Een woonvorm voor iedereen
Op het congres de ‘Woonladder voorbij’ stonden de woonbehoeften centraal van mensen die uit beschermd wonen of de maatschappelijke opvang uitstromen. Het doel van de middag was in gesprek te gaan met gemeenten, corporaties en zorgorganisaties over hoe zij gezamenlijk de huisvesting voor mensen met een langdurige zorgvraag kunnen realiseren en wat dit kan bijdragen aan een ‘zachte landing’ in de wijk.
Bekijk de video of lees het verslag (onder de video).
Jan Overweg, landelijk projectleider Meerjarenagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang, opende als dagvoorzitter het congres met de mededeling dat ‘het wonen’ deze middag centraal zou staan. Bij zijn bezoeken in het land ziet hij dat het creëren van voldoende woningen en een juist match tussen woning en uitstromer een lastig vraagstuk is. Hoe lossen we dat op? Hij daagde de zaal uit om van elkaar te leren. “Er is hier vandaag veel kennis aanwezig.”
Woonbehoeften als uitgangspunt
Susan van Klaveren, senior projectleider Platform31, vervolgde het verhaal van Jan Overweg. “In de eerste jaren na de decentralisatie werkten gemeenten, corporaties en zorgorganisaties vooral aan het beschikbaar krijgen van het aantal goedkope woningen dat nodig was om de extra uitstroom mogelijk te maken. Nu staat steeds vaker ‘goed wonen’ en daarmee ook de kwaliteit van de woningen op de agenda. Mensen willen graag een betaalbare woning, maar ze hebben bijvoorbeeld ook de wens om samen met anderen of juist alleen te wonen, in een prikkelvrije omgeving of in de buurt van een bepaalde voorziening.” Deze voorwaarden kunnen van groot belang zijn voor de stabiliteit van de cliënt en zijn of haar succes bij het zelfstandig wonen. De manier waarop het woonaanbod is georganiseerd, is daarbij een aandachtspunt, stelt Van Klaveren. “Moet de cliënt naar het aanbod toe verhuizen of wordt het aanbod rond de woning van de cliënt georganiseerd? Veel aanbod is georganiseerd volgens het model van de woonladder, waardoor een cliënt steeds doorverhuist naar een woonvorm met meer verantwoordelijkheid. Met als eindpunt: een eigen woning. Maar verhuizen is een life event, zeker voor kwetsbare mensen. Dat maakt het nuttig om met elkaar te onderzoeken of het aantal verhuisbewegingen van kwetsbare mensen omlaag kan.”
Om de grote diversiteit aan mensen met een psychische kwetsbaarheid een woning te kunnen bieden, is er volgens de commissie Toekomst Beschermd wonen een ‘arsenaal aan woonvormen’ nodig. “In de afgelopen jaren zijn er tal van nieuwe termen voor woonvormen gekomen. Vaak gaat het niet om daadwerkelijk nieuwe vormen, maar zijn het variaties op bestaande woonvormen. De meest urgente vraag lijkt op dit moment te zijn hoe we voldoende betaalbare woningen kunnen creëren. De druk op de woningmarkt is zo groot. Door bestaande panden om te bouwen, tijdelijke units te plaatsen en kamerinwoning mogelijk te maken werken corporaties en gemeenten aan extra woonruimte. Deze opgave vraagt om een intensieve samenwerking tussen gemeenten, corporaties en zorgorganisaties. Als je dat samen voor elkaar krijgt, ontstaan er nieuwe lokaalgebonden oplossingen die wij niet kunnen voorzien.”
Duurzaam dakloosheid beëindigen
Melanie Schmit (LIMOR) en Irma Baars (HVO Querido) vertelden meer over Housing First. “Housing First is een succesvol model, afkomstig uit de VS. Het is aanvankelijk bedoeld voor dak- en thuisloze mensen met meervoudige problemen, waarbij de toewijzing van een woning de start is van het begeleidingstraject. Het succespercentage van dit model is groot. Voor minstens 80 procent van de mensen wordt de dakloosheid met Housing First duurzaam beëindigd.” Succesfactoren van de aanpak zijn onder meer nauwe samenwerking tussen betrokken partijen, flexibele en langdurige ondersteuning en een snelle aanpak van eventuele overlast. Maar er zijn ook uitdagingen zoals het verkrijgen van woningen, toereikende en betrouwbare financiering en voldoende time-out plekken voor mensen die even uit een kwetsbare situatie gehaald moeten worden.
“Housing First draagt bij aan de normalisatie van het wonen. Het maakt ‘een dakloze’ direct ‘een buurtbewoner’. En dat bevordert de sociale integratie van deze groep mensen. Naast meer kwaliteit voor hen is het ook een financieel aantrekkelijk alternatief: een woonvoorziening kost gemiddeld 127 euro en Housing First 77 euro per dag.” Tijdens het congres is de het eerste exemplaar van de Housing First Nederland Gids, vol tips en praktische handvatten, uitgereikt aan Housing First deelnemer Maarten: “Sinds ik door Housing First een eigen woning heb gekregen, ben ik een ander mens geworden. Het begon er al mee dat er ineens mensen waren die naar me luisterden. Die vroegen wat ik wilde. Ik kan nu zelf invulling geven aan mijn leven en ik merk dat mijn eigenwaarde en zelfvertrouwen terug komen. Als ik op straat leef en gebruik, ben ik niet leuk. Als ik mensen om me heen heb, wordt ik zelf ook weer meer mens.”
