Schilderswijk moeders zorgen samen voor ondersteuning in de wijk

Buurtcentrum de Mussen in de Schilderswijk in Den Haag zorgt sinds 2013 voor informele ondersteuning in de wijk. Dat doen ze met de Schilderswijk Moeders. Zij leggen contact met andere bewoners en helpen bij lichte en zware problemen. Bij zwaardere problematiek verwijzen ze naar professionele hulp. Met subsidie van ZonMW, en onder de titel ‘Samen Schilderswijk’, bouwde het buurtcentrum afgelopen twee jaar verder aan de samenwerking met formele en informele zorg- ondersteuning in de wijk. Marie-Hélène Valk, coördinator van de Schilderwijk Moeders vertelt meer over hun initiatief en werk in de wijk. “Zo kunnen we inwoners sneller en meer gezamenlijk helpen. En de moeders krijgen veel vertrouwen in de wijk.”

De Schilderswijk is een van de ‘kwetsbare wijken’ van Den Haag. Levendig en multicultureel, maar ook een wijk met veel armoede, schulden, overlast door jongeren, criminaliteit en sociaal isolement. Veel inwoners wantrouwen de overheid en blijven weg bij professionele hulpverlening. Buurtcentrum De Mussen zette daarom in 2013 ‘de Schilderwijk Moeders’ op, gefinancierd door de gemeente Den Haag en Kansfonds. “Inmiddels zijn er 24 moeders betrokken”, vertelt Valk. “Het zijn getrainde vrijwilligers met uiteenlopende etnische achtergronden. Zij wonen zelf in de wijk en helpen van daaruit andere wijkbewoners. Bijvoorbeeld met het invullen van formulieren, bij financiële vragen, schulden, opvoedingsproblematiek en ook huiselijk geweld. Ook stimuleren ze geïsoleerde vrouwen om cursussen en vrijwilligerswerk te doen. Zo nodig zorgen ze dat reguliere hulpverlening op gang komt. De moeders krijgen veel vertrouwen in de wijk.”

Denkrichting: Versterk de sociale basisinfrastructuur

Met denkrichtingen geeft GezondIn suggesties voor beleid en aanpak van gezondheidsachterstanden voor gemeenten tijdens en na coronacrisis. Het verhaal over de Schilderswijk Moeders gaat over versterken van de sociale basisinfrastructuur. Tijdens de eerste lockdown ontstonden overal in het land initiatieven van onderop: inwoners hielpen elkaar. Informele en formele hulporganisaties zochten elkaar meer op waardoor er een beter vangnet voor kwetsbare burgers ontstond. Dit gebeurde vooral in gemeenten waar al een sterke sociale basisinfrastructuur bestond. Investeer als gemeente dus in de relatie met ketenpartners in de wijken en onderhoudt contacten en netwerken. En geef initiatieven vertrouwen en handelingsruimte. Hier heb je baat bij in een volgende crisis, maar ook nu om zicht te krijgen op knelpunten en oplossingen.

Uitbreiden van samenwerking voor wijkbewoners

Twee jaar geleden kondigde ZonMw een subsidieronde aan in het kader van het programma de Juiste Zorg op de Juiste Plek (JZJOP). Dat is bedoeld om de samenwerking in de wijk tussen formele en informele zorg voor inwoners te verbeteren. Buurtcentrum De Mussen diende met succes een voorstel in, samen met een flinke club partners; de gemeente Den Haag, WMO en Centrum voor Jeugd en Gezin, Parnassia, Indigo, Zuster Mina Zorg & Advies, de Schilderswijk Moeders en Stichting Multiculturele Vrouwen in de Schilderswijk. “Met sommige van die organisaties werkten we al langer samen,” licht Valk toe. “Maar voor dit traject zijn we opnieuw gaan kijken welke vragen we nu krijgen van wijkbewoners. En naar welke professionele hulp we dan willen doorverwijzen als dat nodig lijkt. Zo kwamen ook nieuwe, mogelijke partners in beeld.“

