Normaliseren van het wonen: versnelling in de regio Gooi en Vechtstreek
Interview met Sonja Hartkamp, regio Gooi en Vechtstreek
De transformatie van beschermd wonen en maatschappelijke opvang is een omvangrijke en complexe opgave. Uit eerder onderzoek in de regio Gooi en Vechtstreek bleek dat de beoogde ambulantisering nog onvoldoende op gang was gekomen. Het leidde tot het Versnellingsplan ambulantisering beschermd wonen en opvang. We spreken met Sonja Hartkamp, senior adviseur bescherming en opvang van de regio Gooi en Vechtstreek.
“In de afgelopen jaren is er al veel bereikt. Zo hebben we in de regio inmiddels één centrale wachtlijst voor beschermd wonen. Het beheer daarvan is ondergebracht bij de Regio. We hebben daardoor een actueel overzicht van vraag een aanbod, en vanwege de grote vraag naar beschermd wonen is het aantal plaatsen uitgebreid. Daarnaast is ervoor gezorgd dat zelfstandig wonende cliënten ook buiten kantoortijden ongeplande ondersteuning kunnen krijgen. Tegelijkertijd zagen we ook dat op een aantal onderdelen extra maatregelen nodig zijn om de uitstroom uit beschermd wonen en opvang te verbeteren”, aldus Hartkamp. ”Dat was aanleiding om samen met de partners een Versnellingsplan ambulantisering beschermd wonen en opvang te maken.”
Sturen op in- en uitstroom
Eén van de aandachtspunten in het Versnellingsplan is het beschikken van beschermd wonen bij cliënten die met passende ondersteuning ook zelfstandig zouden kunnen wonen. “Ondanks de nodige voorzieningen in de wijk en de mogelijkheid tot (preventief) huren onder voorwaarden (van een zorgcontract) geven nog veel consulenten een beschikking voor beschermd wonen af. Kennis speelt daarbij een rol. Veel consulenten krijgen maar incidenteel te maken met dergelijke beschikkingen. We gaan hen trainen om hun kennis en deskundigheid op dit onderwerp te vergroten.” Aan de andere kant wordt van aanbieders verwacht dat zij inzetten op uitstroom uit beschermd wonen. Hartkamp: “Met één aanbieder is afgesproken dat in drie jaar tijd (2019-2021) scheiden wonen en zorg wordt doorgevoerd bij 60 plekken beschermd wonen.”
Naast het beperken van de instroom werkt de regio aan het verhogen van de uitstroom. Sinds de nieuwe huisvestingsverordening (juli 2019) spelen cliënten hierin een belangrijke rol. “Normaliseren van het wonen betekent ook dat we cliënten vragen zelf te reageren op het woningaanbod. De vastgelopen woningmarkt in de regio belemmert echter de uitstroom. Als cliënten na een jaar actief zoeken geen woning hebben gevonden, kunnen zij urgentie krijgen. Zij krijgen dan een woning aangeboden en moeten deze accepteren.”
Geclusterde zelfstandige woningen
Een centraal onderwerp in het Versnellingsplan is het realiseren van 45 geclusterde zelfstandige woningen. Hartkamp: “We zien dat een deel van de cliënten graag dichtbij andere cliënten woont en baat heeft bij zorg in nabijheid. Samen met gemeenten, corporaties en zorgorganisaties zoeken we nu twee locaties om deze clustering te organiseren. Er zijn daarbij veel strategische keuzes te maken. Je wilt niet dat de eerste partij die aanklopt met een locatie, het automatisch ook krijgt. Misschien biedt een andere buurt betere omstandigheden of is ander vastgoed passender. Vraag is ook hoe om te gaan met de financiering: financiert de gemeente de ambulante begeleiding of spreken we in de regio een solidariteitsprincipe af voor deze geclusterde woonvormen? Inmiddels is de eerste locatie bewoond, een volgende in de ideefase. Het zou mooi zijn als we per jaar een clustering van 15 woningen weten te realiseren.”
Time-outvoorziening
Een andere belangrijke voorziening die nog ontbreekt in de regio, is een time-out voorziening: een veilige, herstelgerichte, huiselijke omgeving waar mensen met een psychische kwetsbaarheid of psychosociale problematiek tijdelijk (maximaal twee weken) terecht kunnen om een crisis en/of klinische opname te voorkomen. “We willen in de regio vier plaatsen creëren in een time-out voorziening. We starten met een pilot van een jaar, zodat we ervaring kunnen opdoen en kunnen bepalen hoe een dergelijke voorziening eruit zou moeten komen te zien. We zijn inmiddels in gesprek met een zorgorganisatie om deze voorziening tot stand te brengen. De verwachting is dat in het najaar de deuren opengaan.”
Interventiewoningen
De regio werkt verder aan het realiseren van een aantal interventiewoningen als onderdeel van het Versnellingsplan. Deze woningen zijn bedoeld voor tijdelijke huisvesting van personen in acute situaties. “We zijn nog zoekende in wat nodig is: aan wat voor type woningen is behoefte en hoe lang dienen deze als interventie te worden ingezet? We zoeken daarbij aansluiting op het lokale aanbod. Lokaal bieden gemeenten bij acute situaties interventiewoningen aan hun inwoners aan. De doelgroep hiervan is anders dan de doelgroepen die in het Versnellingsplan staan beschreven. In de regio richten wij ons specifiek op inwoners die een persoonsgerichte aanpak (PGA) krijgen vanuit het Zorg- en Veiligheidshuis. Denk aan slachtoffers van huiselijk geweld of ex-gedetineerden die geen huisvesting hebben én wel een groot risico op terugval in oud gedrag. Gaandeweg blijven we in gesprek om ons regionale concept van interventiewoningen meer vorm te geven. ”
Spreiden van voorzieningen
Met de ambulantisering neemt de vraag naar voorzieningen in wijken en buurten toe. “Deze moeten toegankelijk en geschikt zijn voor een zwaardere doelgroep. Ook de spreiding van deze voorzieningen over gemeenten, wijken en buurten speelt daarbij een rol. Nu heeft bijvoorbeeld Gooise Meren veel voorzieningen voor beschermd wonen en Hilversum de opvangvoorzieningen. Hoe komen we tot meer spreiding? In de afgelopen maanden zijn we bezig geweest om het vastgoed in de regio in beeld te brengen: welk vastgoed hebben zorgorganisaties en corporaties? Wat willen zij verkopen en welke vraag naar vastgoed hebben zij? Is uitruil mogelijk en kunnen we daarbij aansluiten op de lokale behoefte aan voorzieningen? Zo’n overzicht helpt om win-winsituaties te identificeren, maar het is geen gemakkelijke puzzel. Er zijn allerlei belangen mee gemoeid. Om tot een goede spreiding van voorzieningen te komen, hebben we de komende jaren nog wel nodig. Neemt niet weg dat ik trots ben dat op wat we met acht gemeenten en diverse partners in relatief korte tijd allemaal al hebben bereikt.”
Inzet vanuit de regio
De gemeenten Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren voeren sinds 1 januari 2017 gezamenlijk het beleidsplan bescherming en opvang 2017 – 2020 uit vanuit de Regio Gooi en Vechtstreek. De gemeenten hebben de beleidscoördinatie, inkoop en het (financieel) beheer van Bescherming en Opvang ondergebracht in de gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en Vechtstreek. De gemeenten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor beschermd wonen, maatschappelijke opvang, openbare geestelijke gezondheidszorg, vrouwenopvang en de bestrijding van huiselijk geweld en kindermishandeling.