Column: Wie geraakt wordt, komt in beweging

De hoop was er zeker. Na het heftig verlopen 2020 zou dit jaar alles weer ‘normaal’ worden. Het tegenovergestelde werd waarheid. Met de invoering van de avondklok werden de coronamaatregelen nog een tandje extra aangescherpt.

En in de bestrijding van corona schuilt het gevaar dat het onze aandacht dusdanig opslokt, dat we de vele lessen die we er ook van kunnen leren gemakshalve negeren. Terwijl we juist die lessen hard nodig hebben vooruitgang te kunnen boeken in de vraagstukken rond het wonen, de verduurzaming, de zorg en de economie. Want dat heeft de huidige pandemie onomstotelijk aangetoond: een crisis van deze omvang versterkt de problemen van mensen op al deze fronten.

Op de stedelijke woningmarkt wreekt zich bijvoorbeeld het gebrek aan ruimte. Terwijl de zoektocht naar binnenstedelijke bouwlocaties doorgaat, trekken mensen die het zich kunnen veroorloven nu al van stad naar regio. De verduurzamingsoperatie stond in het prioriteitenlijstje bovenaan, maar dreigt nu weer naar de achtergrond te worden gedrukt. De zorg steunt en kreunt, nu er na jaren van bezuiniging opeens een groot beroep op de sector wordt gedaan. Op economisch gebied vrezen veel mensen voor hun baan, inkomen en/of het voortbestaan van hun bedrijf. En dan hebben we het nog niet eens over het thuisonderwijs en de problemen die daarmee gepaard gaan voor ouders, kinderen én leraren.

We moeten ons inmiddels oprecht zorgen maken over de vraag of Nederland wel voldoende bestand is tegen een crisis van deze omvang. Zeker ook omdat nu al wordt voorspeld dat het niet bij deze ene pandemie zal blijven. Functioneren de zorg en het onderwijs nog wel naar behoren? Zijn flexwerk en zzp niet te dominant geworden op de arbeidsmarkt? Heeft de overheid niet teveel bezuinigd op de cruciale sectoren? Is zij eigenlijk zelf nog wel in voldoende mate op haar taken berekend? Wat komt er in de praktijk terecht van zelfredzaamheid en participatie, nu de bodem onder het bestaan van velen lijkt te zijn weggeslagen? Is de markt in deze penibele situatie nu werkelijk de panacee voor alle kwalen?

Geen misverstand: het gaat niet vanzelf weer over, en evenmin keren we ooit nog terug naar normaal. De wetmatigheid en vanzelfsprekendheid waarmee alles in het verleden werd opgepakt, bestaan niet meer. De samenleving is fundamenteel veranderd, want stelt andere prioriteiten en maakt andere keuzes dan in het verleden. Keuzes die bestendiger zullen blijken te zijn dan we nu kunnen voorzien.

Dat is niet iets om van in paniek te raken, maar biedt juist hoop op een positieve afloop. Sterker nog, dankzij de huidige crisis is het mogelijk om eerder en sneller in beweging te komen en ook grotere stappen te zetten dan dat we in het verleden ooit voor mogelijk hadden gehouden.

Wel is het noodzakelijk om nu met elkaar de discussie aan te gaan over het functioneren van onze samenleving. Wat is er nodig om het versnelde veranderingsproces in goede banen te leiden en een multipliereffect op gang te brengen? Welke oude dogma’s laten we los, en welke nieuwe ontwikkelingen omarmen we en geven we een plek in beleid en aanpak? En welke rol krijgen de woningcorporaties, zorg-, welzijns- en onderwijsinstellingen, marktpartijen en – niet in de laatste plaats, de overheid daarin?

Bovendien is het van belang om ook een andere, misschien wel de meeste belangrijke les van de coronacrisis te betrekken: als iets de mensen echt raakt, zijn ze bereid en in staat om in beweging te komen. Dat we op het terrein van wonen, verduurzaming, zorg en economie de laatste jaren weinig vooruitgang hebben geboekt, zou er kortom wel eens op kunnen duiden dat degenen die het meest worden geraakt door de problemen het minst bij de discussie betrokken zijn geweest. Het lijkt me een goed voornemen dit verkiezingsjaar om daarin als eerste verandering te brengen.

Hamit Karakus