Professionele hulp en vertrouwen van inwoners

Bij de start van het JZJOP-traject deelden de partnerorganisaties informatie over wat ze deden. En brachten ze over en weer in kaart wat ze voor elkaar konden betekenen. Valk: “Dat alles vanuit de vraag: hoe zorg je met elkaar voor een tijdig en adequaat aanbod? Daaruit bleek onder meer dat de professionals zien dat er voor inwoners vaak meer speelt dan het probleem waarvoor zij professionele hulp bieden. Dan is ook andere hulp gewenst en helpt het als je het netwerk goed kent. Sommige professionele organisaties vroegen zich af of de Schilderswijk moeders konden helpen bij nazorg. Wij hebben minder strikte kaders en ook meer tijd voor de inwoners. En willen, als het om nazorg gaat, daar zeker wat in betekenen. Tegelijkertijd willen we geen onderdeel worden van de professionele zorgverlenersketen, want dan verlies je als informele ondersteuning je kracht. Die ligt in het vertrouwen dat inwoners in ons hebben. Soms worden we pas ingeschakeld door, of ná de professional. Dan zien inwoners je al snel als hun verlengstuk. Daarom willen we het liefst al contact opgebouwd hebben met een inwoner, voordat die naar een professional gaat. Dan heb je dat probleem niet.”

Aandacht voor moeder én kind

Een van de concrete resultaten van het JZJOP-traject is dat het Centrum voor Jeugd en Gezin, waarmee de Schilderswijk moeders samenwerken, nu ook kijken naar duo-coaching. “Wij hebben contact met de moeders, zij met de kinderen”, legt Valk uit. “Op die manier kun je beter samenwerken. Inwoners uit de Schilderswijk zijn vaak bang voor jeugdhulp. Maar door een samenwerking aan te gaan van informele en formele hulpverlening, zorg je ervoor dat de inwoners meer vertrouwen hebben in de professionele jeugdhulpverlening. We zien ook een positieve verandering in de houding van de bewoners ten opzichte van het Centrum voor Jeugd en Gezin.”

De Schilderswijk Moeders gaan ook intensiever samenwerken met Ella-verloskundigen in de wijk. Zij bieden zwangere vrouwen tien bijeenkomsten aan. Die gaan over de bevalling, borstvoeding, gezond eten en leven etc. Een deel van de vrouwen die meedoen leven geïsoleerd. Valk: “We zijn per 1 juli van start met een pilot waarbij de Schilderswijk Moeders aansluiten bij die bijeenkomsten. Het doel van deze pilot is om te kijken hoe het is om samen te werken met een professionele partner. Als het lukt om deze vrouwen te activeren, dan heeft dit ook een positieve invloed op het kind. De moeders weten dan bijvoorbeeld wat ze voor haar kind kan ondernemen zoals voorschoolse kinderopvang, beter de taal leren etc. Het doel dus van de bijeenkomsten is dus breder: meedoen om ervoor te zorgen dat zowel moeder als kind (en dus het hele gezin) tijdig worden geholpen door de moeder uit het isolement te halen. We gaan die pilot ook monitoren en evalueren. We kijken dan onder meer naar: hoe werkt het samen optrekken? Wat levert het op voor de zwangere vrouwen? We zijn nog wel bezig met de financiering voor dit extra werk.”

Duurzame ondersteuning in de wijk

“Gelukkig kunnen we nu weer op volle kracht in de wijk aan het werk na de lockdown door corona”, vertelt Valk. “En dat is ook hard nodig want er speelt veel bij de wijkbewoners. Het spreekuur bij Buurtcentrum De Mussen hebben we zodra het weer kon opgestart. En we zijn daar ook snel met allerlei activiteiten voor de jeugd gaan organiseren. En we zijn met huiswerkbegeleiding begonnen. Maar het is reuzedruk geweest, en voor veel wijkbewoners zijn het moeilijke tijden. Zo hebben we in een paar maanden zes situaties van huiselijk geweld meegemaakt. Zoveel in korte tijd had ik als coördinator nooit eerder meegemaakt. Hoe dan ook zal er ook het komende veel extra ondersteuning van ons worden gevraagd, verwacht ik. Snel de juiste en duurzame ondersteuning bieden in de wijk, dat is nu extra belangrijk.”