Samen duurzame scholen maken: “Je bent eigenlijk bewustzijn aan het monteren, geen zonnepanelen”

Interview met Henk Oosterling, filosoof en oprichter van Rotterdam Vakmanstad

Momenteel werken elf basisscholen door heel Nederland, met hulp van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, aan het aardgasvrij maken van hun schoolgebouw. De filosoof Henk Oosterling deelt zijn inzichten voor scholen die zelf ook zo’n frisse en duurzame renovatie uitvoeren of overwegen. “Denk in eerste plaats circulair inclusief in plaats van lineair exclusief.”

Bij de Rotterdamse filosoof Henk Oosterling gaat het om denken én doen. Jarenlang was hij parttime hoofddocent filosofie aan de Erasmus Universiteit. De andere helft van zijn werkweek stopte hij in Rotterdam Vakmanstad. Met deze ontwikkelingsstrategie probeerde de inmiddels gepensioneerde denkende doener het aanleren van vaardigheden en vakmanschap weer terug te krijgen in het curriculum van de scholen in zijn thuisstad. Ecowijsheid staat daarbij centraal. Daarvoor bedacht hij een integrale ‘ecosociale cirkel’, waarin leerlingen naast de gewone lesstof ook les krijgen in bijvoorbeeld judo, tuinieren, filosoferen, techniek en koken. Want wie wil sporten, moet goed eten en wie goed wil eten, moet het zelf verbouwen en bereiden en daarin samenwerken en in gesprek gaan: het grijpt allemaal in elkaar.
Die integrale circulariteit is tekenend voor het denken van Oosterling, ook als het gaat om een schoolgebouw verduurzamen; alles hangt samen en linkt in elkaar. “Wie zijn schoolgebouwen wil verduurzamen, moet voorbij het fysieke gebouw kijken. Welke faciliteiten heb je nodig voor jouw curriculum? Moet je didactische keukens bouwen? Een tuin erbij? Je gaat dus niet alleen de school verbouwen, maar ook de onderwijskundige visie. Zo versterkt het onderwijs via de verbouwplannen. Een multifunctionele restyling geeft namelijk ook de kans een ander soort onderwijs te ontwerpen, dat meer gepersonaliseerd is, maar toch samenwerking stimuleert en dus beter past bij de eisen van de 21ste eeuw. Een voorstel tot verduurzaming van het gebouw ligt daarom ingebed in nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs.”

Ecowijs worden

Met het opstellen van de 21st Century Skills hebben scholen genoeg aanknopingspunten om verduurzaming in te bedden in hun curriculum. “De Raad van Cultuur heeft die nieuwe vaardigheden van Unesco vrijwel allemaal opgenomen in het onderwijspakket in 2005. Daar moet je mee aan de slag. Het is echter merkwaardig dat in de Nederlandse situatie ecowijsheid helemaal uit het onderwijspakket is gesloopt. Dat moet je wél meepakken, want daar zit juist die ‘knoop’-gedachte in: Het gaat om circulair denken en doen. Door ecowijsheid gaan leerlingen begrijpen hoe zij op allerlei schalen als een knoop in netwerken handelen, hoe lijnen aansluiten en zich met elkaar verknopen; het is een circulair inclusief-denken.”
Dat vormt ook de achterliggende gedachte bij de ecosociale cirkel van Oosterling. Want door verschillende domeinen aan elkaar te linken, ervaren leerlingen zelf dat ze een schakel in een keten of knooppunt in een netwerk zijn. “We zitten niet in een piramide van Maslow. Top-down en bottom-up zijn niet meer relevant. Het individu, de school, het schoolbestuur, de gemeente, de wijk, het curriculum, de ouders; alles is verknoopt en beïnvloedt elkaar.” Voor het verduurzamen van een schoolgebouw moet je volgens Oosterling als school ook ecowijs worden en een strategie bedenken om op al die schalen – individu, ouders, school, wijk, stad, die door feedbackloops verbonden zijn – mensen verbinden.

Plannen smeden

Met verduurzaming in het curriculum heb je een goede basis om ook een fysieke verbouwing van de grond te krijgen volgens de filosoof. Daarvoor moet ook verduurzaming onderdeel zijn van een grotere onderwijsvisie: dit willen we onze kinderen meegeven. “Je kunt een lekkend dak aangrijpen om voor zonnepanelen te kiezen, maar je kunt ook vanuit een visie vinden dat de school klimaatneutraal moet zijn. Daarmee kom je verder”, zegt Oosterling. “Duurzaamheid is dus geen geïsoleerde actie van ‘even zonnepanelen en klaar’. Je moet je bewust zijn dat hier de toekomstige bewindslieden, politici, CEO’s en vaklieden rondlopen. Als je een duurzame toekomst wilt scheppen, dan moet je kinderen op zo’n manier laten omgaan met duurzaamheid, dat het voor hen geen keuze meer is. Het moet daarom onderdeel van je infrastructuur en curriculum zijn en dus vastliggen in de onderwijsvisie.”
Na het borgen van duurzaamheid in de onderwijsvisie moet ook het jaarplan dezelfde boodschap brengen: dit gaan we doen om duurzaam te worden. “Deze transitie leg je dus ook binnen je jaarplannen vast, zodat er draagvlak is en geld beschikbaar komt voor de nodige aanpassingen”, aldus Oosterling. Het grijpt ook hier allemaal op elkaar in: de school kan alleen verduurzamen als het schoolbestuur ‘mee’ gaat. De verduurzamingsopgave wordt dus onderdeel van het jaarplan en de grotere onderwijsvisie. “Kinderen zijn zo dagelijks actief met de transitie bezig en ervaren het niet als hinder als de verbouwing voor rotzooi en rotherrie zorgt. Zo krijg je ook de ouders mee.”
Stilstaan bij de drieledige functie van scholen is bij het smeden van plannen op zijn plek. “Een school heeft een rol op fysiek, sociaal en mentaal vlak”, legt Oosterling uit. “Wanneer je het schoolgebouw bekijkt vanuit die drieledige duurzaamheid, is verduurzaming niet alleen een fysieke ingreep. Als school ben je een knooppunt in de wijk, een plek voor leerlingen en hun ouders die vaak in diezelfde wijk wonen. Door in te zetten op ecowijsheid bij alle betrokkenen, verbind je mensen op een andere, gezonde manier en laat je ze op een gezonde manier samenwerken. Duurzaamheid moet je dus op die drie lagen vertakken en in elkaar definiëren. Wanneer je dat vastlegt in je onderwijsvisie en jaarplan, zien mensen dat je met een ander soort onderwijs bezig bent waar een ander soort gebouw bij hoort; je bent dus eigenlijk zelfbewustzijn aan het monteren, in plaats van zonnepanelen.”

