Samenwerken in de geest van de Omgevingswet

Terugblik praktijkbijeenkomst Deventer – 16 februari 2017

Om de kansen die de Omgevingswet met zich meebrengt optimaal te benutten, is samenwerking en integraal werken noodzakelijk. Naast integraliteit is ook samenwerking met maatschappelijke organisaties en bewoners nodig om de Omgevingswet te laten slagen, net als regionale samenwerking. Goede voorbeelden hiervan kwamen aan bod tijdens de praktijkbijeenkomst op donderdag 16 februari in Deventer. Platform31 organiseerde deze praktijkbijeenkomst voor het programma Aan de slag met de Omgevingswet, in samenwerking met de provincie Overijssel.

De theorie achter samenwerken

“Alleen ga je sneller, samen kom je verder”, is een bekende uitspraak die het belang van samenwerking benadrukt. Harmen Binnema, werkzaam bij de Universiteit van Utrecht, Bestuurs- en organisatiewetenschap, geeft aan dat het zaak is om niet in dit soort tegeltjeswijsheden te vervallen, hij licht de succesfactoren van samenwerking toe met een focus op duurzame en langdurige samenwerking tussen publieke en private partijen, passend bij de Omgevingswet. Binnema gaat in op drie vragen die je jezelf moet stellen om te komen tot succesvolle samenwerking:

  • Waarom zou je samenwerken en waar komt de noodzaak vandaan?
    “Er is geen ontkomen meer aan, het delen van risico’s is een voordeel. De verwachtingen van overheidssturing zijn tegenwoordig anders en het belang van de samenleving komt voorop”.
  • Welke vormen kan samenwerking aannemen?
    “Samenwerking is er in soorten en maten, in losse of strakke netwerken. Belangrijk is dat de netwerkdoelen voorop staan, maar om wrijving te voorkomen moeten individuele doelen ook een plek krijgen. Het persoonlijk vertrouwen is hierbij heel belangrijk.”
  • Waar moet je op letten bij samenwerking? Wat werkt wel en wat werkt niet?
    “Om te bepalen of het verstandig is om deze samenwerking aan te gaan moet je kijken naar de context, overeenstemming over doel of missie, de deelnemers aan de samenwerking, de manier van aansturing, verantwoording en transparantie in de samenwerking en een basis van vertrouwen.”

De vraag blijft hoe je samenwerking concreet organiseert. Integraal is het toverwoord geworden. Het blijft echter nog vaak een optelsom van deeltjes werk, in plaats van buiten de sector kijken en met elkaar in gesprek te gaan. De toekomst zal uitwijzen in hoeverre het integrale werken écht gaat lukken.

IMG 9585

Zeven voorbeelden van samenwerking

Samenwerken is natuurlijk niet nieuw. Tijdens de praktijkbijeenkomst kwamen zeven goede voorbeelden aan bod. In deze voorbeelden wordt er op innovatieve, gebieds- en domein overschrijdende wijze samengewerkt. Om opgaven het hoofd te bieden, om nieuw beleid te maken of om met de Omgevingswet zelf aan de slag te gaan.

1. Op expeditie in Deventer

Jorien Kranendijk (gemeente Deventer) stelt zichzelf voor als de Expeditieleider Omgevingswet van Deventer. Ze omschrijft de Expeditie Deventer, waarin alle partijen binnen de gemeente de krachten bundelen om de implementatie van de Omgevingswet een succes te maken.

Inzichten en leerpunten:

  • Besef je dat samenwerking geen eenvoudige opgave is, omdat het een constante afweging is tussen eigen belang en het gezamenlijk belang.
  • Zie het proces als een gezamenlijke ontdekkingstocht waarin je met elkaar de mogelijkheden van de Omgevingswet verkent.
  • Vorm een lerend netwerk met alle betrokken spelers uit verschillende domeinen die een rol hebben in de leefomgeving. Dus naast het ruimtelijk domein moeten ook het sociale domein, duurzaamheidsdomein en gezondheidsdomein betrokken worden.

2. Van school naar Kulturhus in Nieuwleusen

Verschillende organisaties werken samen aan de inrichting van het Kulturhus in Nieuwleusen, met het onderwijs als bijzondere deelnemer(s). Piet la Roi (gemeente Dalfsen en Stipwerk Advies) licht het plan toe om scholen te verplaatsen en hun activiteiten te betrekken in de samenwerking bij het Kulturhus.

Inzichten en leerpunten:

  • Zorg dat iedereen open kaart speelt en ken de wederzijdse belangen. Meepraten en meedoen kost veel tijd, maar het helpt om de samenwerking persoonlijk te maken.
  • Zoek talenten bij elkaar en zorg voor ambassadeurs. Vergeet niet te denken aan de mensen die in een later stadium pas aangeven mee te willen doen.
  • Betrek het bestuur in het proces.

3. Samenwerken aan de visie van een bedrijventerrein in de Stedendriehoek

Voor het bedrijventerrein De Mars in Zutphen stellen de partijen in de Stedendriehoek een businessplan op dat de community ook draagt. Jaap Westerink (Clean Tech Regio) gaat in op de expertmeetings waarin op interactieve wijze vorm wordt gegeven aan de ontwikkelingsrichting van dit regionale bedrijventerrein. Vanuit de bestaande kracht van de aanwezige (Clean Tech) bedrijven wordt niet alleen ruimtelijk een ontwikkelingsrichting bepaald, maar vooral ook vanuit economische perspectieven. Ontwikkelingskansen voor bedrijven zijn de motor voor ontwikkeling van het terrein en uiteindelijk verbetering van het ondernemersklimaat in de regio.

