Integraal werken vanuit de behoefte van mensen
Interview met Saskia de Jonge, teamleider Sociaal Wijkteam Zuidoost en Binnenstad bij de gemeente Den Bosch
In het project Thuis in Zuidoost (Den Bosch) zijn ruim 20 wijkprofessionals gestart met een nieuwe werkwijze die aansluit bij de behoefte van mensen: doen wat nodig is. Met tweewekelijks overleg in doorbraaktafels, proberen zij hulp te realiseren die precies past. De hoofdvraag daarbij is: hoe zorg je voor een soepele en succesvolle transitie vanuit beschermd wonen en maatschappelijke opvang? Saskia de Jonge, teamleider Sociaal Wijkteam Zuidoost en Binnenstad bij de gemeente, vertelt over het nut, de noodzaak en de werking van deze pilot.
In de wijk Zuidoost Den Bosch (26.000 bewoners) startte in augustus 2018 de pilot Thuis in Zuidoost om de kluwen aan beleidsregels te ontwarren. Binnen de wijk wordt nu integraal gewerkt vanuit de behoefte van inwoners. “Met een netwerk van ruim 20 wijkprofessionals zoeken we tweewekelijks in een doorbraaktafel naar creatieve oplossingen voor lastige vraagstukken. Dwars door sectoren heen, waarbij we gezamenlijk verantwoordelijk zijn”, legt De Jonge uit. “Het idee is dat je een dreigende crisis kunt afwenden wanneer je iemand sneller ondersteunt. We wachten niet meer totdat het heel slecht gaat, maar grijpen sneller in zonder bureaucratie. Zeker bij kwetsbare mensen die niet snel zelf aan de bel trekken, is deze manier van werken een uitkomst.”
De afstemming tussen beleid en uitvoering is voor veel gemeenten een aandachtspunt. “Schotten in de regelgeving maken het vaak lastig voor partners in de wijk om oplossingen te vinden”, vertelt de Bossche teamleider. Nu haalt het wijkteam de partijen écht bij elkaar om een gezamenlijk antwoord te vinden op de (soms zeer grote) uitdagingen bij mensen die vanuit het beschermd wonen op zichzelf gaan wonen. De betrokken zorgaanbieders, buurtteam, wijkagent, woningcorporatie liepen eerder vooral tegen grenzen aan. “De regels en werkafspraken pasten niet bij de complexe casuïstiek, terwijl je wel weet hoe het beter kan. Tegelijk was het ombuigen van regels niet te doen. Hoe leg je dat aan bewoners uit?”
Voorbeeld casus uit Den Bosch
Jan heeft schizofrenie, denkt dat hij directeur van Shell is en stapt dagelijks in de trein om gesprekken te voeren. Zonder kaartje. Bij controle verontschuldigt hij zich beleefd en zegt dat zijn secretaresse vergeten is zijn kaartje te regelen. Hij krijgt de ene na de andere boete en komt uiteindelijk in detentie terecht. De stoornis is niet verder te behandelen. Verder doet hij geen vlieg kwaad en gedraagt zich zeer hoffelijk. Detentie kost veel geld, biedt geen enkele perspectief en de man snapt niet waarom hij zit opgesloten. De oplossing is eigenlijk simpel. Casuïstiekvergaderingen met zes man kosten 500 euro per keer en de behandeluren een veelvoud. Daarnaast is er een halve ton detentiekosten per jaar voor een onschuldige man. Een NS-jaarkaart kost 3.000 euro.
Vijf vuistregels
Om kwetsbare mensen in de wijk te laten wonen of te laten uitstromen uit de maatschappelijke opvang of beschermd wonen hanteren alle betrokkenen van woningcorporaties, zorg- en welzijnsaanbieders, cliëntvertegenwoordigers, gemeenten dankzij de pilot dezelfde vijf vuistregels:
- goed wonen en een veilig thuis
- gezonde financiën en geen onnodig financieel gedoe
- een waardevolle daginvulling en doen wat bij iemand past
- goede ondersteuning die echt bij iemand past
- een fijne leefomgeving voor en met iedereen
“Als je iemand stabiel en duurzaam een oplossing wilt bieden, dan moet het minimaal op deze vijf fronten goed georganiseerd zijn”, legt De Jonge uit. “Het blijft ‘work in progress’. We hebben bijvoorbeeld aan de hand van de regels een routekaart ontworpen om tot een passend woonprofiel te komen voor een bewoner. Met de bewoner worden woonwensen geïnventariseerd en besproken met alle partijen. Op basis van al deze consultaties kan dan een definitief woonprofiel opgesteld worden, dat als gezamenlijk vertrekpunt dient en alle domeinen omvat die voor deze persoon belangrijk zijn, van woonwens, begeleidingsvoorwaarden, inkomen tot risico profiel. Hiermee komt er een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van de persoon en buurtbewoners.”
Elkaars taal spreken
Een van de pijlers van de pilot is elkaars taal leren spreken. Een training of intervisietraject waarin wordt besproken wat professionals tegenkomen in de wijk, is daar een essentieel onderdeel van. “Belangrijke vraag daarin is hoe je het belang van de inwoner centraal stelt, terwijl je tegen beperkende regels aanloopt”, vindt De Jonge. “En wat moeten we daarvoor organiseren? Professionals is geleerd om binnen hun koker te denken. Dit maakt het lastig om de wereld vanuit een andere kant te bekijken; ze hebben het altijd al zo gedaan. Daarom organiseren we ook tweewekelijks leersessies over vraagstukken waar onze professionals naar vragen.”
Weeffouten
Voor de samenwerking tussen de verschillende partijen is het volgens de wijkteamleider belangrijk om de nieuwe samenwerkingsafspraken steeds te blijven benadrukken en vanuit de casuïstiek te blijven denken. “Het lukt pas als je dingen met elkaar gedaan hebt, een succes deelt of hebt geknokt over een casus. Zo kom je ook erachter of een casus eenmalig fout loopt of dat er structureel iets scheef zit.” Het aanpassen van deze weeffouten kost tijd en energie, maar levert ook geld op als je hier een structurele oplossing voor bedenkt én biedt een inwoner een beter passende oplossing, benadrukt De Jonge.
Bestuurlijk commitment en AVG-proof
De Bossche pilot heeft inmiddels de introductie van de nieuwe privacywet Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) overleefd. Het uitwisselen van gegevens is immers noodzakelijk om samen te werken en dat mag nu alleen onder striktere regels. De Jonge: “De projectleider, de privacyofficer van de gemeente en ik namen de richtlijnen onder de loep en zochten uit hoe en welke gegevens je mag delen. Dit is vastgelegd in een handreiking, die in een training wordt geoefend met alle partners in de wijk. Gelukkig bleek er best nog veel mogelijk!”
Ook op casusniveau worden inmiddels diverse successen bereikt, al moet de systeemwereld zich nog aanpassen aan de nieuwe situatie in de steden. Volgens De Jonge is hiervoor bestuurlijke commitment broodnodig; bestuurders moeten zich hardmaken voor structurele oplossingen. “De ambulantisering blijft standhouden, evenals de afschaling van de specialistische zorg. Daardoor blijft het aantal kwetsbare mensen in de wijk toenemen. Willen we deze mensen goed kunnen ontvangen in de wijk, dan moeten we nieuwe voorzieningen in het leven roepen of beleidsregels veranderen.”
Bekijk ook
Platform31 biedt inspiratie met tal van studies, onderzoeken, experimenten, kennisdossiers en handreikingen. In het dossier Wonen en zorg vindt u een thematisch overzicht van de belangrijkste (lopende) projecten.