Aanjagen en strategie bepalen

Het kan ook misgaan. De Rotterdamse filosoof was zelf betrokken bij de verbouwing van een school in de wijk Bloemhof in Zuid-Rotterdam. “Daarvoor werden twee dependances bij elkaar gezet in een nieuw gebouw, ver weg van de keukens en de tuinen die in de jaren daarvoor aan de oude gebouwen waren toegevoegd. De gemeente zei dat de verbouwing 1,5 tot 2 jaar zou duren. Inmiddels zijn we 5 jaar verder, de school bestaat niet meer en aan de twee gebouwen is nog niets gedaan. Die verstikkende sloomheid waarmee gemeentes top-down scholen renoveren, moet je voorkomen.” Dat kan volgens de filosoof door circulair inclusief te denken, een goede aanjager te vinden en iedereen erbij te betrekken. “Je moet iemand hebben die het proces aanjaagt en draagt; iemand die zich verantwoordelijk voelt, z’n gezicht laat zien en tijdens het hele proces voor iedereen aanspreekbaar is. Het vooroverleg met alle betrokken is cruciaal. Anders gebeurt er niks. Dat hoeft niet een formele autoriteit te zijn, maar iemand die bij de school betrokken wordt en de onderwijsvisie deelt. Je kunt ook studenten laten meedenken en stagairs erbij betrekken.”
Naast een enthousiaste aanjager zijn nieuwe netwerken en arrangementen nodig binnen een slimme strategie die inspeelt op wat Oosterling ‘circulaire valorisatie’ noemt. “De overheid kan aardgasvrij niet top-down erdoorheen drukken en bottom-up is evenmin voldoende”, zegt hij. “Het gaat erom wie in welke fase in het project besliskracht en doorzettingsmacht heeft en hoe alle betrokken partijen, van gemeente tot ouders, feedback geven. Zo komen naast docenten, het schoolbestuur en de gemeente ook woningcorporaties en ouders in beeld. Juist die laatste groep vormt uiteindelijk het draagvlak voor een maatschappijbrede transitie. Daarom helpt het als we onze overlegvormen circulair en inclusief maken. Daaromheen moet je een strategie en tactieken ontwikkelen over hoe op welk moment welke partijen erbij worden betrokken. Die strategie kun je al denkend en al doende bijstellen.”

Meerwaarde verknopen

Wie de verduurzamingsbal aan het rollen wil krijgen, moet volgens Oosterling beginnen met het creëren van een win-winsituatie: wat ervaart de ander (en op welke termijn) als kwalitatief beter dan de huidige situatie? “Onderwijs gaat allereerst over wat voor burgers we willen vormen en wat voor samenleving we willen creëren. Wat levert het op voor scholen om hieraan mee te doen? En wat haalt de gemeente eruit? Wat zijn de gemeenschappelijke belangen? Dat zijn vragen waarmee je start en waarmee beweging kan ontstaan. Dan ervaar je ook dat de school een knooppunt vormt in onze samenleving en een voorbeeldfunctie heeft in de wijk. Een schoolgebouw van het aardgas halen kan daardoor maatschappelijk veel meer betekenen dan een louter fysieke ingreep. Wil je als gemeente werk maken van verduurzaming, kijk dan hoe je je scholen klimaatneutraal kunt krijgen – zorg dan wel dat je het integraal aanvliegt en verschillende domeinen daarbij verknoopt. Het gaat om een performatieve implementatie: iedereen doet mee en ziet elke dag dat duurzaamheid op de agenda staat en werkbaar is. Zo zie je dat een fysieke ingreep nooit losstaat van sociale en mentale transities. Mensen gaan ook anders doen en denken. In dit ‘ECO3 doendenken’ zijn woorden altijd daden en staan denken en doen niet los van elkaar.”

Meer lezen

Henk Oosterling heeft ruim dertig boeken op zijn naam staan. Zijn ervaringen en inzichten over Rotterdam Vakmanstad (RVS) zijn gebundeld in Rotterdam Vakmanstad: publiek onderzoek 2006-2008 (pdf), Woorden als daden. RVS 2007-2009 (pdf) en ECO3. Doendenken. RVS 2010-2012. Deze boeken gaan over het nemen en geven van verantwoordelijkheid in een wereld die meer overleeft dan samenleeft.