“Een ‘Sjors van de rebellenclub’-mentaliteit is nodig voor dit soort complexe opgaven”

Interview met Rob van den Hazel, programmamanager Vitale Vakantieparken

Een deel van de Nederlandse vakantieparken is onvoldoende aantrekkelijk om voldoende recreanten te trekken. Terwijl wordt gezocht naar nieuwe businessmodellen, komen andere groepen de parken tijdelijk en langdurig bewonen. En dat is ook niet altijd bevorderlijk voor de kwaliteit van de parken en de leefomgeving. Hoe doorbreek je die spiraal en zorg je als gemeente voor mooie, kwalitatieve vakantieparken met een positief effect op de regionale economie? Tijdens de Vakantieparkentop wordt op 29 november gesproken over inhoudelijke oplossingen. “Maar het gaat ook om de samenwerkingsvragen achter die inhoudelijke oplossingen: hoe krijg je het samen voor elkaar?”, zegt Rob van den Hazel, programmamanager Vitale Vakantieparken Veluwe.

Vakantieminnend Nederland wil steeds meer en wordt steeds kritischer. Die veranderende vraag betekent grote uitdagingen voor onze vakantieparken. Een groot deel kan de veranderende wens bijbenen, heeft een goede kwaliteit en kan investeren om het aanbod te blijven vernieuwen. Maar het grote aanbod van kwalitatieve parken zorgt voor een concurrentiestrijd waarin vaak verouderde parken het onderspit delven en in onbruik raken door toeristen. Daardoor komen hier bijvoorbeeld pensionado’s, arbeidsmigranten en gescheiden mensen voor korte of langere perioden het park bewonen, meestal omdat dit de enige manier is om als park het hoofd boven water te houden. Vaak is dit in strijd met het bestemmingsplan. Bovendien hebben gemeenten soms weinig zicht op de parken en de bewoners en dit kan in extreme gevallen zelfs leiden tot onveilige vakantieparken.

Op de Vakantieparkentop op 29 november wordt daarom met ondernemers, gemeenten, provincies, regio’s en het Rijk gekeken naar mogelijke oplossingen: hoe voorkomen we dat deze parken verder afzwakken? Door bijvoorbeeld kansrijk ondernemerschap en ondersteuning voor innovatieve ontwikkelingen kunnen deze parken opbloeien. Op de Vakantieparkentop wordt ook de ‘Actie-agenda aanpak Vakantieparken’ gepresenteerd en ondertekend. “Die agenda gaat vooral over de inhoud; wat kun je op verschillende beleidsthema’s doen om de kwaliteit van onze vakantieparken te versterken? Maar daarmee zijn we er nog niet”, vertelt Rob van den Hazel. “Het gaat ook om de samenwerking daarachter: hoe zorgen we gezamenlijk ervoor dat we daadwerkelijk tot uitvoering te komen? Hoe organiseren we dat bestuurlijk en ambtelijk binnen en tussen gemeenten? Hoe worden ondernemers, eigenaren en bewoners op een goede manier hierbij betrokken en hoe ziet de samenwerking met de vele ketenpartners van de overheid eruit? Dit komt niet in de agenda terug, maar bepaalt wel het succes.”

500 parken en 200 ambtenaren

Vijf jaar terug is Van den Hazel op de Veluwe gestart als programmamanager van het programma Vitale Vakantieparken, een samenwerkingsverband tussen elf gemeenten, de provincie Gelderland, lokale ondernemers en andere partijen om allerlei vraagstukken aan te pakken die spelen op en rond de bijna 500 vakantieparken in het gebied. “Het programma Vitale Vakantieparken is een mooi voorbeeld van een zogenaamde opgavegerichte samenwerking”, zegt de programmamanager. “We willen samen mooie en betere parken waar recreanten graag verblijven. Maar om dat te bereiken, moeten we tal van vraagstukken aanpakken die soms ver buiten het economische domein liggen. We moeten bijvoorbeeld innoveren, herstructureren, transformeren, veiligheids- en ondermijningsproblemen aanpakken en oplossingen bedenken voor mensen in een kwetsbare positie. Allemaal verschillende soorten vraagstukken waarbij ook verschillende partijen betrokken zijn. Om dat in onderlinge samenhang te doen, is het programma ontwikkeld.”

De kern van het programma Vitale Vakantieparken bestaat uit 2 fte, maar inmiddels werken meer dan 200 mensen direct of indirect aan onderwerpen die het programma raken. Hoe zorg je dat die mensen in samenhang werken en elkaar versterken? Het programma moet niet alleen de verschillende overheidslagen verbinden, maar ook bijdragen aan de integrale samenwerking per laag. Alle beleidsdomeinen zijn hierbij betrokken, economische zaken, sociale zaken, ruimtelijke ordening, openbare orde en veiligheid en Wmo. “Het is belangrijk dat al die domeinen niet met een aparte aanpak komen”, zegt Van den Hazel. “Het doel is juist dat de gemeente, maar ook de regio (en straks ook het Rijk) vanuit een integraal perspectief kijken naar de vakantieparken. Die samenwerking tussen verschillende sectoren moet gedurende het hele traject in de lucht blijven; al die mensen moeten betrokken blijven. Zo kun je op lokaal niveau daadwerkelijk, nu én straks, de benodigde uitvoeringsprojecten regelen.”

Blauwdrukken en experimentdrang

“Niemand is tegen opgavegericht werken, en zeker in de beginfase is het commitment en de animo groot”, merkt Van den Hazel. “Maar er komen natuurlijk momenten dat het complexer wordt. Dat er lastige keuzes gemaakt moeten worden of dat er aanvullende middelen nodig zijn. Als het spannender wordt, is bestuurlijk commitment essentieel; de urgentie van de gedeelde opgave moet bestuurlijk bekrachtigd zijn. Het bestuur moet zo de route bepalen en alle neuzen de juiste kant op krijgen. Daarna moet de ambtelijke organisatie zorgen dat de juiste mensen daadwerkelijk in actie komen. Gebeurt dat niet, dan zoeken we daarvoor het gesprek op: dit is onze bestuurlijke opdracht, hoe gaan we dit regelen?”

Het programma Vitale Vakantieparken houdt voortdurend het grotere toekomstplaatsje voor ogen bij de diverse betrokken overheidslagen, beleidsterreinen en partijen. “Je moet overal blijven spiegelen: dit is waarvoor we het doen. Daarnaast is het voor ons een kwestie van samenhang blijven zoeken en mensen en opgaven blijven verbinden. In de eerste jaren was het pionieren en experimenteren, naar bevind van zaken handelen en niet bang zijn om fouten maken. We komen nu in een fase waar meer borging nodig is. Dan gaat het om meer structuur, jaarplannen, begrotingen. Belangrijk om het fundament te versterken, maar dat moet niet doorslaan. Want zonder innovatie, experimenten en lef sla je vooruitgang kapot. We zoeken eigenlijk naar een langdurige wisselwerking tussen structuur en experimenteerruimte om het programma verder te helpen.”

Zoeken naar Sjors

Het programma Vitale Vakantieparken is volgens Van den Hazel vooral mensenwerk, blijven praten en regelmatig contact houden met de verschillende stakeholders. “En je hebt uitblinkers nodig”, zegt de programmamanager. “Regionale en lokale trekkers die die samenwerking in stand houden. Voor het proces heb je mensen nodig wiens ogen beginnen te glimmen als er een complex probleem op tafel ligt en die durven te handelen als een soort ‘Sjors van de rebellenclub’; die ervoor willen gaan. Gelukkig zijn er mensen die, vanuit hun vakmanschap en de behoefte daarin beter te worden, willen meewerken.”
Het frontline denken of het mariniersmodel kan daarbij inspireren, denkt Van den Hazel. “Dan zet je de beste mensen vooraan en zorg je dat de rest van de organisatie ten dienste staat van die mensen. Zij hebben de wil, kennis, competenties en korte lijnen met degenen die de uiteindelijke beslissingen maken. De complexiteit waar we met het programma Vitale Vakantieparken tegenaan lopen, vraagt om zulk soort mensen aan het front met die daadkracht. Want zo zet je projecten echt in beweging.”

Meer informatie

Kijk ook voor een terugblik op de eerste, tweede, derde en vierde bijeenkomst van de Community of Practice.