Toekomst van binnensteden binnen handbereik
Verslag van de trend- en scenarioworkshop: De nieuwe binnenstad
Is uw coalitieakkoord toekomstbestendig voor de binnenstad? En hoe krijg je als gemeente meer zicht op je mogelijkheden? Wat hebben scenario’s te bieden aan binnensteden als Leiden, Waalwijk en Terneuzen en hoe ga je er vervolgens mee aan de slag? Tijdens de trend- en scenarioworkshop De nieuwe binnenstad (in opdracht van het G40-stedennetwerk) op 16 oktober doken deelnemende gemeenten in deze vragen en kwamen zij tot de conclusie: zo’n gedachtenexperiment aan de hand van scenario’s is de moeite waard.
Het is 25 graden als de 40 deelnemers van de workshop zich vlak naast het Utrechtse centrum buigen over de toekomst van hun binnensteden. De middag staat in het teken van nieuwe ideeën en toekomstbestendigheid en sommige gemeenten proeven voor het eerst aan de scenariomethodiek. Een methode die hen in staat stelt om verder vooruit te kijken dan de komende vier jaar.
“Klimaatverandering staat voor de deur en leefbaarheid onder druk. Een bloembak is dan echt niet genoeg.”
De coalitieakkoorden van de afzonderlijke gemeenten verraden de richting die de nieuwe Colleges voor ogen hebben. Ironisch genoeg komen klimaatadaptatie en -mitigatie een aantal keer naar voren – binnensteden bereiden zich voor op hittestress en spelen in op nieuwe, duurzame mobiliteitsvormen. Een van de deelnemers vat in dit verband samen: “Je ziet overal in steden verdichting optreden en daarmee druk op de openbare ruimte. Ondertussen komen gevolgen van klimaatverandering op ons af. Een bloembak is dan echt niet genoeg.” Onder de deelnemende gemeenten worden daarnaast opvattingen gedeeld over het belang van gezondheid en leefkwaliteit in de binnenstad. Net als van functiemenging en economische vitaliteit. En ook de vaste onderdelen retail, parkeren en bereikbaarheid krijgen in de akkoorden weer aandacht volgens de deelnemers. Gaststad Utrecht verdient voor het laatste veel lof en heeft voor een aantal gemeenten een voorbeeldfunctie.
Wat komt op binnensteden af?
De gemeenten zitten vandaag om verschillende redenen aan tafel. De een ziet kleine ondernemers worstelen met technologische ontwikkelingen, de ander wilt meer weten over regie in het steeds ingewikkeldere binnenstadspeelveld. Hoe je omgaat met ontwikkelingen die op je afkomen en op welke manier je deze kunt beïnvloeden, is de centrale vraag.
Om hier antwoord op te geven neemt Kees Machielse van de Hogeschool Rotterdam de deelnemers mee in de wereld van de scenariomethodiek. Werken met scenario’s kan volgens hem helpen om ontwikkelingen waar je geen controle op hebt en die een grote mate van onzekerheid kennen, behapbaar te maken. De opwarming van de aarde valt hier bijvoorbeeld niet onder (dit is namelijk een zekerheid), maar ontwikkelingen op het gebied van data wel (zijn deze straks van iedereen of van een paar partijen?). Verschijnselen die nu nog in de marge plaatsvinden, kunnen over enkele jaren disruptieve gevolgen hebben voor hoe binnenstadsmanagers te werk gaan. Honderd jaar geleden was de auto zo’n verschijnsel. Niemand die in de tijd van paard en wagen voorzag wat de disruptieve gevolgen hiervan zouden zijn voor mobiliteit. Kees Machielse geeft de deelnemers dan ook de les mee om de ogen goed open te houden voor dit soort ogenschijnlijk marginale ontwikkelingen.

