Gebiedscoöperatie Zuidwest-Drenthe: samen werken aan een korte voedselketen
De Gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe (GCZWD), één van de geselecteerde experimenten van het Experimentenprogramma Bevolkingsdaling, heeft inmiddels een mooi track record aan innovatieve projecten op haar naam staan. Zo zijn de projecten Glasvezel de Wolden en Van Bermgras naar biobrandstof succesvolle voorbeelden waar de GCZWD als initiator, aanjager en begeleider fungeerde. Het project Korte Voedselketen was een nieuwe reden voor Platform31 om met de GCZWD en andere direct betrokkenen in gesprek te gaan.
Jan van Goor, coördinator van de GCZWD, steekt meteen van wal: “In Zuidwest-Drenthe worden verschillende gewassen zoals uien, graan en veldbonen verbouwd die na een reis door Nederland, of zelfs in het buitenland, uiteindelijk weer als eindproduct in de winkels in de regio te vinden zijn. Kan die voedselketen niet korter en meer regionaal gemaakt worden?, zo vroegen wij ons af. Ketenverkorting biedt de regio niet alleen perspectieven voor economie en werkgelegenheid maar vergroot ook de herkenbaarheid van voedsel.” Jan vervolgt: “In Zuidwest Drenthe zijn veel melkveehouders. De melk van al die melkveehouders komt nu ergens ver weg in een grote fabriek bij elkaar. Waarom kunnen de melkveehouders hun melk niet weer zoals vroeger bij een plaatselijke melkfabriek brengen?”
Eerlijke, regionale producten voor de consument
Geert Lindenhols, als akkerbouwer in zijn eigen bedrijf Agraservice werkzaam, is het met Jan eens. “De essentie van de korte voedselketen is dat de consument zo komt te weten wat er in een product zit, hoe het geproduceerd is en door wie. De consument staat zo dichter bij het product waardoor tevens meer bewustwording ontstaat over de kwaliteit van het voedsel.” Geert’s 75 hectare grote bedrijf in Zuidwolde, een dorp in Zuidwest Drenthe op een steenworp afstand van Overijssel, richt zich hoofdzakelijk op koolzaadplanten (50 hectare maar ook worden tarwe (13 hectare) en veldbonen (11 hectare) verbouwd. “Ik doe de teelt zelf, de opslag, het persen, het bottelen en voer gesprekken met de winkels. Voor mij is de korte voedselketen vooral van belang omdat het tot eerlijke producten voor de consument leidt, tastbare, regionale producten waarvan duidelijk is wat er in zit en waar het vandaan komt”. Geert is van mening dat de ketens van alle producten voor de consument bekend zouden moeten zijn. “De wortels van de koolzaadplant zijn bijvoorbeeld de voedingsbron van de aardappelen die ik het jaar erna verbouw. Er is geen gewas dat meer organische stof aan de grond geeft als koolzaad. Koolzaad geeft dus bemesting aan onze grond toe.”
Eén van de producten afkomstig van de koolzaadplant is koolzaadolie. Koolzaadolie kan worden gebruikt voor bakken en braden maar ook voor dressings. “Het is een botervervanging, er zit alleen koolzaad in. Er worden geen andere ingrediënten aan toegevoegd. Koolzaadolie is beter dan olijfolie, maar wie weet dat?”, aldus Geert. In supermarkt Coop Dunnink in het dorp De Wijk, gelegen in Zuidwest Drenthe, ligt de door Geert geproduceerde koolzaadolie, maar ook koolzaadhoning, in de schappen. Niek Slomp, eigenaar van supermarkt Coop Dunnink (als franchisenemer) en van bakkerij Dunnink, kwam Geert tegen tijdens één door de GCZWD georganiseerde bijeenkomst waarin het verkorten van de voedselketen centraal stond. “De juiste mensen kennen is belangrijk en een verbindende partij als de GCZWD is dan cruciaal. Ik sta open voor nieuwe streekproducten maar soms weet je niet dat er op een paar kilometer afstand van je eigen bedrijf een mooi product wordt gemaakt.”

