Nieuwe stappen in de transitie van het sociaal domein
Interview met Raymond Hamar de la Brethonière van de Dienst OCW, gemeente Den Haag en Lydia Sterrenberg
De decentralisaties in het sociaal domein moesten leiden tot betere ondersteuning dichterbij de inwoner en daarmee ook een goedkopere operatie. De ambitie tot transformatie heeft ertoe geleid dat gemeenten anders gingen werken en creatieve en innovatieve oplossingen bedachten. Nu staan ze voor de stap van doorontwikkeling. Platform31 wil de kennis en initiatieven graag samen met gemeenten verder brengen en uitbreiden. Samen met de gemeente Den Haag deelt Platform31 bevindingen en ervaringen.
Lydia Sterrenberg van Platform31 brengt in kaart welke vernieuwende stappen gemeenten nu aan het zetten zijn. Zij merkte tijdens haar verkenning dat er een enorme begripsverwarring is rond vraaggericht werken, maatwerk en andere gerelateerde onderwerpen: ”Dat belemmert een goed zicht op wat er gebeurt. Het woord maatwerk bijvoorbeeld, kent verschillende interpretaties. In het kader van de Wmo betreft het de maatwerkvoorziening. Hiervoor wordt een beschikking gegeven na een zogeheten keukentafelgesprek. Maar bij het traject ‘Eenvoudig Maatwerk’ in ‘de City Deal Inclusieve Stad’ wordt van maatwerk gesproken als er een onconventionele oplossing wordt geboden. Daarbij kan je denken aan het geven van een fiets aan een alleenstaande moeder, zodat ze kan werken en toch haar kind op tijd van school kan halen. Hetzelfde geldt voor termen zoals de basisinfrastructuur, voorliggend veld, collectieve en algemene voorzieningen. Daar komt bij dat je in het dagelijks spraakgebruik maatwerk niet associeert met een collectieve voorziening, terwijl een dergelijke voorziening wel degelijk onder maatwerk kan vallen.”
Maatwerk versus op-maat-werk
Raymond Hamar de la Brethonière van de Dienst OCW, gemeente Den Haag onderschrijft dat er veel verwarring is over de begrippen: ”Het speelt al langer. Ten tijde van de Wmo 2007 werd een onderscheid gemaakt tussen individuele voorzieningen en collectieve voorzieningen, maar collectief vervoer was dan weer een ‘individuele voorziening’. Gelukkig wordt in de Wmo 2015 dat onderscheid niet meer gemaakt.” Hij zet het even op een rijtje: “Een algemene voorziening is een voorliggende vrij toegankelijke voorziening. Voorbeelden daarvan zijn buurtcentra en ouderenwerk. Een maatwerkvoorziening is een voorziening op basis van een beschikking. Voor beide categorieën geldt dat het groepsoplossingen en individuele oplossingen kan betreffen. Je kunt dus met een algemene voorziening best een ‘oplossing op maat’ leveren, waarbij je rekening houdt met specifieke behoeften van een persoon.
In nota’s probeer ik de spraakverwarring zoveel mogelijk uit de weg te gaan en consequent te zijn in het gebruik van termen. Daarom schrijf ik ‘maatwerkvoorziening’ als er een beschikking voor een voorziening is, en ‘werk-op-maat’ als we mensen naar behoeften en omstandigheden tegemoet komen. ‘Werk-op-maat’ vraagt om een flexibele aanpak. Daarbij kijk je naar het individu. Dat hoeft niet meer geld te kosten dan een maatwerkvoorziening, er zijn ook goedkopere oplossingen mogelijk. Tot een algemene voorziening heb je in ieder geval ook toegang zonder tussenkomst van de gemeente. Tenslotte probeer ik het woord ‘collectieve voorziening’ te vermijden, dan heb ik het over een groepsactiviteit.”
