Klein wonen, grootse blik

Terugblik op congres 3 oktober 2017

In de eerste week van oktober draaide alles om ‘tiny housing’ in Almere. Met de ‘Grote Tiny publieksmanifestatie’ organiseerde de gemeente presentaties, workshops, rondleidingen en bijeenkomsten over tiny housing. En er was er een keur aan gerealiseerde Tiny Houses te bewonderen op de Bouw-EXPO. Platform31 en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) organiseerden in deze week, op 3 oktober, samen met het Woningbouwatelier, de gemeente Almere en het ministerie van BZK het congres ‘Klein wonen, grootse blik’. We keken hierbij niet alleen naar tiny houses, maar ook naar microappartementen en flexibele woonunits.

Naar aanleiding van het drukbezochte eerste congres ‘Klein wonen, de hype voorbij?’ in juni dit jaar, besloten de organiserende partijen om er een vervolg aan te geven met dit tweede congres. Na afloop van het congres gingen de deelnemers op excursie naar het terrein van de Bouw-EXPO. Hier konden zij de ontwerpen van de 12 BouwEXPO-deelnemers en een aantal extra tijdelijke huisjes in de praktijk zien om nog meer inspiratie op te doen.

Tjeerd Herrema: “onderzoek de mogelijkheden in je stad”

Klein wonen is een serieuze bouwvorm aan het worden voor kleine huishoudens. De doelgroepen met interesse voor klein wonen variëren: van jong tot oud en van zelfbouwers tot commerciële ontwikkelaars. Almere is een van de pionierende steden in Nederland op klein wonen. “Almere was een gezinsstad, maar de stad is aan het veranderen zoals zoveel steden. Er komen bijvoorbeeld steeds meer een- en tweepersoonshuishoudens bij in Almere. En de stad moet meebewegen”, aldus wethouder Tjeerd Herrema tijdens de opening van het congres. Tiny housing geeft volgens hem invulling aan die veranderende vraag, en aan de behoefte aan vrijheid. Een andere reden om klein te wonen is de betaalbaarheid. De oproep van Herrema aan andere steden is om de mogelijkheden voor klein wonen te onderzoeken in de eigen stad. “In veel gemeenten is al beweging zichtbaar, en de kopgroep wordt almaar groter!”, aldus Herrema.

tiny-housing-almere-2017

Behoefte aan klein wonen lijkt structureel

Maar is klein wonen nu een modegrill of echt een structurele trend? De Stec Groep heeft in opdracht van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland verdiepend onderzoek uitgevoerd op Micro-wonen en Tiny Housing. Volgens Bart Dopper, adviseur bij de Stec Groep, lijkt de behoefte aan klein wonen structureel te zijn. De gemiddelde inhoud van nieuwbouwwoningen is sinds de jaren vijftig telkens groter geworden. “Maar sinds een jaar of 5 is dat niet meer zo”, aldus Dopper. “Locatie lijkt voor bewoners belangrijker te worden dan grootte.”

Klein wonen is interessant voor veel verschillende doelgroepen zoals statushouders, starters en eenpersoonshuishoudens (huishoudensverdunning). Daarnaast kan klein wonen nieuw leven geven aan braakliggende terreinen en leegstaande panden. Volgens 60 procent van de gemeenten, provincies en corporaties bedient klein wonen een structurele vraag, aldus Dopper. “Er is wel veel behoefte aan inzicht in de behoefte. Belangrijk is om klein wonen eerst te duiden, voordat oplossingsrichtingen en beleid ontwikkeld kunnen worden”, stelt Dopper.
Hans Beekenkamp, adviseur bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, duidt de demografische en maatschappelijke ontwikkelingen die zorgen voor de behoefte aan klein wonen. Allereerst is er sprake van een toename van het aantal eenpersoonshuishoudens in Nederland. Dit zorgt voor een groeiende behoefte aan kleine woningen. Uit het onderzoek van de Stec Groep blijkt dat er een opgave ligt van 60.000 – 100.000 kleine woningen. Dat is 8-15 procent van de woningbouwopgave in Nederland. De vraag is geconcentreerd in de G4, studentensteden in de G32 en steden met historisch centrum, zoals Alkmaar, Leiden en Nijmegen.

Naast de groei van eenpersoonshuishoudens is een andere veelgenoemde reden om klein te wonen ook financieel van aard, met name in populaire steden: de trek naar de stad neemt toe en de prijzen van woningen lopen op. Klein wonen is dan nog relatief betaalbaar. Tot slot speelt woonidentiteit ook een rol: “men identificeert zich met waar men woont”, aldus Beekenkamp.

Typen klein wonen en motivatie

Er bestaan diverse typen klein wonen. Het is van belang om dit onderscheid te maken aangezien de motivaties per type aanzienlijk van elkaar kunnen verschillen. De drie typen klein wonen zijn:

  • Micro wonen
    Voor doelgroep is locatie leidend (woonidentiteit), met name binnenstedelijk, concessies op vierkante meters, vaak in opdracht van een ontwikkelaar/belegger.
  • Tijdelijk klein wonen
    Flexibele woonunits, geschikt om snel een bepaalde doelgroep te kunnen bedienen, vaak stapelbaar of te schakelen; verplaatsbaar, professionele opdrachtgever.
  • Tiny housing
    Vrijheid, lifestyle, verkleinen van footprint, vaak een particuliere opdrachtgever, verplaatsbaar, vrijstaand.