Waarom spreken streekproducten je aan? Niek: “Bij streekproducten weet iedereen waar de producten vandaan komen, waar het gemaakt wordt. In mijn eigen bakkerij heb ik een grote glaswand, ook de slagerij is ‘open’, alles is te zien. Ook merk ik dat mijn klanten het enorm waarderen dat ik plaatselijke producten heb.” Volgens Niek zorgt het hebben van streekproducenten voor een aanwas van klanten, het aantal streekproducten neemt daarom ook toe. “Er is vanuit de consument in toenemende mate vraag naar eerlijke streekproducten. De bewustwording van de consument neemt toe, rundvlees uit Twente is bijvoorbeeld populair (meer dan vlees uit Zuid-Amerika), ‘beter leven’ keurmerken zijn ook voor de coop steeds belangrijker.” Het is echter niet zo dat het nieuwe streekproduct het ‘reguliere’ product vervangt, het is niet ‘ter vervanging van’ maar ‘aanvullend op’. Geert: “Sojaschroot (diervoeding) komt veelal uit Brazilië. Het kan echter ook hier in Drenthe worden geteeld omdat het een nevenproduct van koolzaad is. Ook het gebruik van eiwitbrokken (eveneens afkomstig uit de koolzaadplant) kan als diervoeding tot een verkorting van de voedselketen leiden,”
Jan van Goor: “Een ander mooi voorbeeld van een streekproduct is Dubbel Drents. Dat is een meelproduct (baktarwe) dat in het Drentsche Aa-gebied en in Zuidwest Drenthe wordt verbouwd, in Kropswolde wordt het gemalen en door een molenaar verwerkt. Er zijn nu zo’n 10 bakkers in Drenthe waar Dubbel Drents broden te krijgen zijn. Dit jaar wordt dat nog verder uitgebreid.”
De prijs van de streekproducten ligt wel op een wat hoger niveau. De olijfolie bijvoorbeeld wordt, in tegenstelling tot de koolzaadolie, in grote massa’s geproduceerd en kan dus goedkoper worden aangeboden. Voor veel klanten is de wat hogere prijs van streekproducten geen probleem. De verkoop neemt nog steeds toe. Wat wel een probleem is, zo vertelt Geert, is het label streekproduct. “Als er vanuit China een flesje koolzaadolie in Nederland binnenkomt en er hier het dopje afgaat en iemand roert er met een staafje in dan kan het als Nederlandse product en dus als streekproduct genoemd worden. Dat is niet fair. Het label ‘streekproduct’ kan nu nog te makkelijk aan een product worden gehangen, op nationaal en Europees niveau zou daar wat aan gedaan moeten worden.” Niek: “Bij elk streekproduct in onze supermarkt wordt uitgebreid info gegeven. Maar ja, consumenten moeten al aan zo veel zaken denken, zij hebben ook geen tijd om zich in elk product te verdiepen.”
Samenwerken
Kent het werken aan de korte voedselketen ook nadelen? Niek: “Het zorgt voor wat administratieve rompslomp. Omdat er sprake is van verschillende afzonderlijke leveranciers dienen de producten apart te worden gefactureerd en in het kassasysteem te worden ingevoerd. Een oplossing zou zijn dat de leveranciers van streekproducten zich gaan verenigen. Dat levert dan ook meteen het voordeel op dat er een organisatie ontstaat die massa heeft waardoor ze eerder gehoord worden door bijvoorbeeld overheden.“
In het verkorten van de voedselketen speelt ook het lokale onderwijs een rol. Jan van Goor: “Er is samenwerking gezocht met Terra MBO. In het nieuwe schooljaar is daar een nieuwe opleiding gestart: Terra MBO: Food, Life & Innovation. In deze opleiding leren de studenten onder andere over voeding, de productie, de verpakking, de weg die voedsel aflegt. Een samenwerking met producenten van streekproducenten ligt dan ook voor de hand. Door intensief met elkaar op te trekken ontstaat innovatie en kennis.” Geert vult aan: “Het is fijn dat studenten van Terra kunnen worden ingezet voor praktijkgericht onderzoek, dat helpt ons. Op termijn hoop ik dat ook Hogescholen en Wageningen Universiteit een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van streekproducten en het verkorten van de voedselketen”.
Meer informatie
In het kader van het Experimentenprogramma Bevolkingsdaling levert Platform31 ondersteuning bij het onderzoeken en ontwikkelen van een toekomstbestendig financieringsmodel voor de Gebiedscoöperatie. Meer informatie over de Gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe en hun projecten rondom Bermgras en Glasvezel, en het interview Initiëren, verbinden en dan ‘gewoon doen’! De kracht van Gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe.
Aanvullende informatie over het experimentenprogramma en de uitkomsten van eerder verschenen evaluaties experimenten bevolkingsdaling: