Huisvestingstaakstelling vergunninghouders voor gemeenten verlaagd van 8.000 naar 6.000

Gemeenten moeten in de eerste helft van 2019 samen 6.000 vergunninghouders huisvesten. Dat zijn er 2.000 minder dan eerst het geval was; de taakstelling is bijgesteld van 8.000 naar 6.000. Ondanks deze verlaagde taakstelling blijft huisvesting lastig voor gemeenten. Ruim 1.800 vergunninghouders wachten momenteel in een AZC langer dan afgesproken op een woning. Meer flexwonen kan bijdragen aan een oplossing. Verschillende partijen in het veld onderzoeken dit nu.

Verlaging taakstelling

De migrantenstroom naar Nederland neemt af. Daar komt bij dat – door snellere afhandeling van kansarme aanvragen en een veranderende samenstelling van de instroom – migranten minder vaak een vergunning krijgen; op dit moment 21% (dat was in 2015 nog 73%). Om die reden hoeven gemeenten nu minder vergunninghouders aan een woning te helpen; hun taakstelling voor de eerste helft van 2019 is met een kwart (2.000) verlaagd. Voor de tweede helft van 2019 geldt eveneens een taakstelling van 6.000 vergunninghouders. Naast het verwachte aantal te huisvesten vergunninghouders verandert ook de huishoudenssamenstelling. Zo zijn er meer alleenstaanden en minder (ook nareizende) gezinnen.

asielzoekers-nareizigers-cbs

Voor een deel van de gemeenten bevestigt de verlaagde taakstelling hun ervaringen. Zij krijgen nu niet altijd voldoende ‘koppelingen’ (vergunninghouders die door het COA vanuit de AZC’s worden toegewezen aan een gemeente), waardoor ze niet voldoen aan hun taakstelling. Toch zitten er op dit moment veel vergunninghouders ‘vast’ in AZC’s, wachtend op een passende woning. Vraag en aanbod sluiten vaak slecht aan.

Flexibele woonoplossingen

Meer flexwonen kan uitkomst bieden. De ministeries van BZK en Justitie en Veiligheid, het COA, de IND, gemeenten en andere partijen oriënteren zich op dat soort oplossingen. Flexibele woonoplossingen maken het eenvoudiger om te reageren op onvoorspelbare fluctuaties in de vluchtelingenstroom. Flexibiliteit kan in alternatieve vormen van woonruimte, in menging van verschillende doelgroepen en in tussenfases in het huisvestingsproces.

Tijdens de halfjaarlijkse taakstellingsbijeenkomst voor gemeenten kwam een mooi voorbeeld langs: de TussenVoorziening (TuVo) in Eelde. Met subsidie van het ministerie van JenV en onder begeleiding van stichting INLIA startte de TuVo in 2018. Het gaat om een kleinschalige woonvorm (90 bedden) waar vergunninghouders na (of soms in plaats van) een verblijf in een AZC, maar voordat zij een woning in een gemeente toegewezen krijgen, kunnen verblijven. In de TuVo wordt vanaf dag 1 intensief gewerkt aan inburgering. Dat gebeurt met onder andere taalles, fietsles en onderwijs over Nederlandse gebruiken. Daarnaast is er aandacht voor de psychische gezondheid van vergunninghouders en wordt, waar nodig, gezocht naar geschikte hulpverlening. Veel activiteiten binnen de TuVo worden door vrijwilligers uitgevoerd.