Column: Toekomstperspectief als remedie tegen polarisatie
Karakus in de wijk
Voor velen kwam het als een schok: DENK en de PVV die in wijken als Rotterdam Zuid, Overvecht in Utrecht en de Rivierenwijk in Deventer als grootste partijen uit de bus kwamen na de verkiezingen van 15 maart 2017. Hét bewijs dat in dit type wijken de tegenstellingen enorm zijn en het integratiebeleid heeft gefaald, zo klonk het.
Voor mij heeft de uitslag van de verkiezingen in deze wijken een heel andere betekenis. Het onderstreept namelijk niet zozeer de verschillen, maar vooral de overeenkomsten tussen mensen. Beide groepen hebben grote zorgen over veiligheid, werk, inkomen of opleiding. Beide zien nauwelijks kans hun woon- en leefsituatie te verbeteren. Beide groepen kortom delen een gebrek aan toekomstperspectief.
Maar daar komt nog iets bij. Juist vanwege die onzekere en zorgelijke toekomst grijpen ze tot in het extreme terug op hun eigen identiteit en cultuur. Alle bevolkingsgroepen in dit type wijken, of ze nu jong of oud zijn, leven in angst overruled te worden en hun eigenheid kwijt te raken.
Angst die zuiver en alleen voortkomt uit het gevoel achtergesteld te worden en in concurrentie met ‘de ander’ te leven. En dus zegt de autochtone Nederlander: die buitenlanders worden voorgetrokken op de woningmarkt. En de allochtone Nederlander trekt als eerste de discriminatiekaart als niet hij maar een autochtoon die felbegeerde baan krijgt.
Groepen zien elkaar als concurrent en soms zelfs als veroorzaker van de eigen problemen. Terwijl ze feitelijk allebei in hetzelfde schuitje zitten. Ze zullen het zelf niet snel erkennen, maar de kiezers van DENK en de PVV hebben veel meer overeenkomsten dan verschillen. En juist die overeenkomsten zouden bepalend moeten zijn voor de houding ten opzichte van elkaar.
Onder invloed van wat er de laatste tijd gebeurd is, dreigen we met elkaar de verkeerde – want vooral door emoties ingegeven – discussie te voeren: over identiteit, cultuur en herkomst. Terwijl niet zozeer integratie de voornaamste opgave is waar deze verkiezingsuitslag het nieuwe kabinet voor stelt. Want deze mensen spreken de Nederlandse taal, gaan naar school en maken gebruik van hun democratisch recht om te stemmen. Het gaat juist om het wegnemen van de concurrentiestrijd. De allerbeste remedie tegen polarisatie en discriminatie is toekomstperspectief voor iedereen.
Het wordt daarom tijd het roer om te gooien en weer massief te investeren in wonen, wijken, werkgelegenheid en veiligheid. Ik ben er namelijk van overtuigd dat, als mensen weer nieuwe kansen krijgen, met uitzicht op een betaalbare woning in een veilige omgeving, een degelijke opleiding en een vaste baan, de tegenstellingen in de samenleving kunnen worden verzacht en op termijn misschien zelfs wel kunnen worden weggenomen. Over toekomstperspectief gesproken.