Succesvol afsprakenkader voor beschermd wonen

Een interview met Tom Houben, beleidsadviseur bij gemeente Venlo

Gemeenten hebben de taak om meer uitstroom uit beschermd wonen en maatschappelijke opvang naar een thuis in de wijk te realiseren. De opgave is helder, maar om hoeveel mensen gaat het? Welk type woning en ondersteuning hebben zij nodig? In Noord-Limburg ontwikkelden vijf woningcorporaties, 22 zorgorganisaties en zes gemeenten een afsprakenkader om deze opgave te realiseren. Tom Houben, beleidsadviseur beschermd wonen bij de gemeente Venlo, vertelt over de samenwerking en de eerste concrete resultaten.

Een eerste poging tot samenwerken

Houben is vanuit centrumgemeente Venlo aangesteld en verantwoordelijk voor het beleid en de transformatie van beschermd wonen in de regio Noord- en Midden-Limburg. Die gezamenlijke aanpak kwam van ver: “De samenwerking rond beschermd wonen tussen de gemeenten en de woningcorporaties moest nog van de grond komen. Sommigen dachten echter dat ze al aardig op weg waren, maar moesten samen nog hard werken aan het vertrouwen en de relatie. Hier hebben we de tijd voor genomen. Uiteindelijk was er een open gesprek met de benen op tafel waar ze oud zeer en teleurstelling uit het verleden bespraken. In diverse werksessies leerden we elkaars taal beter spreken en werden we bewust van elkaars belangen. Daarna was het aanstellen van een projectleider belangrijk om projectmatig aan de slag te gaan met de gezamenlijke ambitie om ‘alle kwetsbare burgers snel en effectief passende huisvesting bieden’.”

Afsprakenkader beschermd wonen

In de reguliere prestatieafspraken, die gemeenten met woningcorporaties maken, is beschermd wonen nadrukkelijk opgenomen. “Dit maakte het makkelijker om elkaar aan te spreken op verantwoordelijkheden”, zegt Houben. Echte afspraken vergen een nader tot elkaar komen en elkaars belangen leren kennen. Woningcorporaties wilden hun verantwoordelijkheid voor het huisvesten van de doelgroep bijvoorbeeld nemen, maar niet ten koste van leefbaarheid en een hoop gedoe. Ook wilden ze garanties in geval van schade aan de woning. Op dit onderwerp is wat water door de maas gegaan, maar uiteindelijk werd overeenstemming bereikt voor het opzetten van een garantiefonds.

In het afsprakenkader ‘Huisvesting kwetsbare burgers Noord-Limburg’ legden ze de afspraken vast, inclusief de organisatie van de samenwerking nu en in de toekomst op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Ook zijn de taken, rollen en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen gedefinieerd, net als de manier waarop men elkaar aanspreekt als de samenwerking stroever verloopt. Met een feestelijke ondertekening in november 2018 committeerden alle partijen zich aan gezamenlijke ambitie, afspraken en intensieve samenwerkingsrelatie.

Transferpunt sociale huurwoningen

Om goed te starten, probeerde Noord-Limburg eerst zicht te krijgen op de doelgroep. “Dat hebben we gedaan op basis van data en prognoses”, vertelt Houben. “Natuurlijk heb je geen zekerheid. Daarom spraken we af om gedurende het jaar de daadwerkelijke vraag te monitoren.” Vraag en aanbod worden in Noord-Limburg bij elkaar gebracht via het transferpunt sociale huurwoningen. Daarvoor stelden ze gezamenlijk een coördinator en een administratief ondersteuner aan. De coördinator faciliteert het proces en is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het transferpunt en latere uitbreiding van doelgroepen. “We hebben bewust gekozen om klein te beginnen en later verder uit te bouwen naar andere doelgroepen”, zegt de beleidsadviseur beschermd wonen. “Bijvoorbeeld forensische cliënten en cliënten van de vrouwenopvang.”

In de praktijk

Het transferpunt vraagt de zorgaanbieders beschermd wonen en maatschappelijke opvang elke maand of er cliënten zijn die de stap naar de wijk kunnen maken. De coördinator beoordeelt deze aanvragen en schat aan de hand van situatie en voorkeuren in bij welke woningcorporatie deze cliënt het best op zijn plek is. Ter voorbereiding ontvangt deze corporatie het aanmeldformulier voor de cliënt. Elke maand vindt een (vooralsnog) fysiek overleg plaats waarin de status van eerdere transfers met de woningcorporaties wordt besproken. Daarna sluiten alleen de zorgorganisaties aan die cliënten aanmeldden voor de uitstroom.

Na de bespreking leveren de cliënt en begeleider alle gegevens aan bij de best passende woningcorporatie en start het zoekproces naar een woning. De cliënt en woningcorporatie maken uiteindelijk de daadwerkelijke match. Dan volgt minimaal een driepartijenovereenkomst en zorg op basis van begeleiding individueel of beschermd thuis. Mensen die uit beschermd wonen stromen, mogen ook altijd via de reguliere weg naar een woning zoeken. Houben: “Inmiddels zijn 75 cliënten aangemeld bij het transferpunt en een groot deel hiervan woont momenteel in zijn eigen woning.”

Relaties onderhouden

De investering in de onderlinge relaties blijft ook later in de samenwerking belangrijk, benadrukt Houben. “Gemeenten bestookten de woningcorporaties de afgelopen jaren bijvoorbeeld vaak met data, maar als vervolgens de harde cijfers uitblijven, is het vertrouwen weg. Maar de transformatie van het beschermd wonen is geen koekjesfabriek”, benadrukt Houben. “Je moet daarom samen vaak het verhaal van de opgave delen en elkaar uitleggen hoe je tot welke cijfers komt. Zo kwamen wij tot de consensus dat de getallen nooit helemaal precies kloppen. Een factsheet met de basisfeiten bleek uiteindelijk voldoende om het vertrouwen te herstellen. Inmiddels is er meer een wij-gevoel en kunnen we elkaar aanspreken op de afspraken. Al doende leren we optimaal samenwerken, voorbij het afsprakenkader en transferpunt. Zo willen we meer variatie in wonen en zorg om een succesvolle transformatie van het beschermd wonen en maatschappelijke opvang te realiseren. We moeten samen investeren in de draagkracht van wijken en sociale inclusie van de doelgroep.”

Lessons learned

Tot slot deelt Houben nog enkele geleerde lessen over dit traject:

  • Start vanuit een gezamenlijke ambitie
    Als het moeilijk wordt, kun je altijd terugkeren naar deze afspraak. Overeenstemming van de ambitie is de basis en het fundament van alle samenwerkingsverbanden.
  • Pak de regie
    Een partij moet de regie pakken. Vergelijkbare initiatieven leren dat gemeenten, zorgorganisaties en woningcorporaties ieder deze rol prima kunnen invullen.
  • Zet in op relaties
    Besteed veel tijd aan het proces en informele contact. Sluit aan bij het landelijke programma Weer Thuis! voor begeleiding en het landelijk perspectief op de opgave. Maar begin vooral, doen en ervaren is erg belangrijk.
  • Neem je verlies als dat nodig is
    Je kunt niet altijd je poot stijf houden als organisatie en het proces onnodig vertragen.