“Wonen gaat over leven en leven gaat over wonen. Drijfveren voor een bepaalde leefstijl zijn leidend”, aldus Bart Dopper van Stec Groep. Micro wonen en tiny housing komen voort uit de intrinsieke motivatie voor een bepaalde leefstijl. Bij micro-wonen wil men een bepaalde leefstijl (in stedelijk gebied, met veel voorzieningen), maar met een gelimiteerd budget. Bij tiny housing vraagt men zich af hoeveel vierkante meters zij nodig hebben om hun principes trouw te blijven. De woonidentiteit weegt zwaarder dan het woonoppervlak.

klein-wonen-stec-groep
Bron: Stec Groep, 2017

De Stec-groep onderscheidt diverse doelgroepen voor klein wonen: millennials, urgenten, bewuste zelfbouwers, ouderen en woonnomaden. Deze doelgroepen hebben verschillende leefstijlen met andere kenmerken en wensen. De afweging die iemand maakt om klein te wonen, verschilt, waardoor elke andere doelgroep ook een ander product vraagt. Kortom: de ene kleine woning is de andere niet.
De woningkeuze wordt dus grotendeels bepaald door de leefstijl die iemand zoekt. Wat voor de een kwaliteit is, hoeft dat voor de ander niet automatisch te zijn. Factoren die bepalend zijn voor een woning zijn de locatie, grootte en prijs. Maarten Hoorn, projectleider bij Platform31, geeft aan dat meer factoren een rol spelen: “Ook de (slimme) inrichting van de woning en de aanwezigheid van gedeelde voorzieningen (in de plint en op de verdiepingen) bepalen voor velen de kwaliteit van de woning. Bij voorzieningen kan onderscheid gemaakt worden in ‘need to have’ (wasruimte, eetruimte) en ‘nice to have’ (gemeenschappelijke tuin, hobbyruimte, zwembad).”
Het Bouwbesluit schrijft allerlei kwaliteitseisen voor aan woningen. “Daardoor lijkt het alsof er veel belemmeringen zijn bij klein wonen. Maar het gelijkwaardigheidsbeginsel maakt veel mogelijk: met een andere oplossing kan vaak aan dezelfde doelstelling van het Bouwbesluit worden voldaan”, aldus Hoorn.

Doelgroepen voor klein wonen

Wie willen er nu precies klein wonen? Naast een typering van kleine woningen, zijn er ook verschillende doelgroepen met interesse voor klein wonen te onderscheiden. Uit het onderzoek van Stec Groep komen vijf doelgroepen naar voren met een bijpassende producttypering: millennials, woonnomaden, urgenten, zelfbouwers en ouderen.

Aandacht voor klein wonen groeit

Tijdens het plenaire debat waren de panelleden het erover eens dat er veel mogelijk is rondom klein wonen, maar dat het nog te weinig wordt gefaciliteerd. Een van de veelgehoorde knelpunten is dat er weinig geschikte locaties zijn. Maar er wordt ook gesteld dat het bij tiny houses en flexibele wooneenheden vaak een kwestie van ‘onbekend maakt onbemind’ is. Terwijl vanuit verschillende doelgroepen behoefte hieraan is, bijvoorbeeld voor de opvang van statushouders.

Een voorbeeld van een woningcorporatie die kleine woningen (van Finch Buildings) voor mensen uit de dak- en thuislozenopvang en regulier woningzoekenden met een tijdelijk contract heeft aangekocht, is Ons Doel in Leiden. “De corporatiesector doet over het algemeen nog niet zo veel aan klein wonen. Wij kregen voor de 16 kleine woningen die we neergezet hebben zoveel aandacht, dat ik er bijna een mediatraining voor moest volgen” aldus Christoffel Klap, directeur van woningcorporatie Ons Doel.

De aandacht in de corporatiewereld voor klein wonen is er dus zeker. Ook bouwers en ontwikkelaars springen hier op in. Ontwikkelaars denken al meer na over mogelijke toekomstige functies en flexibele woonvormen. Deze ontwikkelingen bieden kansen voor klein wonen. Een belangrijk aandachtspunt van klein wonen is dat het voor sommige mensen eerder een noodzaak is dan een wens. Enerzijds kan klein wonen een oplossing bieden om snel, gemakkelijk en betaalbaar te kunnen wonen (in situaties waar een reguliere woning bijvoorbeeld niet direct voor handen is, of te duur). Anderzijds moet worden voorkomen dat deze groep door de omstandigheden gedwongen wordt langdurig in een kleinere woning te wonen dan zijzelf wenselijk acht en regulier gebruikelijk is.

Deelsessies

De aanwezigen verdiepten hun kennis tijdens een aantal themasessies. De resultaten van de sessies bundelen we op onze projectpagina.

Thema’s:

  1. Mogelijkheden voor klein wonen in Bouwbesluit
  2. Stedelijke verdichting: kansen en voorbeelden uit binnen- en buitenland
  3. Duurzaam klein wonen: kansen, uitdagingen
  4. Verrommeling bij vergunningvrij bouwen
  5. Tijdelijk klein wonen en grondabonnement Leiden