Woonconcept: ‘‘Renoveren naar energieneutraal wordt een corebusiness’’

Interview met Marien Schouls, technisch programmamanager bij Woonconcept

Woningcorporaties moeten aan de slag met het verduurzamen van hun woningen, maar hoe doen ze dat? Platform31 brengt deze immense opgave in beeld in een serie gesprekken met kartrekkers van verschillende corporaties. In het eerste interview komt Marien Schouls, technisch programmamanager bij Woonconcept, aan het woord.

Welke stip op de horizon heeft Woonconcept geformuleerd met betrekking tot de duurzaamheidsopgave?

We gaan voor een energieneutrale portefeuille in 2050. Binnen het Programma Duurzaamheid krijgen onze ambities in de totale breedte vorm waarbij we drie uitgangspunten hebben geformuleerd: wooncomfort, samenwerken en minimaal woonlastenneutraal. Dit betekent concreet dat we het huidige wooncomfort op zo’n manier willen verbeteren dat de bewoner er financieel niet op achteruit gaat.

Wat houdt jouw functie als technisch programmamanager in?

Als programmamanager zet ik mij in om de organisatie mee te krijgen in de verduurzamingsopgave. Ik vertaal het strategisch beleid naar het operationele niveau. Zo maken we een technisch programma dat assetmanagers helpt bij het maken van keuzes. Daarnaast bieden we kaders voor de projectleiders die het daadwerkelijk gaan uitvoeren.

Wat voor plek heeft verduurzaming binnen de organisatie?

Verduurzaming is onderdeel van de totale organisatie, maar krijgt globaal vorm in het Team Vastgoedsturing en wordt praktisch uitgewerkt binnen de afdeling vastgoed. Om duurzaamheid te verankeren in de organisatie hebben we een duurzame doelstelling opgenomen in onze ondernemingsstrategie: “Nieuwbouw en renovatie worden vanaf 2019 richting energieneutraal uitgevoerd”.

Daarnaast hebben we een duurzaamheidsprogramma opgericht om de transitie van de grond te krijgen. We hebben heel bewust gekozen voor een programma en niet voor beleid omdat het een doorlopend traject is dat tot 2050 doorgaat en dus continu bijgesteld moet worden.

We starten het programma met drie concrete energieprojecten die richting energieneutraal worden uitgevoerd. Deze drie projecten dienen meerdere doelen:

  • Het creëren van brede betrokkenheid in onze organisatie:
    Voor de uitvoering en de organisatie van deze projecten is een energieteam samengesteld. Iedere medewerker kreeg de kans om te solliciteren. Zo hoopten we dat het team een afspiegeling van de organisatie zou zijn en dat is gelukt. De kennis en de ervaringen die de medewerkers van het energieteam opdoen implementeren zij weer in de processen van hun eigen team of afdeling. Op deze manier verspreiden we zoveel mogelijk nieuwe ervaringen en kennis binnen de organisatie.
  • Ervaring opdoen:
    Om onze duurzaamheidsambitie te behalen, zullen we ongeveer één woning per werkdag moeten renoveren. Dit vereist qua organisatie en implementatie een gedegen en omvangrijke voorbereiding.
  • Het zichtbaar maken van verduurzaming:
    De projecten zorgen ervoor dat de lancering van het duurzaamheidsprogramma direct zichtbaar wordt voor iedereen binnen en buiten de organisatie.

Hoe proberen jullie het belang van de verduurzamingsopgave binnen de organisatie te laten landen?

Het energieteam heeft daarin een belangrijke rol. Zij communiceren intern over de voortgang van de energieprojecten en organiseren bijeenkomsten. Daarnaast worden sinds kort de jaarplannen gekoppeld aan een ondernemingsdoelstelling in plaats van aan een team of afdeling. Zo dragen alle plannen en ideeën ook daadwerkelijk bij aan deze doelstellingen. Hiervoor worden er intern workshops gegeven. Op die manier creëren we bewustwording en verbeteren we het kennisniveau binnen de organisatie. Tegelijkertijd halen we zo ook ideeën op van collega’s en proberen we de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Dit is van cruciaal belang om diverse redenen:

  • Intern klinkt bijvoorbeeld altijd de terechte vraag: wat heeft de bewoner hieraan? Deze vraag moeten we goed en eerlijk kunnen beantwoorden. We doen het namelijk in de eerste plaats allemaal voor onze bewoners. Hierover mag geen enkele twijfel bestaan.
  • Als we ons doel in 2050 willen halen moeten we elke dag een woning renoveren waar onze bewoners trots op zijn. Het is één van de grootste transities uit de bebouwde omgeving. Dat vraagt een enorme organisatie: elk team en afdeling gaat op een andere manier werken. Renoveren wordt namelijk een corebusiness: dat is een nieuwe werkelijkheid voor de organisatie. Onze medewerkers gaan aan de slag, in de wetenschap dat er op dit moment woningen toekomstbestendig worden gemaakt.

Tegen welke knelpunten lopen jullie aan?

We hebben intensief contact met netbeheerders en gemeenten en zetten samen zichtbaar stappen. Dat is mooi om te zien. Het is soms lastig dat in de ene gemeente de kans op een warmtenet beperkter is dan in de andere, vaak meer randstedelijke gebieden. We gaan dus ook individueel aan de slag met onze bebouwde omgeving. In onze routekaart hebben we de portefeuilles naar typologie en bouwperioden ingedeeld, we kiezen een aanpak die past bij de typologie. We beperken daarbij de warmtevraag van de woning doormiddel van isolatie.

Hoe wegen jullie de verduurzamingsopgave af tegen de opgaven betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit?

Betaalbaarheid staat bij ons op één. Daarom is één van de uitgangspunten van het duurzaamheidsprogramma dat alles wat we doen minimaal woonlastenneutraal is. Wat we daarna belangrijk vinden is de beschikbaarheid van woningen en op de derde plaats komt kwaliteit. Voor ons betekent duurzaamheid automatisch ook dat kwaliteit wordt toegevoegd aan je voorraad.

Verwachten jullie dat het lukt om in 2050 aardgasvrij te zijn?

We hebben de transitie financieel doorgerekend en het is haalbaar. Wel is het koffiedik kijken wanneer ons dit lukt. Het is een hele ambitieuze doelstelling, het traject is heel lang en we zijn van zoveel variabelen afhankelijk. Politieke invloeden, samenwerking met stakeholders, capaciteit van de bouwsector, technologische ontwikkelingen. Al met al kunnen we wel stellen dat deze transitie één van de grootste is in de bebouwde omgeving. Maar dat maakt de uitdaging ook mooi.