Inclusieve woonprojecten
Een andere vorm van wonen die in sterk in opkomst is in Nederland is gemengd wonen. In deze projecten wonen verschillende groepen mensen doelbewust samen, onderhouden zij contact en ondernemen zij vaak ook gezamenlijke activiteiten. Lia van Doorn (HU) en Nico Ooms (Tussenvoorziening) vertellen over hun ervaringen: “Wijken zitten vaak niet te wachten op mensen die uitstromen uit de maatschappelijke opvang. Maar bij gemengd wonen is dat juist wel het geval. Het concept is met hen in het achterhoofd bedacht: Je vormt met elkaar een mini-maatschappij waarin iedereen welkom is.”
Uit onderzoek blijkt dat bewoners tevreden zijn over de woonvorm. “Maar het loopt niet vanzelf goed. Het is belangrijk om de onbegeleide bewoners goed te informeren en verwachtingen te managen. Zij starten vaak enthousiast en willen de begeleide bewoners helpen en ondersteunen. Sommige begeleide bewoners hebben alleen eerst wat ruimte nodig om te wennen. Het is belangrijk dat er bij deze woonvorm ondersteuning is bij de groepsprocessen door begeleiders. Het coachen van een groep of gemeenschap is een nieuw perspectief voor begeleiders en vraagt ook om financiële scharrelruimte. Sociaal beheer legt een basis voor het groepsleven, daarnaast dragen activiteiten binnen het complex bij aan ontmoeting.” Uit de zaal komt de vraag wat een optimale mix is: “Een harde uitspraak hierover is lastig. Je moet goed kijken naar de context en de betrokken partijen. Bij kleine woonvormen kan de helft bestaan uit begeleide bewoners, bij grote projecten is het eerder één op drie bewoners.”
Wonen met eigen regels
Een andere vorm van samenwonen zijn de voorzieningen in zelfbeheer. Hier wonen meerdere mensen samen en bepalen zij samen de regels van het wonen. Vaak is er wel ondersteuning van een professional die parttime aanwezig is, waar de bewoners met hun vragen of problemen terecht kunnen. “Centraal thema is keuzevrijheid, een aspect dat erg wordt gemist in de reguliere opvang”, aldus Max Huber (HvA). “Zelfbeheer komt vooral voor bij opvang- en respijtvoorzieningen. Het gaat om ongeveer 20 voorzieningen in Nederland. Wat ik mooi vind, is dat het inspeelt op de individuele en collectieve behoeften van mensen. Iedereen kan binnen de zelfbeheerde woning een rol aannemen of een functie vervullen naar eigen behoefte en zichzelf daarin verder ontwikkelen.”
Veel zelfbeheerde voorzieningen zijn onderdeel van grotere zorgorganisaties. “Dat knelt nog weleens. Veel initiatieven zijn gestrand vanwege gebrekkige facilitering of spanningen met de reguliere werkwijze van de betrokken zorgorganisatie. Bewoners kunnen dan niet hun eigen keuzes maken maar moeten meegaan met de keuzes van de zorgorganisatie. Denk aan eten dat wordt aangeleverd of het niet zelf kunnen kiezen van een internet provider. Om deze spanning tegen te gaan, kan het helpen om een samenwerkingscontract te maken met een heldere taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de voorziening en de zorgorganisatie, en om met elkaar in gesprek te blijven over de doelen, werkwijze en waarden van de voorziening. Spanningen die daarbij naar voren komen, kunnen een bron zijn van leren en innoveren.”
Woonmarkt
Na deze uitgebreide verhalen volgenden enkele pitches van standhouders op de Woonmarkt. Zo kregen de deelnemers een beeld van de informatie die te vinden was op de Woonmarkt en konden zij gericht een aantal stands bezoeken. Bij verschillende partijen konden zij terecht om meer te horen over zelfbeheer, kamerinwoning, Housing First en Gemengd wonen. Ervaringsdeskundigen van het Prospectief onderzoek maatschappelijke opvang en beschermd wonen van de Universiteit van Utrecht vertelden over wat nodig is voor kwetsbare mensen aan wonen en ondersteuning om op een goede manier zelfstandig te wonen in de wijk. Het doel van de markt was om zoveel mogelijk van de aanwezige standhouders en van elkaar te leren zodat de deelnemers van het congres met een versterkt netwerk de dag afsloten en met vernieuwde energie en kennis verder kunnen werken aan de complexe opgave van de transformatie van beschermd wonen en opvang.
Achtergrond en meer informatie
Het congres ‘De woonladder voorbij’ is onderdeel van het experiment Weer thuis. In dit experiment onderzoekt Platform31 samen met experimentpartners de ontwikkelingen in het wonen en wijkarrangementen voor mensen met een psychische kwetsbaarheid.
Meer lezen over Housing First kan met de Housing First gids (pdf), informatie over gemengd wonen staat in de publicaties Goede buren en De Magic Mix als zachte landing in de wijk.
Zelfbeheer staat beschreven in de handreiking Samen doen we het zelf.
Of bekijk een korte film over Je eigen stek (JES), een zelfbeheerde voorziening in Amsterdam. Een publicatie over woonbehoeften en woonvormen voor mensen met een psychische kwetsbaarheid volgt in het eerste kwartaal van 2020.