Laagdrempelige toegang vraagt om kadering
Raymond: “Met de Wmo 2015 is de toegang tot ondersteuning heel laagdrempelig gemaakt. Iedereen kan vormvrij met een vraag bij de gemeente komen. Deze vormvrije manier van aanvragen maakt dat de gemeente een grote verantwoordelijk draagt: de gemeente moet iets doen met de melding. De wet geeft aan dat als je je meldt in het kader van de Wmo, er een onderzoek moet plaatsvinden. Dat onderzoek kan heel breed zijn. Om dat je op-maat een oplossing wil bieden, is de vraag steeds: zet je een breed keukentafelgesprek in of wijs je direct door naar een vrij toegankelijke voorziening als dat de oplossing is voor de vraag? Het organiseren en kaderen van de toegang is in Den Haag een continu proces.”
Oplossingen voor nu en in de toekomst
De Dienst OCW zet een dataonderzoek in om een beeld te krijgen van de ontwikkeling in het beroep op de Wmo tot 2023 bij ongewijzigd beleid. Het gaat om een voorspelmodel op wijkniveau. Raymond licht toe: “De inzet op het onderzoek en het zoeken naar groepsgerichte oplossingen is niet gericht op bezuinigingen, maar op effectiviteit en het maximaal inzetten van de beschikbare middelen. De toename van de bevolking en de vergrijzing leiden tot een verwachte autonome groei van de uitgaven in het kader van de Wmo. Die groei kunnen we hooguit remmen. Bijvoorbeeld door meer algemene, dus vrij toegankelijke voorzieningen te bieden. Vrij toegankelijke oplossingen hoeven zeker niet slechter te zijn. We zijn nu al bezig met de vraag hoe we het voorliggend veld kunnen versterken zodat mensen minder of later een beroep doen op maatwerkvoorzieningen. Dat is de preventie waar de Wmo ook op aanstuurt.
Innovatie behoeft goede communicatie
“Soms investeren we in iets nieuws naar aanleiding van een signaal uit de wijk of onze partners. Dan organiseren of subsidiëren we de oplossing. De scootmobielpool die we inrichtten is daar een voorbeeld van.. Iedereen die tijdelijk of even een scootmobiel nodig heeft, kan er een lenen. Het is vergelijkbaar met de krukken of rolstoel die je tijdelijk kunt gebruiken via Medipoint. Bij dergelijke nieuwe initiatieven moet je er voor zorgen dat je duidelijk communiceert via verschillende kanalen en met diverse media. Voor je het weet wek je de indruk dat inwoners hun scootmobiel moeten delen.”
Resultaten meten
Gevraagd naar hoe je kunt meten of de inzet op die vrij toegankelijke voorzieningen succesvol is, zegt Raymond: “Hoewel we een goede sociale kaart hebben, denk ik niet dat je er bij elke ingezette algemene voorziening de vinger achter kunt krijgen. Veel vrij toegankelijke activiteiten vinden niet direct in het zicht van de gemeente plaats, bijvoorbeeld deelname aan een kaartclub. Het is dus niet makkelijk te bepalen hoeveel mensen als gevolg daarvan geen beroep hoeven doen op de Wmo-maatwerkvoorzieningen. We kunnen wel achterhalen hoeveel melders zijn doorverwezen naar algemene voorzieningen of een maatwerkvoorziening, omdat dit wel wordt bijgehouden. Wat je in ieder geval wel wil weten is hoe het veld functioneert en wat een algemene voorziening voor mensen betekent: of het een oplossing biedt voor hun vraag.
Samenwerking met gemeenten voor kennis over het sociaal domein
Lydia: “De wereld van het sociaal domein is zo divers geworden. Je kunt vaak alleen nog maar op hoofdlijnen; gemeenten – of zelfs wijken – vergelijken. Er zijn zoveel variabelen die meespelen. Meer bewustwording voor de begripsverwarring in het sociaal domein is een goed begin om te kunnen zien wat er allemaal gebeurt. We gaan verder met de resultaten van de verkenning en proberen innovatieve algemene voorzieningen in kaart te brengen voor gemeenten. We willen in samenwerking met gemeenten laten zien waar de kwaliteitswinst voor inwoners zit en wat het effect is op de maatschappelijke kosten. We zijn er in ieder geval van overtuigd dat er kwaliteitswinst zit als we gezamenlijk werken aan het verkrijgen van meer kennis over wat werkt in het sociaal domein.”