“Kringloopwinkel komt in het pand van de Hudson’s Bay”
Scenario’s maak je nooit alleen en dus gaan de deelnemers in groepen aan de slag met de scenario’s van de publicatie De nieuwe binnenstad. De assen staan uitgetekend langs de onderwerpen data en circulaire economie en de opdracht is om krantenkoppen en projecten te bedenken die in een van de vier scenario’s van over 20 jaar zouden kunnen bestaan. Al gauw rollen de krantenkoppen door de zaal: “Sandra ligt de hele dag in bed maar haalt de meeste punten” (Binnenstad als Game), “Binnensteden voor digitale detox” (Binnenstad United) en “Kringloopwinkel komt in het pand van de Hudson’s Bay” (Autarkische binnenstad). Ook worden parkeergarages omgeturnd naar urban farming en kunnen bewoners die laag scoren in het circulaire puntensysteem (denk China) dit compenseren door deel te nemen aan medische proeven. Aan ieder scenario kleven positieve en negatieve gevolgen.
“In dit scenario zou ik niet willen wonen.”
Zo is een negatief gevolg van de binnenstad als game dat grote bedrijven in 2038 de touwtjes in handen lijken te hebben om bewoners ‘wenselijk gedrag’ te laten vertonen. En dat bewoners in de exclusieve binnenstad tot speelbal van grote bedrijven zijn geworden. De helft van de deelnemers zou dan ook niet in de binnenstad uit hun scenario willen wonen. Tot de positieve gevolgen behoren projecten die afval waardevol maken – al gehoord van het Madaster? – en die vraaggestuurde buurtmobiliteit mogelijk maken. Ook zullen er nieuwe verdienmodellen ontstaan doordat bewoners hun eigen data beheren. Dit gaat dan weer gepaard met het anders aankijken tegen issues rondom privacy.
De overheid anno 2038
Hier dient zich een discussie aan over de rol van de overheid. Op de vraag of deze in 2038 nog in haar huidige vorm bestaat, komt geen eenduidig antwoord uit de zaal. De een zegt ‘nee’, de ander wijst op de overheid als vangnet voor de ‘onderkant’ van de samenleving. “De balans tussen de overheid, bedrijfsleven en burgers gaat verschuiven", besluit een van de deelnemers. “Maar belangrijk is dat die partijen blijven bestaan, dat het spel gespeeld blijft worden.”
Er valt veel te kiezen tot 2022
Er valt veel te kiezen in de binnenstad, maar hoe doe je dat? En hoe ga je er vervolgens mee aan de slag? De deelnemers zijn het er in ieder geval over eens dat de systematiek van werken met scenario’s handig is. Een concrete handeling die uit deze workshop volgt is dat gemeenten scenario’s met hun samenwerkingspartners in de binnenstad kunnen opstellen aan de hand van eigen gekozen assen. Bijkomend voordeel hiervan is dat je op die manier een gezamenlijke taal gaat spreken over de binnenstad en dat je alle belangen aan tafel hebt.
“Ik ga wel vaker de vraag stellen: ‘Waar denk je dat we over 20 jaar zijn en wat is daarvoor nodig? Wat gaan we daarvoor doen?’”
Een tweede aanknopingspunt is volgens de deelnemers de komst van de Omgevingswet. Deze biedt veel ingangen om op een andere manier na te denken over de leefomgeving. Bovendien kan een scenariosessie met belanghebbenden en omwonenden meteen een invulling zijn voor de in de Wet vereiste participatie. En natuurlijk is daar nog een belangrijk handvat om de binnenstad van de toekomst in balans te houden, namelijk intern vragen: ‘Waar denk je dat we over 20 jaar zijn, wat is daarvoor nodig en wat gaan we daarvoor doen?’ Slaat deze vraag niet aan? Probeer dan eens de volgende: Hoe zag 2005 er anders uit dan nu?
Meer weten?
De trend- en scenarioworkshop van 16 oktober is onderdeel van de Community of Practice: De nieuwe binnenstad. Platform31 gaat aan de hand van de opbrengst van deze workshop invulling geven aan dit traject. Voor meer informatie hierover kunt u contact opnemen met