Inzichten en leerpunten:

  • Vertrouwen is belangrijk. Investeer hierin voordat je aan de slag gaat en vermijdt verborgen agenda’s. Wees Open, Eerlijk en Nieuwsgierig (OEN), ga in gesprek zonder vooronderstellingen. Bedrijven moeten de urgentie voelen om samen te werken, dus maak duidelijk wat er voor hen te halen valt. Zoek naar het gedeelde belang en zorg dat dit een plek krijgt in de Omgevingsvisie. Maar let op: overheid en bedrijven hebben een verschillende perceptie van termijnen (wat bijvoorbeeld lang is voor een bedrijf, is soms kort voor de overheid).
  • Zorg voor vaste contactpersonen die elkaar begrijpen en organiseer tegelijkertijd breed commitment.
  • Zorg ervoor dat je goed voorbereid aan tafel zit. Maak vooraf een goede analyse (waarom is het voor bedrijven wel/niet interessant om op het bedrijventerrein te vestigen, hebben ze ergens last van, wat gaat goed/niet goed).

4. Samen investeren in de infrastructuur in de Foodvalley

Met het Mobiliteitsfonds in de regio Foodvalley investeert de regio gezamenlijk in de regionale infrastructuur. Er zijn zes mobiliteitsprojecten aangewezen die van groot belang zijn voor de regionale bereikbaarheid. Dit betekent dat de ene gemeente bijdraagt aan een infrastructuuroplossing in een andere gemeente. Hiervoor draagt elke gemeente één euro per inwoner per jaar bij aan het Mobiliteitsfonds voor een periode van twintig jaar. Het mobiliteitsvraagstuk wordt hiermee regionaal aangepakt. Carola Prins (Foodvalley) vertelt hoe je regionaal commitment krijgt en dat vervolgens ook vasthoudt.

Inzichten en leerpunten:

  • Op het gebied van mobiliteit is regionale samenwerking vanzelfsprekender. Dit is een voordeel.
  • Een externe, onafhankelijke voorzitter kan helpen om conflicten snel op te lossen.
  • Door samen te werken word je serieus genomen, creëer je solidariteit en krijg je een sterkere onderhandelingspositie.
  • Maak gebruik van de ‘warme voorstanders’ en geef hen een trekkersrol vanuit de bestuurders.

5. Een complexe en ‘energieke’ samenwerking in Eemsmond-Delfszijl

Jaap Siemons (provincie Groningen) en Yoeri Schenau (Arcadis) werken samen met twee gemeenten en het havenbedrijf aan de gebiedsontwikkeling in de regio Eemsmond-Delfzijl. Bij dit proces haakten vier groepen stakeholders intensief aan: Groningse natuur- en milieuorganisaties, het bedrijfsleven, land- en tuinbouworganisaties en inwoners. De ontwikkeling bestaat uit verschillende deelprojecten op het gebied van duurzame energieontwikkeling, circulaire economie en waterveiligheid. Deze ontwikkelingen hebben regelmatig tegenstrijdige belangen. Siemons en Schenau lichten toe dat de samenwerking past in de bestuursstijl die de provincie in haar collegeakkoord heeft opgenomen (gezamenlijkheid, dienstbaarheid en transparantie).

Inzichten en leerpunten:

  • Doe aan ‘scoping’: bepaal vooraf wat je wel en niet gaat doen. Biedt partijen die buiten de boot vallen een andere plek.
  • Erken dat er hinder wordt veroorzaakt door het plan en dat je niet iedereen tevreden kunt stellen.
  • Belangenmanagement is heel belangrijk, doe dit zorgvuldig. Ga op bezoek bij partijen en houdt het contact persoonlijk om het vertrouwen te behouden.
IMG 9581

6. Co-creatie van een toekomstvisie in Nijmegen

Sandra Stoffels (gemeente Nijmegen) en Bas Schoemaker (Iris Advies) hebben in co-creatie met een groot aantal stakeholders gewerkt aan een toekomstvisie van de Oostelijke Waalkade in Nijmegen. Het gebied ligt aan de Waal, in de binnenstad en naast een natuurgebied. Het kent vele functies: verblijfsgebied, evenementen, buslijn en waterkering. De vele belangen en de complexiteit vragen een integrale aanpak.

Inzichten en leerpunten:

  • Het motto ‘Naar het vuur toe!’ werkt voor Nijmegen. Het is bedoeld om aan te tonen dat conflict ook productief kan zijn voor een goede samenwerking.
  • Wel tot op zekere hoogte: “Zoek het vuur op, laat het branden, maar niet ontploffen.”
  • Dit is op kleine schaal gebleken bij de Oostelijke Waalkade in Nijmegen, maar er zijn zeker parallellen te trekken naar de samenwerking voor het opstellen van omgevingsvisies.

7. De handen ineen voor de Klimaat Actieve Stad (KAS) in Twente

De Klimaat Actieve Stad (KAS) is een beweging waarmee aandacht wordt gevraagd en oplossingen worden gezocht voor problemen door klimaatverandering in stedelijk gebied. Susan Lijzenga en Brenda Koopman van waterschap Vechtstromen geven aan dat samenwerking met KAS zorgt voor versnelling. Dit leidde in Twente al tot een living lab voor klimaatadaptatie.

Inzichten en leerpunten:

  • Een concrete aanpak is essentieel om vooruitgang te boeken in een project.
  • Voorkom participatiemoeheid door de juiste doelgroepen op de juiste momenten voldoende te informeren.
  • Accepteer dat veel praten nodig is, voordat je tot concrete resultaten komt. Zoek de voldoening in kleine successen.
  • De Omgevingswet beoogt omgevingsgerichter te werken. Dit lijkt goed aan te sluiten op de behoefte van het waterschap om gemeenten meer over hun eigen grenzen te laten kijken als het gaat om water.