Samen sterker dan alleen
Terugblik op de eerste masterclass Midsize NL
Samenwerken op regionaal niveau lijkt middelgrote steden winst op te leveren. Samen sterk klinkt op papier heel goed, maar ligt in de praktijk een stuk gecompliceerder. Waarom werken steden samen, met wie en hoe? Tijdens de eerste van vier masterclasses Midsize NL in Dordrecht doken ambtenaren van vijftien middelgrote steden samen met de ‘masters’ Marcel Boogers en Geert Teisman in de vraag: waar ligt de regionale kracht voor de middelgrote stad?
De toekomst van middelgrote steden is meer dan ooit verbonden met haar positie in de regio en samenwerking met anderen. Dat besef groeide gedurende de eerste masterclass Midsize NL die Platform31 en Ruimtevolk organiseerden. Deelnemers vonden het inspirerend om er met elkaar achter te komen waarom ze überhaupt zouden willen samenwerken en hoe ze dat het beste kunnen doen. Met verbeeldingskracht en verbindingskracht als richtinggevende begrippen.
Van complete stad naar complete regio
Burgers en bedrijven trekken zich over het algemeen weinig aan van bestuurlijke grenzen en kijken automatisch over de gemeentegrens. Daarbij komt dat ook steeds meer voorzieningen een bovenlokale functie hebben. Vooral voor de middelgrote stad is dit een belangrijk gegeven: het gewoonweg niet vol te houden om een complete stad te willen zijn. Middelgrote steden zouden beter slimmer kunnen samenwerken met steden en dorpen in de regio: van complete stad naar complete regio.
Drechtsteden als praktijkcase
Succesvol samenwerken gaat vooral over geven en nemen op een manier dat er meer ontstaat dan de som der delen. Marcel Boogers, bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Twente en senior consultant bij BMC Advies, bouwde zijn verhaal hierover op rond drie elementen: regionale strategie, regionale samenleving en regionale structuur. Met de regio Drechtsteden als praktijkcase. De regio rond Dordrecht heeft al de nodige ervaring met regionale samenwerking en bleek hierdoor een rijke casus waaraan Boogers regelmatig refereerde.
Verbeeldingskracht
Gert Slager, directeur van bureau Drechtsteden, gaf een inleiding over de geschiedenis van de regionale samenwerking in de Drechtsteden. Hij vertelde hoe via een proces van zelfgekozen samenwerking tussen de gemeenten een stevig regionaal stedennetwerk is opgebouwd. Een samenwerking die ontstond vanuit de gezamenlijke ambitie om de oevers van de Merwede nieuw leven in te blazen: de rivier als bindend element voor de regio. Met andere woorden: de verbeeldingskracht vormde de basis voor de regionale samenwerking in de Drechtsteden. Dat leverde geweldige resultaten op. Vervolgens werd er doorgepakt. De Drechtsteden focusten op efficiencyvoordelen: het instellen van shared serviceorganisaties, waaronder een gezamenlijke sociale dienst.
Terug naar de inhoud
Geert Teisman, hoogleraar bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam reflecteerde op het verhaal van Slager en constateerde dat de aandacht in de loop der jaren verschoof van ‘de verbeeldingskracht die de afzonderlijke steden bond’ naar ‘hoe maken we Drechtsteden tot een organisatie’. Het effect volgens Teisman: het bindend vermogen naar de achterbannen nam af. Bestuurders van de afzonderlijke steden en dorpen zetten steeds meer vraagtekens bij de samenwerking die gaandeweg was uitgemond in een eigen bestuurslaag. Willen de Drechtsteden hun toegevoegde waarde weer terugbrengen, dan klinkt de roep om opnieuw naar de inhoud te gaan steeds luider.
Verbindingskracht
Een ander centraal begrip in de betogen van de twee hoogleraren was de noodzaak van het verbinden van verschillende schaalniveaus. In de huidige samenleving vindt het proces van globalisering en lokalisering gelijktijdig plaats. Via internet zijn we binnen drie muisklikken verbonden met alle uithoeken van de wereld. Tegelijkertijd groeit de wens om lokale verbondenheid. Dit laat de opkomst van streekproducten bijvoorbeeld zien. De kracht van regionaal samenwerken zou ‘m kunnen zitten in het snel schakelen tussen de verschillende schaalniveaus en het verbinden van lokale spelers en de spelers op wereldniveau. Volgens Teisman gebeurt dit bij voorkeur in de triple helix: de samenwerking tussen overheid, ondernemers en onderwijs.
Investeren in informele netwerken
De economic boards die momenteel in veel regio’s ontstaan zijn daarvoor een geschikt middel. Waar overheden goed zijn in de verbinding met lagere schaalniveaus, blinken bedrijven zoals ASML uit in de verbinding met de ‘rest van de wereld’. Het uitbouwen van die wisselwerking kan de regionale kracht van de middelgrote stad vergroten. Boogers wees daarbij ook op de belangrijke rol van sociale netwerken. Volgens hem kunnen de informele netwerken die ontstaan in bijvoorbeeld de skybox van FC Dordrecht net zo belangrijk zijn dat als de formele netwerken in de Drechtsteden. Juist deze notie over de waarde van het investeren in de informele sociale netwerken inspireerde Gert Slager om de volgende dag weer vol goede moed aan de slag te gaan met de symbolische wederopbouw van de regionale kracht van de Drechtsteden.