Dit gaat niet over basisscholen
Vier lessen voor 'totaalvoetbal'
Het is alweer een tijdje terug dat ik voor Magrittes kunstwerk ‘Ceci n’est pas une pipe’ stond. Gedurende de twee jaar dat het Innovatieprogramma Aardgasvrije en frisse basisscholen nu bestaat moet ik daar vaak aan terugdenken. Gaan al die discussies wel over het verduurzamen van basisscholen?
Door Donald van der Akker
In 2018 ging het Innovatieprogramma Aardgasvrije en frisse basisscholen van start. Als tijdelijke opvolger van de Greendeal Scholen werden elf pilotprojecten geselecteerd voor een extra financiële ondersteuning. Daarbij werd een ‘kennis- en leerprogramma’ opgezet door Platform31 en Ruimte-OK. Geen programma met vooropgezette doelen en activiteiten maar een ‘iteratief en adaptief’ programma dat beoogde het proces van verduurzaming van basisscholen verder te krijgen. In hoeverre dat uiteindelijk gelukt is, is altijd weer de vraag. Tot inzichten heeft het zeker geleid.
Totaalvoetbal
Metaforen gaan natuurlijk maar tot een bepaalde hoogte op. De metafoor van het totaalvoetbal, zoals onder meer door Johan Cruijff gepredikt, is wel beeldend. In die metafoor is iedereen altijd in beweging, ook als je de bal niet hebt. Het gaat niet alleen om het team dat in het veld staat maar om de hele organisatie, van sterspeler tot kantinemedewerker. In het veld sta je de ene keer in scoringspositie maar een volgend moment trek je je juist terug om ruimte te geven aan een ander om te scoren. Deze metafoor kwam naar voren toen we de activiteiten analyseerden die moeten leiden tot het verduurzamen van basisscholen. Aan de hand van het model van ‘de ruggengraat’ werd duidelijk dat er heel veel activiteit plaatsvindt, maar dat er van ‘totaalvoetbal’ nog lang geen sprake is.
Les 1: eerst een stapje terug
Allereerst merkten we dat er al heel snel wordt gesproken over de ‘businesscase’ van een renovatieproject. Driftig wordt gerekend met MI-vergoedingen, leerlingenaantallen en bruto vloeroppervlakte. Met een nieuwe rekentool (binnenkort online) zijn de elf pilots hierbij ondersteund. Daaruit bleek niet alleen dat er ten aanzien van de getallen veel sprake was van wishful thinking maar meer nog dat er geen gesprek aan was voorafgegaan. Gemeente en schoolbestuur bleken nauwelijks elkaars cultuur, structuur en werkwijze te kennen, laat staan dat ze gezamenlijk het gesprek voerden over wat voor gebouw ze uiteindelijk willen realiseren. Een stap terug doen, je in elkaar verdiepen en om je heen kijken was een belangrijke les.
Les 2: verbindingen zoeken
Een tweede les betrof het verbinden met andere ontwikkelingen. Waar in de wereld van scholen het Integraal Huisvestings Plan (IHP) een steeds belangrijkere positie inneemt, zijn gemeenten ook bezig met het opstellen van een Transitievisie Warmte waarin ze aangeven wanneer en op welke wijze woonwijken van het aardgasnet zullen worden afgekoppeld. Een verbinding tussen deze twee beleidsinstrumenten klinkt logisch maar bleek in de praktijk nauwelijks te worden gelegd. En er zijn meer verbindingen mogelijk. Denk bijvoorbeeld alleen al aan circulariteit en klimaatadaptatie.
Les 3: Ceci n’est pas…
Magritte leerde ons de derde les: is dit wel een schoolgebouw? Renovatieplannen worden gemaakt voor een levensduurverlenging tot soms 40 jaar. De basisschool waar ik zelf in 1978 vandaan kwam is nu al jaren een appartementencomplex. Of de huidige school over 40 jaar nog een school is, is dus nog maar de vraag. Een dergelijk inzicht dwingt je anders naar een gebouw te kijken: het is eigenlijk een opeenstapeling van materialen die nu zijn vormgegeven in een gebouw dat wordt gebruikt als school. De functie van het gebouw kan snel veranderen, net als zijn omgeving. Wees je ervan bewust dat het gebouw een lange levensduur heeft en dat onze wereld verandert: praat daarover in de verkennende fase en anticipeer daarop in het ontwerp. Zo zal ook het aspect van koeling en gezondheid een steeds belangrijkere rol gaan spelen in de toekomst, gezien de verdergaande klimaatverandering en toenemend aantal hittegolven. Maar denk ook aan het belang van een gezond binnenklimaat in de strijd tegen de overdracht van infectieziekten zoals covid-19.
Les 4: de ‘hub’-functie
De vierde les gaat verder in op de functie van het schoolgebouw. Die gaat verder dan alleen de schoolfunctie. Een school is meestal een centraal punt in een wijk waar mensen elkaar ontmoeten, waar lief en leed wordt gedeeld en buurtactiviteiten plaatsvinden. In de verduurzamingsopgave kan deze ‘hub’-functie ook worden benut. Steeds meer scholen stellen hun dak beschikbaar voor een energiecoöperatie in de buurt. Technische voorzieningen waar in de buurt geen ruimte voor is kunnen mogelijk een plek krijgen op of onder het schoolplein.
Aardgasvrije en frisse basisscholen
Dat er van totaalvoetbal, zowel lokaal als landelijk, nog geen sprake is bij het verduurzamen van basisscholen is duidelijk. Daar moet nog veel voor worden geleerd. Leren van elkaar en leren door te doen. Alles voor het lerende kind.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Stedebouw & Architectuur (nr. 5, november 2020)