Bouwen aan gezond stedelijk leven voor iedereen
Interview over de Utrechtse visie en het concretiseren ervan
Utrecht is momenteel een van de koplopergemeenten in Nederland, die gezondheid breed op de gemeentelijke agenda heeft staan. De stad bouwt aan een gezonde toekomst en laat haar gezondheidsambities leidend zijn bij de ontwikkeling van de stad. Het verkleinen van de gezondheidsverschillen is een van de speerpunten van gezond stedelijk leven. Hetty Linden, voormalig directeur volksgezondheid, Rita van der Meulen, strategisch adviseur volksgezondheid en Ellen Peeters, senior adviseur gezonde leefomgeving zijn bevraagd over de beleidsgeschiedenis, de huidige activiteiten, strategische keuzes en lessen. Dit interview komt uit het Inspiratie- en werkboek Gezondheid en ruimte.
Gezondheid staat in Utrecht hoog op de politieke agenda. Hoe is dat gegaan?
“Als ambtelijke organisatie hebben we aangesloten op een beweging in de stad. Een belangrijke voedingsbodem voor de inzet op gezond stedelijk leven was een bevolking die relatief gezond, sociaal betrokken en politiek actief is. Een andere niet te onderschatten factor is dat een kwart van onze inwoners zijn geld verdient met gezondheid. Daarmee is er grote betrokkenheid in de stad met het thema. Nadat gezondheid in 2007 politieke steun kreeg, hebben wij nagedacht over hoe wij gezondheid tot een gedeeld, gemeentebreed onderwerp konden maken. Wij gingen het gesprek aan met de samenwerkingspartners over hun overwegingen en keuzen en leerden hoe we vanuit publieke gezondheid andere domeinen kunnen ondersteunen. Zo ontstonden mooie cross-overs. De nieuwe blik en vernieuwing kwam vooral van buiten de gezondheidssector.
Onze stad groeit tot 2040 van 330.000 naar 425.000 inwoners. We kiezen voor een flinke verdichting van het bestaand stedelijk gebied. De crisis en daarmee het stilvallen van grote bouwprojecten heeft ons tijd gegeven, waardoor we nu kwaliteit en duurzaamheid kunnen toevoegen. Het college daagde ons uit om de lat nog hoger te leggen en de ambitie op te plussen tot gezond stedelijk leven. Daar valt bijvoorbeeld ook gezonde mobiliteit onder, dus minder auto en meer lopen, fietsen en gebruikmaken van het openbaar vervoer. We ontwikkelen nu het Healthy Urban Quarter in het Jaarbeursgebied bij Utrecht Centraal. Op allerlei manieren wordt hier in het ontwerp met gezondheid rekening gehouden. Denk aan ruimte voor de voetganger, maar we nemen bij de aanbesteding van gebouwen bijvoorbeeld ook gezondheid mee als criterium. Van het Atelier Utrecht De Gezonde Stad (ontwerpend onderzoek) hebben we geleerd dat we veel meer oog moeten hebben voor sociale netwerken in Overvecht en wat bewoners nodig hebben om verder te komen. Zo waren wij aanvankelijk van plan de leegstaande schoolgebouwen in de wijk te sluiten, maar deze hebben nu een andere functie gekregen en gebruiken we voor ontmoeting. En de ruimten in de plinten zijn in gebruik als werkplaats. Het ontwerpend onderzoek heeft laten zien wat onze blinde vlekken waren en dat heeft veel betekend voor onze ambtelijke organisatie.”
Langs welke weg is en wordt de visie concreet gemaakt?
“We hebben eerst de belangrijkste gezondheidsopgaven vastgesteld waar we met gezonde verstedelijking aan willen werken, namelijk: meer beweging, gezonde voeding en vermindering van eenzaamheid en stress. Wij kunnen als professionals deze opgaven wel benoemen, maar hoe verleid je bewoners tot een meer gezonde leefstijl? Ontwerpbureau Posad heeft daarom een visuele en ruimtelijke vertaling gemaakt. We hebben vijf ‘leefstijlgeboden’ opgesteld: beweeg meer, adem schone lucht, eet en drink gezond, krijg voldoende licht, verminder stress en ontmoet elkaar. Deze zijn vertaald naar ruimtelijke regels waarmee het ontwerp kan bijdragen aan gezonde verstedelijking en zijn onderdeel van de zogeheten toolbox Gezonde verstedelijking. Het gaat om gezonde mobiliteit, gezonde inrichting openbare ruimte, gezonde basisvoorzieningen en synergie openbaar/privaat. Naast de toolbox met ontwerpprincipes hebben we de opgave van ‘gezonde verstedelijking’ aan de hand van een mindmap uitgewerkt. Verschillende disciplines hebben de definitie van Gezonde stad uitgewerkt met opgaven, oplossingen en ideeën.
Is er specifiek ruimtelijk beleid of specifieke aandacht voor lage SES-wijken of voor het tegengaan van gezondheidsachterstanden?
“Om de aandachtswijken te versterken, hebben wij een gezonde wijkaanpak gericht op leefstijl. Daarnaast brengen wij expertise in voor een gezonde leefomgeving in de planontwikkeling. Dit generiek gezondheidsbeleid werken we uit voor gebieden met specifieke gezondheidsopgaven. Het vraagt om een preciezere analyse hoe achterstanden ruimtelijk ook een plek kunnen krijgen. Maar het is een zoek- en ontwikkelproces. Vanuit strategische beleidsontwikkeling hebben wij gekeken waar de wijken met gezondheidsachterstanden liggen en waar de grotere ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden. Er is een ‘band’ in de stad zichtbaar, van noordoost naar zuidwest, van sociale en fysieke opgaven. We zoeken nu naar slimme combinaties en bekijken hoe een bouwplan iets kan toevoegen aan de omgeving, denk aan routes tussen de nieuwe buurten en bestaand stedelijk gebied. Zoomen we in op aandachtswijken, dan wordt bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van de Nederlandse Pakket Dienst-strook (NPD) in de Overvecht, een koppeling op sociaal en fysiek vlak gelegd: sociale woningbouw en maatschappelijke voorzieningen. Voor recreatief gebruik van de openbare ruimte is in Kanaleneiland, in gesprek met bewoners, het rondje stadseiland uitgedacht.
Overvecht is verder ook een naoorlogse wijk met heel veel groen. We kunnen dit groen versterken. Denk aan een concept als ‘Groen met allure’. Mensen met gezondheidsachterstanden hebben vaak stress. Zij willen rust in het hoofd. Juist door te werken in een moestuin of door zelfbeheer van het groen en met de handen bezig zijn, krijgen zij rust in het hoofd, bovendien geven zij dan ook betekenis aan de leefomgeving.”
Hoe werkt de inbreng van de adviseur gezonde leefomgeving op de ruimtelijke plannen?
“De adviseur beoordeelt vanuit volksgezondheid en geeft zo inbreng op ruimtelijke plannen, naast de adviseurs vanuit verkeer, duurzaamheid en economie. Doordat gezondheid een van de speerpunten is van het college, moeten initiatiefnemers gezondheid ook opnemen in hun plan. Daar was de gemeente in het begin ook heel streng in. Een plan werd teruggestuurd als dat thema ontbrak. Ook wil het college weten wat dilemma’s zijn, zodat zij met initiatiefnemers kunnen meedenken.
Vanuit gezondheid brengen we expertise in en voegen kwaliteit toe, maar brengen we geen extra middelen in. Wij sluiten daarom in plannen aan op de ‘energie’ en liften daarop mee of moeten verleiden tot. Een waardeoordeel geven wat de beste keus is voor gezondheid, is voor ons lastig. Dat is contextafhankelijk. Wel benoemen we wat kansrijk is. Bijvoorbeeld als gevraagd wordt om een keuze te maken voor óf hardlooprondjes óf een moestuin met kassen. Ook brengen wij, samen met de collega’s van stedenbouw, het belang van ‘ooghoogte’ in en hoe een voetganger een ruimtelijk ontwerp ervaart.
In de projectgroepen is gezondheid een gelijkwaardig onderwerp, het is een van de afwegingen voor het plan. Dat is een mooie positie. Het is daarmee, net als andere voorwaarden als veiligheid of mobiliteit, een thema waar rekening mee wordt gehouden. Het is soms verleiden om steviger in te zetten op gezondheid. We kiezen er ook bewust voor om als gezondheid zelf om tafel te zitten. Onze inhoud is niet over te dragen op de experts van het ruimtelijke domein.
Om vanuit fysiek en sociaal aan gezond te werken moet je aansluiten op wat wijkbewoners nodig hebben. Kijk daarom naar andere manieren van participatie en naar de wijkprofielen en ga het gesprek aan. Zo is en wordt gewerkt aan de plannen voor de NPD-strook in Overvecht, het Lombokplein en het Beurskwartier.”
Tweedaagse leerkring gezondheid & ruimte
Schrijf u in voor de Tweedaagse leerkring gezondheid & ruimte, start 20 september 2018.