Wat werkt in … samen buurten – vitaliseren lokale woongemeenschappen

Verslag themabijeenkomst Wat Werkt in de Wijk

Datum: 19 april 2018, 12.30-16.30
Locatie: Woonpartners Midden-Holland, Waddinxveen

Ouderen wonen steeds langer thuis. Woningcorporaties huisvesten daarom steeds meer alleenstaande 80-plussers. Van hen wordt een mate van zelfredzaamheid verwacht die ze niet altijd kunnen opbrengen. Is het een taak van woningcorporaties zelfredzaamheid en woongeluk van ouderen te stimuleren? Waar ligt het belang van corporaties in deze kwestie? Wat kunnen corporaties doen om woongemeenschappen van ouderen te vitaliseren? Deze vragen stonden centraal tijdens de themabijeenkomst Wat werkt in … samen buurten – vitaliseren lokale woongemeenschappen die plaatsvond op een zonnige donderdagmiddag in Waddinxveen.

Achtergrond

Naarmate mensen ouder worden, wordt de woonomgeving een steeds belangrijker factor in het levensgeluk. De individualisering in de samenleving versterkt deze trend: ouderen zijn vaker op zichzelf aangewezen. Momenteel is 60 procent van de corporatiehuurders 65 jaar of ouder. Velen van hen hebben een laag inkomen en hebben gezondheidsproblemen, waardoor zij vaker een beroep moeten doen op hun (sociale) omgeving. Wanneer in de omgeving weinig sociaal contact mogelijk is, ontstaat het risico op eenzaamheid. Daarnaast neemt de kans toe dat andere problemen – bijvoorbeeld van medische of financiële aard – buiten beeld blijven. Om deze redenen klinkt de roep om meer aandacht voor de directe leefomgeving van ouderen steeds luider.

Wat speelt er bij deelnemers van de vakgemeenschap?

Uit een inventarisatie tijdens de bijeenkomst bleek dat corporaties verschillend denken over hun verantwoordelijkheid ten opzichte van de vitaliteit van de woonomgeving. Een deelnemer gaf aan dat zijn organisatie dit formeel niet als haar verantwoordelijkheid beschouwt en bij problematiek vooral doorverwijst. Tegelijkertijd wordt wel een informele verantwoordelijkheid ervaren. Andere deelnemers gaven aan dat hun organisaties zich directer verantwoordelijk voelen voor het thema en er ook interventies op toepassen, bijvoorbeeld in de vorm van intensiever beheer of actief sturen op vitaliseren van seniorencomplexen. De complexbeheerders van corporaties nemen eenzaamheid en andere problemen onder oudere huurders vaak in een vroeg stadium waar. Zij schakelen dan met partners in de wijk, bijvoorbeeld in sociale wijkteams, om te kijken of er iemand achter de voordeur kan komen.
Voor corporaties zijn vitale woongemeenschappen van belang, omdat ze bijdragen aan de leefbaarheid in wijken en complexen. Daarnaast hebben corporaties een zakelijk belang: de verhuurbaarheid van seniorenwoningen in vitale complexen is vaak beter. Ook hanteren corporaties sociale doelstellingen bij het huisvesten van kwetsbare doelgroepen. In vitale woongemeenschappen leven mensen prettiger met elkaar samen en dat is maatschappelijke winst.

Experiment Vitale Woongemeenschappen

Netty van Triest (Platform31) verzorgde een toelichting op het landelijke experiment Vitale Woongemeenschappen dat Platform31 en Aedes-Actiz Kennis-centrum Wonen-Zorg in 2017 in tien woongemeenschappen hebben uitgevoerd. Het doel van het experiment was te bezien of en hoe het onderlinge contact in seniorencomplexen gestimuleerd kan worden, gebruik makend van de eigen kracht van de bewoners. De partijen volgden de aanpak van Studio Bruis. De BRUIS-aanpak bestaat uit twee delen:

  • de organisatie van gezellige, laagdrempelige activiteiten, en
  • de organisatie van gespreksgroepen waardoor bewoners elkaar beter leren kennen en elkaar vinden in kleine groepjes gebaseerd op gedeelde interesses en voorkeuren.

Wanneer bewoners regelmatig samen aan tafel zitten en het gesprek met elkaar aangaan, ontstaat een nieuwe groepsdynamiek waarin bewoners op de voorgrond treden die zich voorheen liever meer afzijdig hielden. De corporaties in het experiment organiseerden deze gesprekken en ondersteunden bij de uitwerking van ideeën en initiatieven die hieruit voortkwamen. Bijvoorbeeld collectieve activiteiten als een inloopcafé, koffie-ochtenden, een jeu-de-boule-baan, of kleinschalige activiteiten als wandelen, leesclubs, nagels lakken. Hierdoor leerden bewoners elkaar beter kennen. Nieuwe bewoners begonnen ook deel te nemen aan de gesprekken en activiteiten. De bewoners hadden in toenemende contact met elkaar buiten de activiteiten om. Echt eenzame bewoners kwamen beter in beeld, maar bleken lastiger te bereiken.

De hoofdconclusie van het experiment is dat door het benutten van de organisatiekracht van bewoners veel winst te behalen is. Op de achtergrond blijft inzet van een professional nodig. Bewoners vinden het belangrijk dat de corporatie op een positieve manier betrokken is, bijvoorbeeld in de vorm van een klein budget en ondersteuning of aanwezigheid bij activiteiten, of voor het slechten van onderlinge drempels tussen bewoners.

Lekkenborch

Woonpartners Midden-Holland was met het complex Lekkenborch in Gouda, betrokken bij het experiment. Door de corporatie werd relatief veel energie in de verhuur van vrijkomende woningen gestoken. Door gebrek aan opvolging dreigde de bestaande activiteitencommissie te verdwijnen – een probleem dat vaker voorkomt in seniorencomplexen. Dit was voor Woonpartners aanleiding om mee te doen aan het experiment. Omdat er op dat moment geen actieve bewoners waren om de kar te trekken, heeft de corporatie zelf het initiatief genomen met methode Bruis als inspiratie.

De corporatie wilde snel concreet worden door een eerste activiteit te organiseren. Onder de voor de bewoners herkenbare naam Lekkenborch Bruist werden als eerste actie wensbomen in de gangen van het complex geplaatst, waarin bewoners hun wensen voor het complex kenbaar konden maken. Aansluitend is het Bruist-team van Woonpartners van deur tot deur gegaan om alle bewoners over het programma te informeren en te enthousiasmeren. Op een eerste grote bijeenkomst in het complex gaf het team te kennen dat zij graag wilden ondersteunen, maar dat het initiatief van de bewoners zelf moest komen. Dit leverde al direct een aantal enthousiaste deelnemers op. Vanuit deze basis kon het Bruist-team voortbouwen en met actieve bewoners nieuwe activiteiten organiseren. Toen het balletje eenmaal rolde, meldden zich steeds meer bewoners, waardoor er een breder scala aan activiteiten kon worden opgepakt, zoals de organisatie van een rommelmarkt en de aanleg van een jeu-de-boule-baan.

Terugblikkend concludeert Woonpartners dat de interventie daadwerkelijk heeft geleid tot een vitalere woongemeenschap in het complex. De interventie heeft ook geleid tot een beter contact tussen corporatie en bewoners. Daarnaast heeft het Bruist-team een aantal belangrijke lessen geleerd die ook voor anderen waardevol kunnen zijn:

  • Het is zaak om je als corporatie ondersteunend op te stellen, door bewoners af en toe een steuntje in de rug te geven.
  • Werk naar een brede basis toe, zodat de eigen rol steeds minder belangrijk wordt.
  • Bedenk van tevoren waarmee mensen geënthousiasmeerd kunnen worden, als er weinig respons komt.
  • Houd de vaart erin!

De Flatcoach

Ook corporatie Vidomes neemt waar dat oudere huurders soms extra ondersteuning nodig hebben. Zij kreeg vanuit seniorencomplexen steeds meer verzoeken om hulp en intensiever beheer. In twee seniorencomplexen in Rijkswijk heeft Vidomes een ‘Flatcoach’ aangesteld. De flatcoach is een ‘sociale huismeester’ die zich inzet voor de sociale ondersteuning van de oudere bewoners in het complex. Het takenpakket van de flatcoach combineert werkzaamheden op het gebied van welzijn, zorg en wonen. Ook heeft de flatcoach een signalerende taak en onderhoudt hierbij de benodigde contacten met het wijknetwerk zoals de wijkagent, wijkverpleegkundige en het Sociaal Wijkteam. Hij is vast aanwezig in het complex en is daarmee een vertrouwd gezicht voor bewoners en een verbindende factor in het gebouw. Dankzij de flatcoach heeft Vidomes wensen en problemen van haar oudere huurders beter in beeld en kan het hier beter op inspelen. Hierdoor verbetert het contact tussen de huurders en de corporatie en kan de corporatie de toenemende behoefte aan beheer opvangen.

Terugblikkend

Een belangrijke vraag bij het vitaliseren van woongemeenschappen is die van de verantwoordelijkheid: Is het een taak van corporaties om hierin te investeren? Omdat het vraagstuk zich, overigens niet uitsluitend, in complexen van corporatie manifesteert, lijken corporaties de aangewezen partijen om hieraan een steentje bij te dragen. Toch voelt niet elke corporatie zich hiertoe geroepen. Mogelijk is het voor twijfelende corporaties aantrekkelijk om eerst de samenwerking met partners in de wijk op te zoeken door aan te sluiten bij een lopend initiatief en hiermee ervaring op te doen. Met de aankomende vergrijzing zal de discussie over deze verantwoordelijkheid de komende jaren zeker actueel blijven.

Volgende themabijeenkomst

De volgende themabijeenkomst, Wat werkt in … aanpak en opvang van verwarde personen, vindt plaats op op 31 mei.