Gemeentelijke regierol bepalend in transitie naar aardgasvrije wijken

Ben je als gemeente bezig met het aardgasvrij maken van je wijken? Dan is de manier waarop je regie neemt bepalend voor het besluitvormingsproces, én voor de omgang met je transitiepartners. Dat is de uitkomst van een kennis- en leertraject waarin de G4-steden samen met TNO en Platform31 op zoek zijn gegaan naar de bouwstenen voor besluitvorming over de warmtetransitie. In de publicatie ‘Innovatie in besluitvorming richting aardgasvrije wijken’ delen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, TNO en Platform31 de inzichten van twaalf maanden samen ontdekken met de gemeentelijke organisatie als vertrekpunt.

Tijdens de samenwerking reflecteerden de deelnemers op de centrale vraag “wat is er nodig om CO₂-reductie door middel van aardgasvrij te realiseren?” Dit gebeurde tijdens een reeks community of practice bijeenkomsten waarin gebruik werd gemaakt maakt van state-of-the-art kennis voor praktijkvernieuwing. Concreet betekent dit dat er relevante casussen zijn besproken en de partijen onder leiding van experts samen werkten aan bouwstenen voor besluitvorming.

Visies op regie

De verzamelde kennis en ervaringen zijn vanaf vandaag beschikbaar. ‘Innovatie in besluitvorming richting aardgasvrije wijken’ schetst de opgave die gemeentelijke organisaties wacht, en biedt concrete handvatten en instrumenten om deze aan te gaan. Hierin staat een conceptueel model voor besluitvorming in de stedelijke energietransitie centraal. In het kennis- en leertraject zijn drie regiemodellen ontwikkeld: besturen, laveren en navigeren. Elk model staat voor een manier waarop de gemeente regie kan nemen.

Conceptueel-model

Regierol geeft richting

Een deelnemer merkte op: “De regierol werkt door op alle andere activiteiten die je als gemeente doet, of je nu kiest voor één regiemodel of voor een combinatie ervan”. Of je nu kiest voor een top-down benadering, het initiatief aan de wijken laat of de twee aanpakken combineert, elke keuze heeft consequenties voor de samenwerking, het besluitvormingsproces en de benodigde kennis. Een regierol geeft richting, dit is ook het geval in gesprekken met transitiepartners. Omdat de drie modellen gevolgen hebben voor wie wanneer welke rol neemt, is het nodig om in gesprek te gaan over elkaars besluitvormingsprocessen en de onderlinge afhankelijkheden. In de publicatie is een aanzet gedaan om deze besluitvormingsprocessen in kaart te brengen voor netbeheerders, woningcorporaties, VvE’s, energiecoöperaties, maatschappelijk vastgoed en bedrijventerreinen.

Regierol-laveren

Ganzenborden en informatiebladen

Voor elk van de drie regiemodellen is door middel van een ‘ganzenbord’ inzichtelijk gemaakt hoe het proces richting respectievelijk een Transitievisie Warmte (TvW) en een Wijkuitvoeringsplan (WUP) eruitziet. Deze zes visuele routes maken op een heldere manier duidelijk waar bijvoorbeeld een startnotitie mogelijk wordt, en welke ruimte er is voor participatie.

Om het krachtenveld en de technische context waarin de regiemodellen bestaan duidelijk te maken, besteedt ‘Innovatie in besluitvorming richting aardgasvrije wijken’ ook aandacht aan wettelijke kaders en juridische instrumenten. In aanvulling daarop heeft TNO gezorgd voor informatiebladen die de laatste ontwikkelingen op het gebied van waterstof en warmtenetten verzamelen.

Toekomstplannen

De G4-steden, TNO en Platform31 kijken niet alleen terug op een succesvol kennis- en leertraject, maar ook vooruit. De gezamenlijke ontdekkingstocht over besluitvorming in de transitie naar aardgasvrije wijken krijgt namelijk een vervolg, waarin de agenda wordt uitgebreid met de onderwerpen ‘van beleid naar investering’ en ‘energierechtvaardigheid’.