Ervaringen met co-creatie in Living Labs als methode voor gezamenlijk leren en opschalen

Gemeenten en andere partijen zijn continu bezig met het ontwikkelen, leren en toepassen van kennis om stedelijke vraagstukken (samen) op te lossen. In de VerDuS SURF-projecten van de afgelopen jaren is veel ervaring opgedaan met co-creatie in Living Labs en action research als methode voor gezamenlijk leren en creëren. Het Rathenau Instituut bundelde deze kennis en ervaringen in een synthesestudie. Wouter Kersten, projectleider bij Platform31, geeft in zijn reflectie op de VerDuS-website bovendien een aantal suggesties voor hoe gemeenten deze inzichten, op grotere schaal, kunnen inzetten.

In VerDuS SURF-projecten ontwikkelen wetenschappelijke onderzoekers, in samenwerking met experts uit de praktijk, kennis om in te spelen op vraagstukken rond onder meer verstedelijking, ruimte, mobiliteit en transport. In een aantal van deze projecten is kennis en ervaring opgedaan met het gebruik van co-creatie in Living Labs voor de stedelijke en regionale (beleids)praktijk. Het Rathenau Instituut bracht dit samen in de synthesestudie Living Labs. Zij deden al eerder al onderzoek naar nieuwe kennispraktijken, waaronder Living Labs. De huidige studie verrijkt die bestaande inzichten.

In de synthesestudie staan drie kennisvragen centraal:

  • Toepassing: wat hebben onderzoekers en andere betrokkenen geleerd over het gebruiken van co-creatie in Living Labs in hun project? Voor welk soort onderzoeksdoelen en -vragen zijn Living Labs bijvoorbeeld meer of minder geschikt?
  • Organisatie: wat hebben de onderzoekers en andere betrokkenen geleerd over hoe je co-creatie in een levensechte experimenteeromgeving kunt organiseren? Wat vraagt dat van de onderzoekers en andere betrokkenen?
  • Financiering: wat hebben onderzoekers, financiers, beleidsmakers en andere betrokkenen geleerd over de financiering en ondersteuning van Living Labs als (fysieke) experimenteeromgeving en als (co-creatieve) onderzoeksaanpak die gebruikmaakt van die omgeving?

Opschalen voor collectief leren

In reactie op de synthesestudie buigt Wouter Kersten, projectleider Duurzaamheid, Circulaire Maatschappij en Opschaling bij Platform31, zich over de vraag hoe gemeenten co-creatie in Living Labs en action research als methode kunnen inzetten voor gezamenlijk leren. “Daarvoor is een samenspel van beleid, uitvoering, kennis en governance noodzakelijk”, benadrukt Kersten in dit artikel op de website van VerDuS. En in het genoemde samenspel is ook het vraagstuk rond ‘opschalen’ wezenlijk. Kersten: “Dit aspect dwingt ons niet alleen te leren over mogelijke oplossingen in een enkele context, maar ook over de herbruikbaarheid van ervaringen en lessen. Denk ook aan eventuele nodige wijzigingen in de institutionele setting en de mate van regie zodat lessen en ervaringen goed gaan stromen. Het loont daarom om je, bij de start van bijvoorbeeld een pilot, af te vragen of iets ‘op grote schaal’ moet worden gebracht. En hoe je de optimale condities kunt scheppen voor een succesvolle opschaling van de resultaten. De ervaringen rond Living Labs, die gebundeld zijn in de Rathenau-studie, bieden hiervoor een aantal aanknopingspunten.”

In zijn reflectie rond opschaling kijkt Kersten in het bijzonder naar deze vraag: als de context in nieuwe gemeenten anders is dan in de Living Lab gemeente(n), hoe relevant is het resultaat van dat Living Lab voor hen en hoe weet je als nieuwe gemeente of je die inzichten ook kan gebruiken op grotere schaal en in jouw specifieke situatie? Voor gemeenten die hier (verder) mee aan de slag willen geeft hij tips over hoe je kunt leren van andere Living Labs hoe je nieuwe labs ‘opschalingsbewust’ kunt opzetten.

Meer weten?

Afgelopen jaar deelden onderzoekers en praktijkpartners hun bevindingen uit vijf jaar onderzoek naar stedelijke vraagstukken in synthesestudies. De inzichten uit de studies kunnen helpen bij beleid voor uiteenlopende maatschappelijke opgaven.