Wervelwind verbindt energietransitie en Omgevingswet
‘De gemeentelijke klimaat- en energiedoelstellingen verankeren in het instrumentarium van de Omgevingswet.’ Makkelijk gezegd, maar hoe doe je dat in de wervelende praktijk? Door in je omgevingsvisie afwegingen te maken in plaats van optelsommen. Door planregels te formuleren die de energietransitie stimuleren en ruimte bieden voor dynamiek. En door het veelbelovende ‘instrument programma’ slim te gebruiken, bijvoorbeeld zoals bij de uitwerking van de transitievisies warmte gebeurt. Niet vergeten: het samen laten optrekken van de domeinen RO en duurzaamheid als allround succesfactor.
Dit is een greep uit de inzichten die gedeeld werden tijdens de startbijeenkomst van het kennistraject ‘Energietransitie en Omgevingswet’. De toon is gezet! Want de kern van dit leertraject is niet de wat-, maar de hoe-vraag. Het doel: ervaring opdoen met het integraal meenemen van klimaat- en energiedoelstellingen in de instrumenten van de nieuwe Omgevingswet. “We willen de volgende stap zetten: van omgevingsvisie naar programma en plan”, benadrukt Gerrie Fenten van het ministerie van Binnenlandse Zaken, opdrachtgever van het traject. “Vandaar dat we acht pilots uit de gemeentelijke praktijk hebben geselecteerd die deze stap willen zetten.”
Kennismaken én kennis delen
Tijdens de startbijeenkomst op 18 april ontmoetten de acht pilotgemeenten en hun coaches elkaar voor het eerst. Dit was ook een kennismaking met elkaars pilots en onderzoeksvragen. De bijeenkomst stond vervolgens in het teken van de ontmoeting tussen de vakwerelden van experts op het gebied van duurzaamheid en energie en ruimtelijke specialisten. Twee werelden, elk met een eigen jargon en invalshoek. In parallelle stoomcursussen gaven de vakwerelden elkaar een beeld van de processen en uitdagingen waar ze dagelijks mee te maken hebben.
Na deze kennismaking stond het delen van kennis op het programma. Elke pilot gaf aan welke kennis ze bij zich hadden, en met welke nieuwe kennis ze naar huis wilden gaan. Op basis van matching ontstonden zo meedenksessies die pilots dwars door het land met elkaar verbonden. Zo richtten Maastricht, Groningen en Tilburg zich op het aardgasvrij maken van wijken. In Maastricht door het vertalen van de transitievisie warmte in het omgevingsplan; in Groningen door in kaart te brengen welke besluiten nodig zijn om een wijk van het gas te halen. De Tilburgers zijn juist op zoek hoe je een wijk samen met bedrijven en burgers – bottom-up – aardgasvrij maakt, en hoe je deze samenwerking in instrumenten vastlegt. Súdwest Fryslân focuste haar kennis juist op hoe geothermie in het omgevingsplan kan worden gereguleerd en wat de rol van de Mijnbouwwet hierbij is.
Van beleidscyclus naar wervelwind
De presentatie van Regina Koning (VNG) werkte als een prikkelende warming-up voor de gesprekken tussen de verschillende pilots. Want waar passen de instrumenten uit de Omgevingswet in de beleidscyclus, en hoe werken Regionale Energiestrategieën (RES), transitievisies warmte en wijkuitvoeringsplannen daarin door? Volgens Koning kun je de eerste twee – die haar voortschrijdend inzicht als food for thought met de aanwezigen deelt – zien als bouwstenen voor een (nog vast te stellen) omgevingsvisie. De transitievisie warmte kun je ook uitwerken in een programma; het wijkuitvoeringsplan landt logischerwijs in het omgevingsplan.
Een transitie in de categorie van de Deltawerken en de grootste wetgevingsoperatie sinds decennia zijn in volle gang. Het zijn onzekere en complexe tijden voor gemeenten die voor de taak staan om die twee te vervlechten. De beleidscyclus helpt in theorie als denkkader, maar de praktijk is vaak een ware wervelwind. Dit ziet Koning ook: gemeenten willen en moeten stappen zetten om duurzaamheidsdoelstellingen te halen. Deze doelen zijn echter lang niet altijd uitgewerkt, laat staan opgenomen in integrale visies. Het proces vraagt daarom naast planologische stuurmanskunst om veel afstemming, zowel binnen als buiten het gemeentehuis. Dit geldt helemaal bij het inzetten en uitwerken van een het nieuwe instrument programma, zoals de gemeente Goes van plan is voor één dorp en één wijk binnen de gemeente.
Ook bij het maken van omgevingsplannen laat diezelfde wervelwind zich gelden. Zo wordt in Zoeterwoude gezocht naar een plan dat uitnodigend is, duurzame innovatie stimuleert én ervoor zorgt dat de afspraken uit de RES niet in het geding komen, bijvoorbeeld vanwege de beperkte netcapaciteit. Nog zoiets: in een doelregel kun je van duurzaamheid een vereiste maken, maar hoe definieer je duurzaamheid? Een goede vraag uit Boxtel, waar ze een GreenTech Park met duurzame bedrijvigheid willen realiseren. Den Haag ziet de reserveringen van ontwikkelaars voor transformatiegebied De Binckhorst binnenkomen, maar hoe borg je duurzame energievoorziening in het omgevingsplan? Allemaal voorbeelden van hogere regelkunde waarvoor kennis van zowel de Omgevingswet als de energietransitie nodig is.
Vervolgtraject
Op 20 mei 2019 komen de acht geselecteerde pilots weer bij elkaar tijdens de eerste pilotbijeenkomst. Hiervoor zijn ook de gemeenten die deel uitmaken van de tweede ring uitgenodigd; zij worden in staat gesteld om mee te leren van het project. In de tussentijd werken de pilothouders met hun coaches verder aan de onderzoeksvragen binnen het traject. Deze coaches zijn experts, afkomstig uit het consortium van Antea Group, Rho adviseurs, Over Morgen, TNO, Platform31 en Rebel. Zij voeren ook het onderzoek- en kennistraject uit. Dit gebeurt in opdracht van de directies Ruimtelijke Ordening en Eenvoudig Beter en het programma Aan de Slag met de Omgevingswet van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Meer informatie
- meer informatie over het kennistraject Energietransitie en Omgevingswet.
- daarnaast vindt nauwe samenwerking en afstemming plaats met het Kennis- en Leerprogramma van het programma Aardgasvrije Wijken van de VNG en het ministerie van BZK. Meer informatie hierover vindt u op: aardgasvrijewijken.nl en Op weg naar aardgasvrij.
- www.regionale-energiestrategie.nl
- aandeslagmetdeomgevingswet.nl