of Zeeland te bezoeken. Veel toeristen hebben een heel ander perspectief op ruimte en afstand. Juist dit biedt kansen voor plattelandsgebieden als het gaat om het uitbouwen van een toeristisch aanbod dat past bij hun eigen identiteit en kwaliteiten. Overnachten in een rustige en groene omgeving en vervolgens de dag doorbrengen in een grote stad sluiten elkaar in Nederland niet uit.

Maar ook voor binnenlandse bezoeker is het platteland aantrekkelijk voor (dag)recreatie. Nederland is immers erg groen. Met een mooi aanbod van nationale parken hebben we een grote diversiteit van gebieden die voor binnenlandse en buitenlandse bezoeker interessant zijn.

Tijdens de meet up ‘Dialoog tussen platteland en stad’ is gesproken over de non-urbane stad, in navolging van de presentatie van Peter Sonderen. Voor de volgende ideeën was in de groepssessie de meeste interesse:

• Ga uit van een thema dat aantrekkelijk is voor toeristen en recreanten en maak daarop de verbinding tussen platteland en stad. Daarmee wordt de tegenstelling tussen platteland en stad opzij gezet. Mogelijke thema’s zijn: industrie (zoals voedsel of textiel), kunst, water. De non-urbane stad ziet eruit zoals op de tekening die hierbij gemaakt is. Mensen komen bijvoorbeeld voor van Gogh en gaan daarvoor naar Amsterdam en Nuenen, en de plaatsen doen er niet toe.
• Een concreet thema waarop de verbinding gelegd kan worden tussen platteland en stad is ‘het wassende water’. Dit is een thema dat overal in Nederland speelt. Daar zou meer samenwerking rond moeten komen, waarbij bestuurlijke grenzen vergeten moeten worden. Daarnaast moeten ondernemers betrokken worden.
• Een ander concreet thema is ‘kastelen en landgoederen’. Steden waren in het verleden vies, dus door gezondheid gedreven werden door rijke mensen kastelen buiten de stad gebouwd.